|
|
H. Land - heiligdommen buiten Jeruzalem |
de zilveren ster op marmeren ondergrond, die de geboorteplaats van Jezus aanduidt. Bethlehem, Geboortekerk, crypte.
Uit de reisverslagen vanaf de eerste eeuwen (het oudst bewaarde dateert van 333-334) blijkt dat de bedevaarders naar het H. Land hun bezoek niet beperkten tot Jeruzalem, maar - als ze beschikten over voldoende tijd en geld - van de gelegenheid gebruik maakten om ook naar andere bezienswaardigheden (plaatsen, voorwerpen en relieken) te trekken, die verband houden met het leven van Jezus, Zijn moeder Maria en Zijn leerlingen, zoals vermeld worden in het Nieuw Testament, in legenden en allerlei apocriefe verhalen. Ook enkele plekken, die herinneren aan Oud-Testamentische personen en gebeurtenissen, kwamen in aanmerking.
in Palestina
kaart van Palestina ten tijde van Jezus, bij het begin van onze tijdrekening.
Het merendeel van de trekpleisters voor middeleeuwse bedevaarders (en hedendaagse toeristen!) lag in Palestina (Galilea in het Noorden, Samaria in het midden, en Judea in het zuiden).
de geboortebasiliek in Bethlehem (334), met rechts onder de kleine en lage ingang, het "poortje van de nederigheid". Deze kerk, opgericht onder keizer Constantijn in 334 boven de grot, die zeker al sedert de 2de eeuw als geboorteplek van Jezus werd beschouwd, was de eeuwen door een absolute topper voor de pelgrims. De basiliek zélf wordt beheerd door de Grieks-Orthodoxen, de aangebouwde kerk door de katholieken. |
|
Nazareth is de stad in Galilea waar Jezus opgroeide. In de Annunciatie-basiliek is nog deze grot bewaard, waarin, volgens de overlevering, de aartsengel Gabriël verscheen aan de maagd Maria en haar aankondigde dat zij over enige tijd de Zoon van God ter wereld zou brengen. In het altaar is de latijnse tekst gebeiteld "Verbum caro hic factum est" ("Hier is het Woord vlees geworden"). Elders in Nazareth was ook nog het H. Huisje te bekijken, waarin Jezus zijn kindertijd doorbracht met Maria en Jozef. |
|
de rivier de Jordaan (die via het Meer van Galilea naar de Dode Zee stroomt), waarin Jezus werd gedoopt door Johannes de Doper. Op de veronderstelde plek van het doopsel sprongen de pelgrims in de Middeleeuwen met al hun kleren aan in het water om zich te verzadigen van genade en vulden er flesjes met helige water. Volgens de meeste archeologen en bijbel-deskundigen moet de doopplaats worden gesitueerd in de nabijheid van Jericho. Ook Jardenit (of Yardenit), ten zuiden van het meer van Galilea, wordt door vele christenen als de mogelijke doopplaats beschouwd. Tal van bekeerlingen laten zich hier ook dopen door onderdompeling in het water van de Jordaan. |
|
Het meer van Galilea, zoals de 19de eeeuwse Engelse schilder David Roberts het zag. Wordt vaak het meer van Gennesaret ofwel het meer van Tiberias genoemd, naar de stad Tiberias, de grootste plaats die aan dit meer ligt. Een deel van Jezus' leven en prediking speelde zich hierrond af. Hij woonde een tijdlang in Kafarnaüm, waar hij enkele vissers recruteerde als zijn apostelen. Een aantal bekende verhalen uit de evangelieën, zoals de wonderbare broodvermenigvuldiging, de genezing van Petrus' schoonmoeder, en Jezus wandelend op het wateroppervlak, spelen zich op en rond dit meer af. |
|
Luchtfoto van Kafarnaüm, aan de oever van het meer van Tiberias. Deze plek gebruikte Jezus, in het begin van Zijn openbaar leven, als uitvalsbasis voor zijn prediking in Galilea. Het was de woonplaats van verscheidene vissers, die Jezus leerlingen werden: de broers Simon Petrus en Andreas, de broers Jacobus en Johannes en Matteüs. Links de resten van het huis van Petrus (onder een afdekplaat) en rechts de ruïnes van een 3de eeuwse joodse synagoge. Eronder zijn de fundamenten bewaard van de synagoge, waaarin Jezus tal van genezingen verrichtte. |
|
Tabgha, aan de oever van het Meer van Galilea, is de plaats van de wonderbare vermenigvuldiging van 5 broden en 2 vissen (Mc, 6, 30-46) door Jezus om er de menigte mee te voeden. In 1932 legden Duitse archeologen er de ruïnes bloot van een 6de eeuwse kerk, o.m. deze mozaiek, naast een grote rotsblok op de vloer, onder het altaar van het huidige heropgebouwde kerkgebouw. Tabgha is ook de plek waar Jezus na zijn verrijzenis voor de 3de keer verscheen aan Zijn leerlingen, met hen de maaltijd nam (Joh. 21-24) en Petrus de leiding gaf over de Kerk. Op de plek van die verschijning staat nu de Kerk van het Primaatschap van Petrus. |
|
Cana is de plaats in Galilea waar Jezus zijn eerste mirakel deed, nl. tijdens een bruiloft water in wijn veranderen. Behalve in het Johannes-evangelie wordt Cana elders in de bijbel nergens vermeld. Onder bijbelgeleerden bestaat grote onenigheid over de vraag of Cana wel ooit heeft bestaan, en zo ja, op welke plaats. Maar liefst 4 dorpen komen hiervoor in aanmerking. Sinds de 8ste eeuw vereenzelvigen de christenen het Cana uit het evangelie van Johannes, met dit dorp Kafr Kanna, 7 km ten noord-oosten van Nazareth. Twee kerken zijn er aan het wijnwonder gewijd: een Grieks-orthodoxe (in het midden), waar 2 kruiken van de bruiloft worden bewaard, en een katholieke kerk (links op de foto), beheerd door de Franciscanen. |
|
de berg Tabor in Galilea, waarop, volgens de christelijke overlevering, de Gedaanteverandering (Transfiguratie) van Jezus plaats had. Dit wonderbaarlijke wordt enkel vermeld in het Marcus-evangelie, waarin alleen sprake is van een "hoge eenzame berg". Zeker al vanaf de 6de eeuw werd deze 588 meter hoge berg Tabor door de christenen beschouwd als die van de Gedaanteverandering. Op de top stonden 3 kerken als symbool voor de 3 tenten, die Petrus aan Jezus voorstelde om op te slaan. Thans wordt de plek van de Gedaantewisseling aangegeven door een Franciscaner-kerk. |
|
Shechem, in Samaria, waar Jezus bij de put van de aartsvader Jakob ging rusten en er zich onderhield met de Samaritaanse vrouw (Joh. 4, 5-6). De oude stad Shechem, waar de graftombe van de patriarch Jakob door de Joden wordt vereerd, bevond zich in de vallei tussen de berg Gerizim (links) en de berg Ebal (vooraan), met op de achtergrond het huidige Nablus, een stad op de door Israël bezette westelijke Jordaanoever. |
|
Bethanië lag op de oostelijke helling van de Olijfberg, op enkele kilometers van Jeruzalem. Als locatie van deze plaats wordt vaak de huidige Palestijnse stad El-Azarieh genoemd. Daar woonde Lazarus met zijn zussen Maria en Martha, die goed bevriend waren met Jezus. Deze laatste verrichtte in Bethanië een van zijn meest spectaculaire wonderen, nl. de opwekking van Lazarus uit de dood. Op de foto ziet men de ingang van het graf van Lazarus. |
|
Ein Kerem, enkele kilometers ten westen van Jeruzalem, is volgens de overlevering de geboorteplaats van Johannes de Doper. Het is ook de plaats waar de maagd Maria een bezoek bracht aan Elisabeth en Zacharias, de ouders van Johannes de Doper, en er de lofzang uitsprak, die bekend bleef als het Magnificat (Lukas 1,46). In het midden staat de Visitatie-kerk, als blijvende herinnering aan deze ontmoeting van Maria met de ouders van Johannes de Doper. |
|
Jericho in Judea, niet ver van de rivier de Jordaan, wordt beschouwd als een van de oudste steden van de wereld, die in de 9de eeuw voor Christus zou zijn opgericht. De "palmenstad" Jericho, met zijn bloeiende oase en grote voorraden drinkwater, was een aantrekkelijke stopplaats langs de drukke handelsroute, ten noorden van de Dode Zee. Volgens het Nieuwe Testament was het in Jericho dat Jezus 2 blinden genas en de plaatselijke Joodse oppertollenaar Zacheüs bekeerde. Nabij Jericho vastte Jezus 40 dagen in de woestijn en speelde zich de parabel af van de barmhartige Samaritaan. Vele H. Land-pelgrims brachten een palmtak uit Jericho als insigne mee naar huis. |
|
Hebron in Judea, waar de Grot van de Patriarchen staat, die zowel voor joden, moslims als christenen een heiligdom en pelgrimsoord is geweest. Dit gebouw wordt traditioneel beschouwd als de plaats waar de aartsvaders en hun vrouwen Abraham, Sara, Izaäk, Rebekka, Jakob en Lea begraven zijn. Op deze plaats was enige tijd een christelijk heiligdom, waarvan nog resten terug te vinden zijn in de architectuur van het heiligdom. Later, toen moslims de stad veroverden, werd er een moskee van gemaakt. Hebron is, net zoals Jericho, een van de oudste steden in het Midden-Oosten en een van de oudste steden van de wereld die onafgebroken bewoond is gebleven. |
|
buiten Palestina
christelijke bedevaartsplaatsen in het Midden-Oosten tijdens de Middeleeuwen
Tijdens hun lange tocht, over land of over zee, naar het H. Land konden de middeleeuwse bedevaarders onderweg een aantal bekende plaatsen in het Midden-Oosten bezoeken, om er het graf of de relieken van een bijbelse figuur, heilige of martelaar te vereren.
Het beroemde St.-Catharina klooster in de Sinaï-woestijn in Egypte, gebouwd onder keizer Justinianus in de 6de eeuw, is een van de oudste ter wereld. De ommuring en verdedigingswerken waren nodig om het klooster met zijn vele kostbare schatten, zoals het gebeente van de H. Catharina, aloude handschriften en iconen, te beschermen tegen woestijnrovers. Tot in 1480 stond dit klooster-fort op het menu van bijna elke Jeruzalemganger. Er was er een uitgebreid gastenkwartier om in dit desolate en eenzame gebied een groot aantal pelgrims op te vangen. Het klooster ligt aan de voet van de Djebel Musa, de heilige berg Sinaï, - bijna 2300 meter hoog - waarop Mozes van God de stenen tafelen met de 10 geboden ontving. |
|
In de havenplaats Efeze, aan de westkust van Klein-Azië (in de huidige Turkse provincie Izmir), vereerden de pelgrims het graf van de H. apostel en evangelist Johannes (zie foto). Het graf bevindt zich in de ruïnes van de St.-Johannesbasiliek, gebouwd rond het jaar 400 op de heuvelflank van de stadscitadel, en van 535 tot 540 compleet herbouwd onder keizer Justinianus I. Op een heuvel aan de andere kant van Efeze, stond het huis van Maria. Paulus schreef in deze stad zijn brief aan de Efeziërs en de Handelingen van de Apostelen. In 431 had er in Efeze een Concilie plaats in de pas gebouwde christelijke basiliek, gewijd aan de Theotokos (Grieks voor "Moeder Gods", Maria). |
|
In Myra, aan de zuidkust van Klein-Azië, brachten de voorbijtrekkende pelgrims een bezoek aan het graf van de 4de eeuwse bisschop St.-Nicolaas, een van de meest gevierde en populairste heiligen in de Byzantijnse kerk. In de 6de eeuw werd een naar hem genoemde basiliek gebouwd, die 2 eeuwen later werd herbouwd. Sinds zijn lichaam in 1087 werd overgebracht naar Bari (Z.-Italie) steeg zijn populariteit in het Westen, maar Myra verloor wel zijn aantrekkingskracht als pelgrimsoord. In 1963 werden delen van de in verval geraakte kerk opgegraven. Daarin bevonden zich enkele vroeg-christelijke mozaïeken, fresco's en sarcofagen, o.m. de tombe (zie foto) en enkele beenderen van St.-Nicolaas. |
|
Antiochië (de huidige Turkse havenstad Antakya), speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van het vroege christendom. Het was de zetel van één van de 5 patriarchaten van de vroege Kerk. De stad bezat veel martelarengraven en kerkgebouwen ten hunner ere. De bekendste is de Grot van Petrus (zie foto), waarin volgens de overlevering de eerste christelijke gemeenschap rondom Petrus, Paulus en Barnabas bijeenkwam. Deze in de rotswand uitgehouwen schuilkerk werd door de kruisvaarders verder uitgebouwd. Veel pelgrims bezochten nabij Antiochië een basiliek, toegewijd aan de 6de eeuwse H. Simeon de Styliet, die er 45 jaar leefde bovenop een 12 m. hoge zuil, waarvan het voetstuk bewaard is gebleven. |
|
Edessa, in Mesopotamië (nu de Turkse stad Sanliurfa), waar vele middeleeuwse pelgrims het Mandylion, ook wel Kleed van Edessa genoemd, kwamen bekijken. Volgens een legende schreef de invalide koning Abgar van Edessa een brief aan Jezus met een vraag om genezing. De apostel Judas Thaddeüs bracht een kleed naar Edessa, met daarop een ("door God en niet door mensenhanden" gemaakte) afbeelding van Jezus' gelaat. Bij het aanschouwen ervan genas de koning op miraculeuze wijze. In 944 werd het Mandylion overgebracht naar Constantinopel en in 1204 door de kruisvaarders meegenomen naar West-Europa. Sindsdien is er niets meer van vernomen. Er zijn 2 copieën bewaard gebleven: in de privé-kapel van de paus én in Genua (zie foto). |
|
Constantinopel of Byzantium, het huidige Istanbul, was naast Jeruzalem dé aantrekkingspool in het Oosten voor de middeleeuwse bedevaarders. Werd in 330 hoofdstad van het Romeinse Rijk en vanaf 395 van het Oostelijke deel ervan, later Byzantijnse Rijk genoemd. In 1204 namen de kruisvaarders Byzantium in en versleepten ontelbare kostbaarheden en relieken, afkomstig uit het hele Oosten, naar West-Europa. De beroemdste kerk is ongetwijfeld deze imposante 6de eeuwse kathedraal Hagia Sophia, na de inname door de Ottomanen in 1453 tot moskee omgevormd en nu een museum. |
|
|