De Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen (vanaf omstreeks het jaar 1269)
Moorslede 1269-1578
Frankrijk 1578-1587
Ieper 1587-1785
Moorslede 1785-2004
Zonnebeke 2004 -
varia

   Zoek op deze site met FreeFind

 

beluister ClassicNL tijdens het surfen, 128 K stereo

Compostela - iconografie van St.-Jakob

oudst bekende voorstelling van St. Jakob als pelgrim. 11de eeuw. Tera (Sp.), Santa Mariakerk
oudst bekende voorstelling van St. Jakob als pelgrim. 11de eeuw. Tera (Sp.), Santa Mariakerk

In de vele heiligdommen langs de bedevaartswegen naar Santiago de Compostela treft men talrijke houten en stenen beelden, schilderijen, handschriften, glasramen e.d. aan met afbeeldingen van de H. Jacobus. Uiteraard vinden we ze veelvuldig terug in Compostela zélf, en ook in de vele St.-Jacobskerken in Vlaanderen en elders. Maar door de Beeldenstorm (16de eeuw), de Franse Revolutie (einde 18de eeuw), de 19de-eeuwse terugkeer naar de neo-stijlen, verkoop, diefstal, brand, verlies, verwaarlozing, enz. zijn helaas talloze voorstellingen verdwenen of, in het beste geval, terechtgekomen in musea en privé-verzamelingen...

voorstellingswijzen

St. Jakob. Miniatuur, Legenda Aurea. J. deVoragine. Rennes, Bibl. Municipale
St. Jakob. Miniatuur, Legenda Aurea. J. de Voragine. Rennes, Bibl. Municipale

Jacobus, als afzonderlijke persoon, werd in de beeldende kunsten in de loop der eeuwen afgebeeld als apostel, martelaar, heilige, pelgrim, ridder en bisschop. Bij elk van die voorstellingswijzen behoorden een reeks attributen (symbolen, tekens en voorwerpen) om het afgebeelde personnage te kunnen identificeren, om duidelijk maken dat het wel degelijk om Jacobus gaat. Aan Jacobus werden 2 soorten attributen toegekend:

  1. algemene attributen, die behoren tot een bepaalde groep. Om te tonen dat hij een heilige is heeft hij bijv. een nimbus (= stralenkrans of lichtcirkel) rond het hoofd.
  2. individuele attributen, om de figuur van Jacobus meteen herkenbaar te maken, om verwarring te voorkomen, om hem duidelijk te onderscheiden van andere figuren. Zo draagt hij bijv. een zwaard, het voorwerp waarmee hij de marteldood stierf omwille van zijn geloof. Of hij is uitgerust met een of meer pelgrimsattributen, zoals een staf, een hoed, een schoudermantel, een ransel of een kalebas om te laten zien dat hij de patroonheilige is van de bedevaarders. Of hij is in het bezit van een mijter, kromstaf, borstkruis of koormantel om hem uit te beelden als eerste bisschop van Spanje.


Jacobus werd in de beeldende kunst overwegend als individuele figuur voorgesteld. Maar er zijn ook tal van afbeeldingen bewaard, waarbij hij een onderdeel van één of meerdere taferelen vormt

  1. uit zijn leven, zoals beschreven in de Evangelieën en in de Handelingen der Apostelen, bijv. zijn uitverkiezing door Jezus tot apostel. In dat verband wordt Jacobus al eens afgebeeld, met de twee andere voorkeurleerlingen Petrus en Johannes, bij topmomenten in Jezus' leven (de Gedaanteverandering, de opwekking van de dochter van Jaïrus, de wonderbare visvangst, de doodstrijd in de Hof van Olijven, enz.)

    onthoofding van Jacobus. Altaarretabel, 1367-71. Pistoia, kathedraal San Zeno
    onthoofding van Jacobus. Antependium (detail), 1367-71. Pistoia, kathedraal San Zeno

  2. van zijn marteldood.
  3. uit de vele verhalen, legenden en mirakelen, die in verband met St.Jakob de ronde deden tijdens de Middeleeuwen. Bijv. zijn prediking in Spanje tijdens zijn leven en de overbrenging per boot van zijn lichaam naar de plaats, die nu Santiago de Compostela heet.
Hier en daar zijn deze taferelen samengebracht in uitgebreide cyclussen, die zelfs tot 17 scenes kunnen omvatten. We vinden ze terug op

levenscyclus van Jacobus. Zilveren antependium, 1367-71. Pistoia, San Zeno kathedraal, altaar
Levenscyclus van Jacobus. Zilveren altaar-antependium ("paliotto"), 1367-71.
Pistoia, San Zeno kathedraal

  • antependia vóór altaren, zoals de beroemde "paliotto" in de San Zeno kathedraal van Pistoia.
  • retabels of op geschilderde polyptieken (= veelluiken), bovenop altaren.
  • wandschilderingen van kerken of kapellen.

    een mirakelverhaal van Jacobus. Glasraam. Tours, kathedraal St.-Gatien
    een mirakelverhaal van Jacobus. Glasraam. Tours, kathedraal St.-Gatien

  • glasramen, bijv. in de kathedraal van Tours en van Bourges
  • miniaturen bijv. in getijdenboeken, op andere boekillustraties en prenten.
  • reliekschrijnen, bijv. het St Eleutheriusschrijn (1247) in de kathedraal van Doornik en het schrijn van St. Remacle in Stavelot.

evolutie van de Jacobus-voorstelling

De afbeelding van de H. Jacobus heeft in de loop der eeuwen enkele "gedaanteveranderingen" ondergaan. Grofweg kan men 4 fasen onderscheiden: als apostel, heilige en martelaar (tot het einde van de 13de eeuw); tegelijk als apostel en pelgrim (vanaf 1280); als bedevaarder (vanaf de 14de eeuw); als ridder en als bisschop (vanaf de 16de eeuw).

tot ca. 1280: als apostel, heilige en/of martelaar

St. Jakob als apostel. 12de eeuw. Arles, St. Trophimekerk, romaans westportaal
St. Jakob als apostel. 12de eeuw. Arles, St. Trophimekerk, romaans westportaal

Tot het einde van de 13de eeuw werd Jacob overwegend voorgesteld als apostel, al dan niet gecombineerd met de attributen van zijn martelaarschap en heiligheid. Meestal ziet hij eruit als een rechtopstaande (soms zittende) man op rijpere leeftijd, met een welgevormd gelaat, een golvende haarbos en een korte ringbaard. Uit die periode zijn in ons land slechts enkele dergelijke voorstellingen bewaard gebleven. Als apostel vertoont Jakob (vooral in de periode van de romaanse kunst) volgende algemene attributen (= iconografische kenmerken):

Jacobus als apostel. Granieten beeld. Midden 13de eeuw. Compostela, kathedraalmuseum
Jacobus als apostel. Granieten beeld. Midden
13de eeuw. Compostela, kathedraalmuseum
De apostel Jacobus met evangelieboek en staf in de handen
De apostel Jacobus met evangelieboek en staf in de handen

  • een lange, tot op de voeten neervallende tuniek.
  • een pallium, als gedrapeerde mantel over de schouders geworpen. Dit pallium en de lange tuniek blijven in de volgende eeuwen essentieële iconografische kenmerken.
  • een (geopend of gesloten) evangelieboek ofwel een schrifrol met opschrift in de linkerhand, wat verwijst naar de zending van de apostelen als verkondigers van het Jezus' boodschap. Op het zogeheten apostelenconcilie van Jeruzalem in 44 werd aan elke leerling één van de 12 artikelen van het Credo (= de christelijke geloofsbelijdenis) toevertrouwd. Jacobus kreeg het 3de geloofspunt: "Jezus, die ontvangen is van de Heilige Geest en geboren uit de Maagd Maria.
  • meestal blootsvoets, in uitvoering van Jezus' opdracht aan zijn apostelen "Draagt geen beurs mee, geen reiszak, geen schoenen, en groet niemand onderweg" (Lc.10, 4).
  • in de 13de eeuw hield hij vaak zijn persoonlijk martelaars-embleem vast, nl. het zwaard waarmee hij werd onthoofd in het jaar 44 in Jeruzalem.

vanaf 1280: tegelijk als apostel en pelgrim

St. Jakob. Glasraam, 13de eeuw. Rouen, O.L.V. kathedraal
St. Jakob. Glasraam, 13de eeuw. Rouen, O.L.V. kathedraal

Vanaf omstreeks 1280 onderging Jacobus in de beeldende kunst een geleidelijke "gedaanteverandering". Jacobus' voorstelling werd langzamerhand een mengvorm van apostel en pelgrim. Deze metamorfose is historisch makkelijk te verklaren. De pelgrimage naar zijn graf in Santiago de Compostela was zo populair dat Jacobus algauw de patroonheilige werd van alle pelgrims. Het was maar een kleine stap om de schutsheilige zélf ook af te beelden als een pelgrim, die a.h.w. zijn eigen graf in Compostela bezoekt. Zo gingen de uiterlijke verschijningsvorm van de pelgrims als vanzelf over op hun patroonheilige. Deze bleef nog wel in het bezit van de algemene apostel-attributen, zoals de lange tuniek, de blote voeten en het geopend boek of schriftrol in de hand. Maar tegelijk werd hij stilaan voorgesteld als een bedevaarder, met typische attributen zoals

Sint Jacobus. Fresco, ca. 1340. Waltensburg, Geref. Kerk
Sint Jacobus. Fresco, ca. 1340. Waltensburg, Geref. Kerk

  • de pelgrimsstaf, meestal voorzien van een metalen punt en bovenaan eindigend op een bolvormige top, het meest herkenbare attribuut van Jacobus.
  • een lange zware pelgrimsmantel
  • een Jakobsschelp, die is vastgehecht aan zijn hoofddeksel, mantel of pelgrimsstaf. In de christelijke iconografie was deze platte en waaiervormige kamschelp, die aanspoelt aan de Atlantische kust van Galicië, een karakteristiek symbool van Jacobus en naderhand het universeel attribuut van alle pelgrim.
Jacobus werd voortaan afgebeeld als een rijpe man, meestal met een weelderige ruige baard, met lang haar in de nek en met vermoeide gelaatstrekken, waarop de sporen van een lange en afmattende bedevaartstocht af te lezen zijn.

in de 14de eeuw

De H. Jacobus. fragment van een gepolychromeerd stenen retabel, 14de eeuw. Limerzel (Bretagne), Temple-du-Haut kapel
De H. Jacobus. fragment van een gepolychromeerd stenen retabel, 14de
eeuw. Limerzel (Bretagne), Temple-du-Haut kapel.

In de 14de eeuw zag Jacobus er meer en meer als een bedevaarder uit. De blote voeten en de toga (tuniek) van de apostel bleven nog wel vaak aanwezig, maar het martelaars-zwaard werd haast steevast vervangen door de pelgrimsstaf. Soms draagt St.-Jakob een mini-pelgrimsstaf in zijn hand, zoals een kaars. Hij krijgt er een ander typisch pelgrimsattribuut bij, nl. een lederen reistas. Deze ransel, neerhangend tegen de dij, is voorzien van een lange riem, die schuin over het bovenlichaam loopt en over een van de schouders is geslagen. Hij nam ook een typisch onderdeel over van de bedevaarderskledij, m.n. een hoed met een brede cirkelvormige rand, dikwijls voorzien van een kinband. Deze brede hoedrand is meestal plat, maar soms aan beide zijden opgekruld en aan de voorzijde uitlopend op een punt. De welving van de hoed is ofwel plat en sferisch, ofwel buisvormig en opgehoogd.

de zittende Jacobus

zittende Jacobus en 2 pelgrims. 16de eeuw. Pontevreda, Mus. Schone Kunsten
zittende Jacobus en 2 pelgrims. 16de eeuw. Pontevreda, Mus. Schone Kunsten"

Jacobus bleef meestal rechtstaande (en onderwijzend) afgebeeld. Soms werd hij stappend en in lichtjes voorovergebogen houding weergegeven, zoals een pelgrim onderweg. Maar vanaf het einde van de 14de eeuw daagden in onze streken voorstellingen op van een zittende Jacobus - vaak met een tau-vormige staf in de hand, als bewijs van zijn autoriteit - en al dan niet omgeven door bedevaarders.

zittende Jacobus verwelkomt de pelgrims. 12de eeuw. Santiago, St.-Jakobskathedaal, Gloriaportaal
zittende Jacobus. 12de eeuw. Santiago, kathedaal, Gloriaportaal
zittende Jacobus. Santiago, St.-Jakobskathedaal, hoofdaltaar
zittende Jacobus achter het hoofdaltaar van de
kathedraal van Santiago

Deze voorstelling werd gemaakt naar het model van 2 beelden van Jacobus, zetelend op een troon, in de kathedraal van Compostela: het ene op de middenzuil van het centrale Gloria-ingangsportaal en het andere achter het hoogaltaar.

Van de voorstelling van de zittende Jacobus bestaan er 2 varianten:

    zittende en zegenende St. Jakob. Houtsnede, 1517. Bazel.
    zittende en zegenende St. Jakob. Houtsnede, 1517. Bazel.

  • Jacobus als patroon en beschermer van de pelgrims, die zijn beschermelingen voorstelt aan Jezus of aan de H. Maagd.

    Coronatio peregrinarum. Glasraam, 1490. Karlsruhe, Badisches Landesmuseum.
    "Coronatio peregrinarum". Glasraam, 1490. Karlsruhe, Badisches Landesmuseum.

  • de heilige apostel met aan zijn voeten, meestal aan weerszijden, een geknielde man en een vrouw. Deze worden door hem gezegend of gekroond. Het thema van "coronatio peregrinarum" (Latijn voor: "kroning van de pelgrims") komt het meest voor in Duitsland. Het verwijst naar een ritueel in Compostela, waarbij de (vooral Duitse) pelgrims achter het hoofdaltaar op een ladder klauterden en vervolgens, aan de achterkant van het Jakobsbeeld, de kroon van het hoofd van de zittende heilige namen en even op hun hoofd plaatsten, terwijl ze hun eigen pelgrimshoed even op het hoofd van de heilige zetten.

in de 15de eeuw

de H. Jacobus als pelgrim. Houten beeld (detail), 15de eeuw. Hoei, stedelijk museum
de H. Jacobus als pelgrim. Houten beeld (detail), 15de eeuw.
(Hoei, stedelijk museum)

Vanaf de 15de eeuw werd Jacobus afgebeeld met een grote hoed met een brede boord, waarvan de voorzijde naar boven is opgeklapt in de vorm van een halve maan. Die hoed staat in de regel op het hoofd, maar hangt ook als eens een keer op de rug of wordt wel eens met de handen voor de borst gedragen. In het traditionele pelgrimskostuum deed zich eveneens een evolutie voor: boven de tot aan de voeten reikende aposteltuniek, verschijnt meer en meer een boventuniek. Ze is voorzien van ofwel korte fladdermouwen, die over de schouders neerhangen en een soort schoudermanteltje vormen, ofwel van echte mouwen, die tot aan de ellebogen reiken. Het is meestal een vrij lange mantel die tot aan de knieën reikt en die in het midden van de voorzijde of aan beide zijden een split vertoont.

Jacobus als pelgrim. Miniatuur, 15de eeuw. Parijs, Mus. Jacquemart-André
Jacobus als pelgrim. Miniatuur, 15de eeuw. Parijs, Mus. Jacquemart-André

De heilige Jacobus is getooid met een Jakobsschelp op de vooraan opgeslagen rand van zijn hoed of op een ander kledingstuk. Soms is de schelp vastgebonden aan de pelgrimssstaf. Daarnaast droeg hij als versiersel op de hoed, elders op de kledij of op de reistas, een of meer pelgrimstekens, insignes of "vestelkens" genaamd: dat zijn kleine metalen (tin-loodlegering) "pins" in de vorm van een kamschelp, mini-stafje (enkel of gekruisd), enz.

Jacobus als pelgrim. Stenen beeld, 15de eeuw. Parijs, Louvre.
Jacobus als pelgrim. Stenen beeld, 15de
eeuw. Parijs, Louvre.
Jacobus. Le Puy, O.L.V.-kathedraal
stenen beeld van Jacobus. Le Puy (Frankrijk), O.L.V.-kathedraal

Een nieuw pelgrimsattribuut kwam er vanaf halfweg de 15de eeuw bij: de kalebas, die gebruikt wordt als drinkfles. Deze hangt dikwijls, zoals ook de reistas, aan de pelgrimsstaf. Soms is de drinkbus aan de gordel vastgehecht of bengelt ze aan een smalle riem op de rug.

in de 16de eeuw

In de 16de eeuw was de mengvorm-periode van apostel/bedevaarder helemaal voorbij. De metamorfose van apostel naar pelgrim was compleet. Jacobus werdt nu van kop tot teen realistisch uitgedost als een pelgrim. Maar toch bleef hij hier en daar nog de lange tuniek en brede mantel dragen en liep hij barrevoets, wat moest herinnereren aan zijn apostel-zending.

Jacobus met vermoeide gelaatstrekken. Rothenburg ob der Tauber. Jacobuskerk, hoofdaltaar
Jacobus met vermoeide gelaatstrekken. Rothenburg ob der Tauber. Jacobuskerk, hoofdaltaar
Jacobus als pelgrim. 1520. Freiburg, O.L.V. Hospitaal
Jacobus als pelgrim. Houten beeld, 1520.
Freiburg, O.L.V. Hospitaal

In deze eeuw kwamen er nieuw pelgrimsattributen bij: een schoudermanteltje, meestal uitgevoerd in vaste stof of leder, dat de vorm had van een brede kraag en meestal enkel de schouders en borst bedekte. Dit schoudermanteltje moest, samen met het eraan vastgehechte kapje (kaproen), de pelgrim beschermen tegen regen en sneeuw.

Soms was Jacobus volledig uitgedost in de dracht van die Renaissance-tijd, vooral op voorstellingen uit de volksdevotie, zoals bidprentjes. Jacobus was trouwens in die tijd niet meer de enige patroon van de bedevaarders. Ook zijn "concurenten", de H. Judocus en de H. Rochus, verschenen in de Nederlanden in pelgrimspak.

in de 17de en 18de eeuw

Jacobus als apostel. Jan Baptist Van der Haeghen, 1724. Brussel, kerk O.L.V. van Goede Bijstand
Jacobus als apostel. Jan Baptist Van der Haeghen, 1724. Brussel,
kerk O.L.V. van Goede Bijstand

In de 17de eeuw, in de periode van de Barokkunst en van de Contra-reformatie (na het Concilie van Trente), haalde de voorstelling van St.-Jakob als apostel het weer op de pelgrimsafbeelding (deze laatste zet zich wel verder door in de volkskunst). Hij werd imposant en in een theatrale houding voorgesteld als apostel met

  • plechtig gedrapeerde kleren (tuniek en pallium).
  • een evangelieboek in de hand.
  • het zwaard van zijn martelaarschap (dat opgang maakte in de 13de eeuw), dat op sommige voorstellingen terugkomt.

Jacobus als pelgrim. kopergravure. Jacob Matham, 1624
Jacobus als pelgrim. koperets. Jacob Matham, 1624

De vele pelgrimsattributen daarentegen werden tot een minimum herleid.

  • De pelgrimsstaf blijft en wordt langer. Iets onder de knop bovenaan is er meestal een tweede knopvormige ronding aangebracht. Tussen beide knoppen is vaak een haak, waaraan de reistas of de kalebas (drinkkruik) kan worden opgehangen.
  • De schoudermantel (vaak "collet" genoemd) handhaaft zich ook en is zelfs vanaf de late Middeleeuwen het herkenningsteken bij uitstek geworden van de pelgrim.
  • De grote pelgrimshoed, versierd met schelpen en andere insignes zoals mini-stafjes, is teruggeworpen in de nek of op de schouder.
  • Het schoeisel is soms vervangen door stevige hoge laarzen.
  • De pelgrimstas komt nu minder voor.
  • Ook de lederen voorraadtas verdwijnt naar de achtergrond.

als bisschop

St. Jakob. Deel van preekstoel, 1863. Lichtervelde, St. Jacobuskerk
St. Jakob. Deel van preekstoel, 1863. Lichtervelde

In de Baroktijd en ook daarna werd St. Jakob - volgens de overlevering de eerste bisschop van Spanje! - soms voorgesteld als bisschop, gehuld in pontificale kledij, bijv. op reliekurnen. Of misschien was er hier enige verwarring met zijn naamgenoot en mede-apostel Jacobus de Mindere, die de eerste bisschop van Jeruzalem is geweest.

als ridder ("morendoder")

Jacobus verschijnt bij de slag van Clavijo. devotieprent, 17de eeuw.
Jacobus' verschijning tijdens de slag van Clavijo. Devotieprent, 17de eeuw.
Santiago, gezeten op zijn wit paard, velt een Moor
Santiago, gezeten op zijn wit paard, velt een Moor

Vanaf de late Middeleeuwen wordt de H. Jacobus, vooral in Spanje, maar ook elders in Westelijk Europa, in de religieuze kunst soms afgebeeld als een strijdlustige ridder of kruisvaarder, gezeten op een (steigerend) wit paard. Hij is gehuld in apostolische kledij (een lange tuniek en toga). Hij draagt een breedgerande hoed, die vooraan is opgevouwen en versierd met een of meer schelpen. In de opgeheven rechterhand zwaait Jacobus met een zwaard of sabel. In zijn linkerhand houdt hij een banier of een ovalen schild vast. Op dat schild prijkt ofwel een Grieks kruis, met de 4 uiteinden in de vorm van een schelp (leliebloem?) ofwel een roodkleurig zwaard in kruisvorm, het embleem van de militair-religieuze ridderorde van St.-Jacob. Een enkele keer draagt de heilige een harnas, al dan niet met helm. Onder de hoeven van het rijdier ligt gewoonlijk een overwonnen Moorse krijger.

St. Jakob, de Morendoder. Villadangos, Hospital de Orbigo
St. Jacob, de "Morendoder". Villadangos, Hospital de Orbigo.

Deze weinig vreedzame voorstelling van Jacobus vloeit voort uit een wijd verbreide legende. Tijdens de veldslag van Clavijo, omstreeks 840, tussen de Noord-Spaanse christenen en de Moorse overheerser, zou de apostel in het heetst van de strijd zijn verschenen als een gewapende ruiter op een witte schimmel en bezorgde de christelijke troepen, die dreigden in de pan te worden gehakt, de zegepraal. Zo kwam Jacobus aan zijn naam "Matamoros" (Spaans voor "Morendoder"). In onze streken komen afzonderlijke "Matamoros"-afbeeldingen van St. Jakob als ridder bijna niet voor, behalve in de schilderkunst, op miniaturen, vlaggen en votiefpanelen van broederschappen. Meestal wordt de ten strijde trekkende apostel getoond binnen het groter verband van de slag van Clavijo.

ruiterstandbeeld van St. Jakob, de Morendoder. Logorono, Santiagokerk.
Ruiterstandbeeld van St. Jacob, de "Morendoder". Logorono, Santiagokerk.

© Willem Wylin - Copyright 2007- . Alle rechten voorbehouden. Contact: E-mail