|
Moorslede tijdens WO I. Tekening door een Duitse soldaat (coll: Wilfried Deraeve, Oostnieuwkerke) 1914 - Duitsland verklaart de oorlog aan België op 4 augustus. Duitse troepen vallen ons land binnen en talloze vluchtelingen van over héél Vlaanderen stromen toe in West-Vlaanderen, ook in Moorslede. Niettemin openen alle dagscholen in het centrum, de 4 wijkscholen en het pensionaat op 1 oktober hun deuren. Maar slechts de helft van de 80 ingeschreven pensionairen daagt op. Omdat Moorslede in snel tempo in de strijdlijn komt te liggen halen veel ongeruste ouders hun dochter weer naar huis. de voorhoede van de beruchte Duitse patrouilles te paard, de Ulanen Wanneer op 9 oktober de eerste beruchte Ulanen (Duitse verkenningstroepen te paard) worden gesignaleerd brengen 2 zusters-"meesteressen" 7 kostschoolmeisjes uit de omgeving van Oostende veilig naar huis. Omdat de Duitse linies al te ver zijn doorgestoten naar de Westhoek kunnen beide zusters niet meer terug naar Moorslede en krijgen van Moeder Veronica - per telegram - de raad om naar het filiaal in Knokke-Heist te gaan, waar ze de hele oorlog zullen blijven. een drietal Duitse militairen poseert met het klooster als decor (Foto: coll. Wilfried Deraeve, Oostnieuwskerke) Bij het naderen van de geregelde Duitse troepen gaan alle scholen van de zusters in Moorslede dicht vanaf 18 oktober. 's Anderendaags, op 19 oktober - "Schuwe Maandag" genoemd - slaat een groot deel van de Moorsleedse bevolking hals over kop, "met pak en zak", op de vlucht. Een drietal zusters vertrekt in allerijl richting Zonnebeke om de 13 resterende kostschoolmeisjes uit de Westhoek (Ieper, Poperinge en Pollinkhove) naar huis te begeleiden. Ook de novicen en de postulante Maria Alderweireldt mogen naar huis, maar ze verkiezen te blijven. de "Villa Jeanne d'Arc" in Chars Diezelfde dag nog vertrekken 3 zusters met de 31 weesmeisjes uit Moorslede en belanden - via tussenhaltes in Zonnebeke, Poperinge, Proven en Parijs - uiteindelijk in een onbewoonde "Villa Jeanne d'Arc" in Chars (halfweg tussen Parijs en Beauvais, Frankrijk). Daar zullen ze - samen met tal van kinderen van vluchtelingen - tot augustus 1919 verblijven, met de goedkeuring van de Belgische regering in ballingschap in Le Havre. bij het naderen van de Duitse troepen slaat de burgerbevolking massaal op de vlucht Op de avond van diezelfde 19 oktober bestormen zo'n 200 Duitse militairen het klooster. Ze menen licht te hebben zien branden in de kapeltoren en vrezen dat Britse militairen of spionnen er zich verschuilen. Ze bedreigen moeder-overste Veronica Forman en directeur Verhelst met een revolver. Als blijkt dat zich geen vijandelijke troepen verschansen in het klooster gaan de Duitse bestormers onverrichterzake weg. 's Anderendaags worden gewonde Duitse soldaten van het front overgebracht naar het klooster, het pensionaat, de schoolgebouwen, de kapel en het St.-Elisabeth-hospitaal. De refter van het pensionaat is herschapen in een operatiekamer. De zusters springen bij voor verzorging, voeding, wassen en waken. Duitse soldaten op de markt van Moorslede
openluchtdienst (= "Feldgottesdienst") van Duitse militairen. Markt van Moorslede, 1915
Duitse dodenherdening op militair kerkhof (11 september 1915), met op de achtergrond het klooster van ten Bunderen (coll: Wilfried Deraeve, Oostnieuwkerke) Overal in Moorslede worden rustkwartieren ingericht waar, tijdens de hele oorlog, afgeloste Duitse frontsoldaten nieuwe krachten komen opdoen. Er zijn voor hen tal van nutsvoorzieningen: een bad- en ontluizingsdienst, een washuis, een smidse, een schrijnwerkerij, een muziekhuis en zelfs een "veldbioscoop" en "casino"! het Redemptoristenklooster in Roeselare (19de eeuw) Op 2 november wordt directeur Verhelst, samen met 6 andere geestelijken uit de omgeving, o.w. onderpastoor Camiel Roffiaen, onder verdenking van spionage, gevangen gezet in een huis. Drie dagen later sluiten de Duitsers hen, onder strenge bewaking, op in het Redemptoristen-klooster in Roeselare. bericht in de Duitse krant "Berliner Morgenpost" (12/2/1915) Het westelijk deel van Moorslede verwoest, en toch nog 2 nonnen op post!! Op 17 november moeten alle 50 zusters het klooster ontruimen, omdat de Duitsers er een hospitaal willen installeren. Na een voorlopig verblijf van 2 dagen in het St.-Elisabethospitaal worden ze op 20 november allemaal als gevangenen op transport gezet naar Roeselare en daar ondergebracht in het klooster van de Arme Klaren. Twee zusters blijven achter in het hospitaal van Moorslede om er de hele winter lang de zieken te verzorgen. Een Duitse soldaat Br. Löffler schrijft voor een Berlijnse krant dit gedicht, opgedragen aan deze 2 lieve zorgzame zusters. klooster van de Arme Klaren in Roeselare op een oude ansichtkaart (ca 1900) Op 21 november moet Moeder Veronica, onder geleide van een Duitse soldaat, naar Moorslede om er de brandkast van de sacristie open te maken. De Duitsers dachten ten onrechte dat er een telefoon in verstopt zat. Zr Veronica keert terug naar Roeselare met heel wat kostbaarheden, zoals kerkgewaden en ornamenten. straattafereel tijdens WO I bij het klooster (coll: Wilfried Deraeve, Oostnieuwkerke) Op 25 november mogen 40 verbannen zusters met een goederentrein vanuit Roeselare vertrekken naar Brugge. 's Anderendaags trekken 15 van hen te voet verder naar het filiaal in Waardamme, de 25 andere gaan naar het bijhuis van Oedelem, waar het noviciaat wordt ingericht. De jonge zusters studeren en krijgen les van ervaren onderwijszusters. Zo bereiden ze zich voor op de zitting van de Centrale Examen-Commissie in Gent en Brussel, om een diploma te behalen van onderwijzeres (lager en kleuteronderwijs). Moeder Veronica blijft met de oudste en enkele zieke zusters achter bij de Arme Klaren in Roeselare. "Feldpost-Karte" met zicht op Moorslede tijdens WO I (coll: Wilfried Deraeve, Oostnieuwkerke) Op 7 december, tijdens een onderhoud in de Duitse "Kommandatur", verkrijgt Moeder Veronica de vrijlating van directeur Verhelst. Hij moet wél binnen de stad Roeselare blijven en riskeert de doodstraf als hij het grondgebied van Moorslede betreedt. Verhelst mag logeren bij deken De Saegher en komt voortaan elke dag de Mis celebreren voor de zusters bij de Arme Klaren. Unieke foto (19/1/1916): Duitse gekwetste soldaten in het klooster van Moorslede, ingericht als lazaret (coll: Wilfried Deraeve, Oostnieuwkerke)
Verplegend personeel op een binnenkoer van het klooster. Duitse postfoto (1916). 1915 - In mei mag Moeder Veronica van de Duitsers naar Oedelem gaan om er 12 zusters op te halen. Samen met 7 zusters voegt ze zich bij de 2 achtergebleven medezusters in het hospitaal van Moorslede, om samen de gewonden te verzorgen. Tegelijk gaan 2 zusters mee om de wijkschool op "'Kruiske" te heropenen en 3 andere voor de school van Slyps. Omdat de Duitsers de kloosterkapel en de parochiekerk gebruiken als lazaret gaan de 15 Moorsleedse zusters elke zondag naar de hoogmis in Slyps. Vooraan: klooster (rechts), school (midden) en kapel (links) in Oostnieuwkerke. De achtervleugel van de school (met rode kruis vlag op het dak), ingericht als veldhospitaal ('Feldpost'-kaart van 1916. Coll.: Wilfried Deraeve, Oostnieuwkerke)
rechts, helemaal aan het eind van de Lepelstraat stond het huis van de zusters
in het hoekcafé, waar mensen buiten staan, gaven de 2 zusters les
Camiel Roffiaen, onderpastoor van Moorslede Op 26 augustus 1915 mag de vrijgelaten Moorsleedse onderpastoor Camiel Roffiaen naar Oostnieuwkerke gaan om er dienst te doen als pastoor. Twee van de verbannen zusters in Roeselare, Zr. Lucia en Zr. Ignatia, krijgen van de Duitsers de toelating om een lagere school te heropenen in Oostnieuwkerke. Ze kunnen echter niet terecht in het bestaande schoolgebouw, omdat het door de Duitsers is ingericht als lazaret. Ze mogen logeren in een privé-woning van 3 juffrouwen Vereecke in de Lepelstraat, nr 10 (een winkel van voorwerpen in verglaasd aardewerk). Vanaf 20 september geeft een van hen les aan de oudere leerlingen in de bovenzaal van de herberg "Sint-Hubert" op het dorpsplein bij de kerk. De andere onderwijst de kleintjes op een zolder. Duitse militairen bij het hospitaal van Moorslede (25 juli 1917) 1917 - Begin augustus barst een zwaar offensief los van de Gealliëerden. De 2 zusters van Oostnieuwkerke gaan schuilen op een afgelegen boerderij maar moeten na een 3-tal weken op de vlucht slaan voor het geallieerde artillerievuur. Na veel omwegen komen ze terecht in het filiaal in Oedelem. Halfweg september worden Moorslede en omgeving helemaal ontruimd. Alle zusters in het hospitaal en in de wijkscholen gaan te voet naar het klooster van de Arme Klaren. Ze schuilen er in de kelders van het klooster, want ook Roeselare wordt hevig gebombardeerd. de Moorsleedse Schoolstraat in puin Het oorlogsgeweld wordt zo gevaarlijk dat alle 27 zusters en directeur Verhelst hun schuilkelders verlaten op 30 september. Met de trein, in een veewagon, vluchten ze naar een huis in de Bergstraat, nr 53 in Jette, ter beschikking gesteld door Emma Forman, een zus van Moeder Veronica. Een van de kamers is ingericht als kapel, waar de directeur elke dag de mis opdraagt. In dat huis verblijft nog een priester, Armand Osselaer, een neef van moeder Veronica. Daar zullen de zusters verblijven tot 1919. Via de pauselijke nuntiatuur in Brussel kunnen eondelijk de eerste schaarse berichten worden uitgewisseld met de naar Frankrijk en Engeland gevluchte medezusters. kerk en aanpalend klooster (links) van de Paters Redemptoristen in Jette Tal van kostbaarheden, kunstwerken en godsdienstige voorwerpen (gewijde vaten, misgewaden, kerkornamenten) van het klooster in Moorslede waren al in het begin van de "Grote Oorlog" door directeur Verhelst in kisten, bakken en koffers verpakt en overgebracht naar het klooster van de Paters Redemptoristen in Jette, waar ze zo ontsnapten aan de vernielingen. de meisjesschool van Corroy-le-Château (begin 20ste eeuw) Op dringende vraag van de plaatselijke markiezin de Trazegnies worden 4 zusters op 5 september uitgestuurd naar Corroy-le-Château (nabij Gembloux in de provincie Namen) om er les te geven in de plaatselijke leegstaande zusterschool. Ze zullen er blijven tot 22 oktober 1919. detail van militaire luchtfoto met het vrijwel volledig platgesmeten kloostercomplex
het centrum van Moorslede na Wereldoorlog I 1918 - Op 11 november is het Wapenstilstand. Dit betekent het einde van 4 jaar oorlog, maar niet van de ellende. Tijdens het zware slot-offensief van de Geällieerden in het najaar van 1917 zijn het klooster, het hospitaal en de parochiekerk in Moorslede kompleet vernield. Nog slechts een paar stukken muur staan overeind. Het hele centrum van de gemeente is herschapen in één grote puinhoop, vol bommenkraters, en blijft nog vele maanden ongenaakbaar. Moorslede is, na 4 jaar nabij de frontlijn, stilaan herschapen in 'n maanlandschap
|