|
oudste voorstelling van het klooster en de scholen in Moorslede (1840)
wat voorafging...In Moorslede is er zeker al sinds het einde van de 16de eeuw een schoolmeester, bezoldigd door de gemeente. Er waren ook vrouwen die op eigen initiatief in hun huis kinderen leerden lezen. In 1645 liet de parochie een schooltje bouwen, waarbij de opeenvolgende kosters belast werden met het onderricht van de kinderen.1775 - Philippus-Benedictus Petyt, de pastoor van Moorslede (tussen 1757 en 1780), beslist om een parochiale "Sondagh Schole" op te richten, en krijgt hierbij de vrijwillige hulp van 3 "godvruchtige juffrouwen". notariële akte van de fondatie voor de zondagsschool in Moorslede (18/9/1777) Pastoor Petyt laat de officiële akte van fondatie schrijven bij een notaris en deponeert zijn schenkingen van in totaal 500 ponden grote bij de Paters Dominicanen in Ieper. De jaarlijkse 3% rente (= 15 ponden grote) zal worden aangewend om met Kerstmis "Cleederen, lijnwaet, Coussen, hoeden, mutsen ende boucken" te kopen voor de arme kinderen. slotparagraaf van het testament van pastoor Petyt, met zijn handtekening en die van o.m. onderpastoor Dumortier 1780 - In zijn testament bekrachtigt pastoor Petyt zijn fondatie van 1777 én voegt daar nog eens 300 ponden grote aan toe plus een door hem aangekocht stuk grond, vlakbij het kerkplein. Bij zijn dood heeft pastoor Petyt dus in totaal 993 ponden grote en 17 schellingen bij elkaar gespaard. Daarvan zal later 500 ponden grote verloren gaan, wanneer de Franse Revolutionaire bezetter in 1797 het Dominicanenklooster in Ieper opheft en alle (ook financiële) bezittingen in beslag neemt. tegen de koorgevel van de Moorsleedse kerk staat deze grafsteen (de enige die WO I overleefde!) van pastoor Maddens 1782 - De volgende Moorsleedse pastoor Carolus-Ignatius Maddens (van 1780 tot 1793) laat vlakbij het kerkplein een "Armenschool" optrekken, met aalmoezen van begoede parochianen. Dit "huis tot onderwijs der arme kindren van beide geslachten", onder de bescherming van de H. Vincentius a Paulo, bestaat uit 2 klaslokalen, door een gang gescheiden van een keuken en een eetkamer. cijnsbrief voor de grond van de Armenschool (28 november 1782) Het schoolgebouwtje staat op een stuk cijnsgrond met een oppervlakte van 39are 62ca, die ter beschikking is gesteld door graaf Joseph de Croix, Heer van Dadizele en Moorslede. Elk jaar moet hem een pacht worden betaald van 26 Parijse ponden. Het domein grenst ten noorden aan het kerkplein, ten westen aan de Dadizelestraat, ten zuiden aan de Ieperstraat en ten oosten aan een voetweg nr 70 (met aan de overkant de omwalde pastorie en bijhorende tuin). 1783 - Pastoor Maddens stelt vier welwillende godvruchtige "schooljuffrouwen" aan, die elke weekdag gratis een paar uren les geven aan de arme kinderen, maar die niet verbonden zijn aan de armenschool en evenmin gebonden door kloostergeloften. Terzelfdertijd kijkt hij uit naar een "honkvaste juffrouw" die de nieuwe school voltijds kan besturen. Moorslede in 1813 (tekening van Seraphin Vermote) 1785 - Pastoor Maddens verzoekt de 33-jarige Zr. Carolina Verhelst, afkomstig uit Dadizele, om de leiding van de gemeenschap van zijn parochiale school te aanvaarden. Op bevel van de Oostenrijkse keizer Jozef II was Zr. Carolina, 2 jaar voordien, op 26 juni 1783, samen met 14 medezusters verdreven uit het klooster van Ten Bunderen-Coninkcxdaele in de Rijselstraat in Ieper. Sindsdien verbleef ze, samen met 4 andere zusters, o.w. priorin Agnes De Wilde, in een huisje in de Ieperse Boterstraat. Zr. Caroline gaat in op de vraag van pastoor Maddens. En zo keren de Bundernonnen, na bijna 2 eeuwen in Ieper, terug naar Moorslede. hoe komt pastoor Maddens bij Zr Carolina Verhelst terecht?
Van pastoor Maddens bleef geen afbeelding bewaard, wél dit handschrift (26 mei 1789) Het antwoord op deze vraag is misschien héél simpel. Zowel pastoor Maddens als Zr Carolina Verhelst zijn allebei afkomstig van het vlakbij gelegen Dadizele. Het is bijgevolg helemaal niet uitgesloten dat Maddens via de familie Verhelst, die een herenboerderij heeft bij het centrum van Dadizele, op de hoogte is van het het trieste lot van de Bunderzusters in het algemeen, en van hun dochter in het bijzonder. Dat Zr. Carolina een korte tijd school had gehouden voor arme soldatenkinderen, om alsnog aan de suppressie te ontsnappen, strekt ongetwijfeld tot aanbeveling. de Ieperse kanunnik Joannes Van Roo (ets, 18de eeuw), de redder van de Zusters van Ten Bunderen in 1785? Volgens Zr Marie-Paul Barbaix, in haar boek "Zeven eeuwen Ten Bunderen" (1971) heeft de Ieperse kanunnik Joannes Van Roo hoogst waarschijnlijk een sleutelrol gespeeld bij de zoektocht van pastoor Maddens. Jammer genoeg bestaan er geen schriftelijk dokumenten als sluitend bewijsstuk. Een aantal historische omstandigheden wijzen echter steevast allemaal in zijn richting.
een nieuw beginvermelding van intrede en kleding in Ieper van Zr. Carolina Verhelst (1772) door priorin Agnes De Wilde in haar "Jaer-Boek" (1783).
1785 - Twee jaar na de afschaffing van haar klooster ten Bunderen-Coninckxdaele trekt Zr. Carolina Verhelst vanuit Ieper helemaal alléén met haar schamele bezittingen naar Moorslede. Ze is enkel in het bezit van
1786 - Zr. Carolina Verhelst en de 3 godvruchtige juffrouwen van de Zondagsschool (Maria-Joanna Caron, Marie Agnes Lanssen uit Ardooie en Regina Constantia Lesage uit Dadizele) onderwijzen de kinderen (90 in 1787!) in de "Kristelijke leering" (= catechismus), lezen, schrijven en vlasgaren spinnen. De groep krijgt versterking van de 40-jarige Barbara Theresia Ostyn, afkomstig uit haar geboorteplaats Dadizele. Het is niet uitgesloten dat de jonge Carolina deze ervaren schooljuffrouw en dorpsgenote zélf heeft gezocht. Deze groep van 4 schoolmeesteressen rond Zr. Carolina Verhelst evolueert langzaam maar zeker in de richting van een soort embryonale klooster-communauteit. 1787 - Reeds na een jaar wordt naast de armenschool een gebouw met 2 verdiepingen opgetrokken, met beneden bijkomende klaslokalen en boven een slaap- en bidplaats voor de 5 juffrouwen. 1793 - Op haar verzoek legt pastoor Maddens de prille religieuze gemeenschap van de armenschool een aangepaste "Levens Regel" op, die niet is geïnspireerd door de H. Augustinus (waaraan Zr. Carolina eeuwige trouw had beloofd), maar baadt in de spiritualiteit van de zeer populaire H. Vincentius a Paulo. Men kan spreken van een soort van "parochiale religieuze congregatie", onder de leiding van de plaatselijke pastoor. Bij het overlijden van pastoor Maddens op 4 mei 1793 zijn er 5 zusters verbonden aan de armenschool. de pastorie van Moorslede zoals ze er in de 19de eeuw uitzag
|