|
Dwarsdoorsnede van de 4de-eeuwse St.-Pietersbasiliek, gebouwd onder keizer Constantijn boven het graf van Petrus op de Vaticanum-heuvel. (pentekening, 16de eeuw).
St.-PetrusHet ultieme doel van de middeleeuwse Rome-bedevaarders was het graf van Petrus, de eerste paus. Petrus, een visser op het meer van Genesareth, was samen met zijn broer Andreas, een van de eerste leerlingen van Jezus, en begeleidde Hem gedurende diens hele openbare leven. Na de dood, verrijzenis en hemelvaart van Jezus trad Petrus op als hoofd van Zijn leerlingen. In de vroege kerk speelde Petrus een centrale rol, zoals beschreven is in de Handelingen der Apostelen en door de kerkvaders is overgeleverd.De apostel Petrus. schilderij van Rubens. De overlevering vermeldt dat de stichting van de kerken in Antiochië, Jeruzalem en Rome op Petrus teruggaat. Maar dat Petrus zijn laatste levensjaren doorbracht in Rome is niet terug te vinden in het Nieuwe Testament, wél in bronnen uit het onmiddellijke na-apostolische tijdvak, o.m. de Eerste brief van Clemens aan de christenen van Korinthe en de brief van Dionysius van Korinthe aan de christenen van Rome. De bijzondere rol van Petrus als bisschop van Rome werd al vroeg door de Apostolische Vaders en kerkvaders onderstreept, m.n. door Tertullianus, Clemens van Alexandrië, Irenaeus van Lyon, Ignatius van Antiochië, Cyrillus van Jeruzalem en Cyprianus van Carthago. De kruisiging van Petrus. Michelangelo. Fresco, 15de e. Vaticaan, Capella Paolina. Volgens getuigenissen van o.m. Tertullianus (einde 2de eeuw) en Origenes stierf Petrus de marteldood in Rome, vermoedelijk in het jaar 64, onder het bewind van keizer Nero. Hij werd op eigen verzoek ondersteboven gekruisigd, met het hoofd naar beneden, om zo aan te tonen dat, door de komst van Jezus, alle verhoudingen waren omgekeerd. grondplan van het Circus van Nero (onderaan), van de 4de eeuwse basiliek (bovenaan) en de contouren van de huidige basiliek. De plek van Petrus' marteldood is blauw gemerkt, die van zijn graf is rood aangestipt. Het was toen gebruikelijk dat de christenen de lichamen van martelaren begroeven vlakbij de plaats van hun executie. Voor Petrus was dat in een necropool op de Vaticaanse heuvel, aan de noordkant van het "Circus van Nero" (waar hij was gekruisigd), langs de doorgaande "Via Cornelia". Reconstructie van de "tropaion" (halfweg de 2de eeuw), boven Petrus' graf, n.a.v. opgravingen (1940-49) onder de St.-Pieter Al snel daarna (misschien onder paus Anacletus, die regeerde van 76 tot 88) werd boven Petrus' graf een klein nisvormig granieten cultus-monument ("tropaion") opgericht als herkenningspunt voor de pelgrims. Volgens archeologisch onderzoek werd in de 2de helft van de 3de eeuw op de "aedicula" van Petrus een marmeren plaat gelegd, rustend op 2 zuilen, ingelijst door 2 muren en verhoogd met een 2de nis. Petrus en Paulus. Muurtekening (4de eeuw) in een Romeinse catacombe De vroegste getuigenissen over het graf van Petrus én van Paulus komt van de Romeinse priester Gaius rond het jaar 200 (geciteerd door Eusebius, een eeuw later): "Ik kan u de "tropaia" [meervoud van "tropaion", Grieks voor "gedenksteen" of "zege-gedenkteken"] van de apostelen [Petrus en Paulus] tonen. Inderdaad, als U naar de Vaticaanse heuvel wilt gaan ofwel langs de weg naar Ostia [Via Ostiana], zult U de zegetekens vinden, van hen die deze Kerk [van Rome] hebben gesticht". de Constantijnse basiliekTweedimensionele maquette van de 4de eeuwse basilica van St.-Pieter Boven de necropool van de Vaticaanse heuvel liet de Romeinse keizer Constantijn de Grote, na zijn bekering tot het christendom, tussen 315 en 349 een indrukwekkende basiliek neerzetten (op dezelfde plaats waar de huidige basiliek staat). reconstructie-tekening van het grafmonument van Petrus in de 1ste basiliek (rond 320) Het altaar ("confessio") in het koor werd precies geplaatst boven de plek waar altijd het graf van Petrus was geweest, die werd bewaard. Omdat die op een vrij steile heuvelflank lag ging de bouw gepaard met grote werken voor het afvlakken van het bouwterrein. grondplan van de oorspronkelijke Constantijnse St.-Pietersbasiliek De kerk had de typische constructie en grondvlak van de basilica's, die al sinds de 2de eeuw voor Christus werden gebouwd, en meestal een seculiere betekenis hadden als rechts- of bestuurscentrum. Het gebouw bestond uit een middenschip met aan beide zijden twee zijbeuken. Zij werden van elkaar gescheiden door vier rijen van 21 marmeren zuilen. De zuilen werden hergebruikt uit eerdere, heidense gebouwen. Het gebouw met 5 daken was meer dan honderd meter lang, "net zo lang als een kruisboog kan schieten", zoals een anonieme 14de eeuwse pelgrim schreef. Ook het graf van Paulus kreeg zijn basiliek aan de Via Ostiana. de St.-Pietersbasiliek zoals ze er rond 1450 uitzag. (H. W. Brewer, reconstructie-tekening, 1891) De eerste St.-Pietersbasiliek behield tot het begin van de 16de eeuw aan de buitenkant haar oorspronkelijke rechthoekige vorm. Maar het interieur werd in de loop der Middeleeuwen weelderig verfraaid met o.m. een crypte, diverse altaren en schatkamers. Het interieur van de oude St. Pieter rond 1520, op een schilderij uit het atelier van Rafael De toeloop van pelgrims leidde tot bepaalde architectonische aanpassingen. Onder het hoofdaltaar werd een half-cirkelvormige crypte met een "deambulatorium" gebouwd, zodat de pelgrims konden wanelen rond het graf van Petrus. Er werd in de wand van de tombe een venster ("fenestella") aangebracht om van nabij de begraafplaats te zien. Pelgrims staken er hun hoofd doorheen om een intentie te formuleren, of om een voorwerp, bijv. een zakdoek, doorheen te steken om die in nabijheid te brengen van of in aanraking met het heilige. de huidige basiliekvoorzijde van de nieuwe St.-Pietersbasiliek in 1530. (schilderij van Viviano Codazzi. Madrid, Prado) In de 15de eeuw raakte het kerkgebouw stilaan vervallen en werden er pogingen gedaan om het te restaureren. In 1506, onder paus Julius II, werd de eeuwenoude kerk gesloopt en in 1626 was de nieuwe St.-Pietersbasiliek, een mengvorm van Renaissance- en Barokstijl, eindelijk klaar. Om de kosten van de nieuwbouw te dekken verkocht de Kerk aflaten, een praktijk die in Duitsland zou leiden tot de protestantse Reformatie van Maarten Luther. grondplan van de huidige St.-Pietersbasiliek Het eerste ontwerp van de architect Bramante, in de vorm van een Grieks kruis, werd later aangepast en uitgebreid door verscheidene andere bouwmeesters, zoals Rafael, Michelangelo, Maderno en Bernini. Het schip werd verlengd, waardoor de plattegrond de vorm kreeg van een Latijns kruis. interieur van de nieuwe St.-Pietersbasiliek in 1731. (Giovanni P. Panini. St. Louis, Art Museum) Met een oppervlakte van 15.160 vierkante meter, en met ruimte voor ongeveer 60.000 mensen was het de grootste kerk ter wereld en zou dat blijven tot in 1989, toen ze in omvang werd overtroffen door de Basilique Notre-Dame de la Paix in Yamoussoukro, de hoofdstad van Ivoorkust. Bronzen beeld van zittende St.-Pieter, met afgesleten voeten Een van de merkwaardigste bezienswaardigheden in de basiliek is ongetwijfeld het bronzen beeld van een zittende St.-Pieter. Men veronderstelde lange tijd dat deze sculptuur uit de 5de eeuw dateerde, maar volgens archeologen zou het beeld pas in het begin van de 13de eeuw zijn gegoten, vermoedelijk door Arnolfo di Cambio. Beide voeten van het beeld zijn volledig afgesleten, omdat in de loop der eeuwen talloze pelgrims deze hebben gestreeld en gekust, een gebruik dat overigens nog steeds bestaat. het graf van PetrusDe 'Confessio' voor het hoofdaltaar, die leidt naar de crypte met het (verborgen) graf van Petrus Ook in de nieuwe basiliek werd het hoofdaltaar boven de plaats van het graf van Petrus geplaatst. Vlak voor het altaar bevindt zich een U-vormige balustrade, waarrond 99 olielampen branden, en waarlangs men via een trap kan afdalen naar de "Confessio", een kapel, gebouwd in de 17de eeuw door Carlo Maderno. Tegen de achterwand is een nis, waarin een Christus-mozaïek staat uit de 8ste eeuw, waarachter zich (aan het oog onttrokken) de grafresten én het gebeente van Petrus zich bevinden. crypte met een Christus-mozaïek uit de 8ste eeuw, waarachter zich het graf van Petrus bevindt Onder de mozaïek staat een zilveren kist, die wel het reliekschrijn lijkt te zijn van Petrus, maar waarin zich de "pallia" bevinden, die vanouds door de paus worden gezegend en - tijdens een plechtige Heilige Mis op het hoogfeest van Petrus en Paulus op 29 juni - wordt gegeven aan nieuwe aartsbisschoppen. Een pallium (Latijn voor mantel) is een onderdeel van de liturgische kledij, dat om de hals wordt gedragen en 2 afhandende witte banden heeft aan de voor- en achterkant, waarin zwarte kruisjes zijn verwerkt. Het wordt geweven met de wol van 2 schapen, die elk jaar op het feest van de H. Agnes (21 januari) aan de paus worden aangeboden. Het pallium is een symbool van de verbondenheid met Rome, van de apostolische successie vanaf Petrus tot nu, en bevindt zich vlak naast Petrus' graf om aan te geven dat het vanuit het centrum van de Kerk wordt gegeven. crypte met een Christus-mozaïek uit de 8ste eeuw, waarachter zich het graf van Petrus bevindt In de pausencrypte onder de basiliek is in 1979 een kapel gebouwd, van waaruit de pelgrims een beter en mooier uitzicht hebben op de crypte, die is afgesloten door een glazen wand. Boven de boog in de richting van de de "Confessio" staat de Latijnse tekst: "sepulchrum sancti Petri apostoli" (Het Graf van de heilige Apostel Petrus). het graf van Petrus (foto genomen tijdens de opgravingen van 1940 tot 1949) De eigenlijke graftombe van Petrus en diens stoffelijke resten zijn verborgen achter de wand met de Christus-mozïek. Bij graafwerken in de grotten en diverse lagen onder het hoofdaltaar, van 1940 tot 1949, hebben archeologen voor het eerst min of meer overtuigend bewijs gevonden dat de basiliek boven het graf van Petrus is gebouwd. Er werd een oude Romeinse heidense necropool blootgelegd met 2 parallel lopende rijen van heidense mausolea en grondgraven uit de 1ste en 2de eeuw. Men stootte er op een granieten grafkapel ("aedicula"), met 2 boven elkaar geplaatste nissen, daterend van rond het jaar 160, die de priester Gaius 40 jaar later zou aanduiden als het "tropaion" boven het grondgraf van Petrus. Een deel van dat graf verdween helaas tijdens de bouw van de Constantijnse basiliek in de 4de eeuw en bij de constructie van de 4 enorme zuilen van het baldakijn van Bernini.
Op de plaats van het vermoedelijke graf vonden de archeologen een klein kistje, dat stamde uit het midden van de 2de eeuw. Daarin werden tal van redelijk goed bewaard gebleven beenderresten aangetroffen van een skelet van een man van 60-70 jaar. In 1950 maakte Pius XII bekend dat men het authentieke graf van Petrus had gevonden, maar dat er geen absolute zekerheid over bestond. Omdat vele archeologen nogal sceptisch waren werd tussen 1953 en 1965 opnieuw gegraven. In 1968 verklaarde Paulus VI tijdens een openbare audientie dat op overtuigende wijze was aangetoond dat men de stoffelijke resten van Petrus had gevonden, hoewel vele wetenschapslui blijven betwijfelen of hij, aan de hand van het onderzoeksrapport, die conclusie kon trekken. De colonnade van Bernini die symbolisch de pelgrims op het St. Pietersplein "omarmt"
|