De crypte onder de abdijkerk St.-Seurin met merovingische graftombes.

De pelgrims gingen er in de crypte van de 11de eeuwse romaanse abdijkerk St.-Seurin bidden voor het graf van St. Severinus (bisschop van de stad in de 5de eeuw). In die kerk werd de ivoren hoorn bewaard, waarmee de legendarische ridder Roeland tevergeefs zijn oom Karel de Grote om hulp had geroepen tijdens de slag van Roncevaux in 778. De St. Seurin-kerk bewaart nog tal van getuigenissen van haar rijk verleden, zoals de romaanse kapitelen van het portaal en ook de crypte met 3 gallo-romeinse kapitelen en prachtige Merovingische sarcofagen (6de-8ste eeuw).

de voorgevel van de kathedraal Saint-André

Vervolgens bezochten de bedevaarders de imposante 11de-eeuwse romaanse kathedraal Saint-André (waarvan heden enkel de binnenmuren van het kerkschip zijn overgebleven), die vanaf de 12de tot de 16de eeuw in gotische stijl werd herbouwd.

de romaanse abdijkerk Sainte-Croix in Bordeaux

Ook de romaanse benedictijnerabdijkerk Sainte-Croix (ca. 1100) en de gotische basiliek Saint-Michel (14de - 16de eeuw) met haar 114 meter hoge toren stonden op het programma. De stad Bordeaux bood veel onthaalmogelijkheden voor pelgrims, met name het hospitaal Saint-James, waarvan enkel de kapel nog overblijft.

Na hun verblijf begonnen de Compostela-gangers aan 3 afmattende dagmarsen doorheen de eindeloze vlakte van de Landes, strompelend in de zompige zandgrond en geplaagd door wespen, steekvliegen en muggen.

Gradignan

de vroegere priorijkerk van Cayac in Gradignan

In de Middeleeuwen was het hospitaal van de majestueuze priorij van Cayac (circa 1300) een toevluchtsoord voor de vermoeide bedevaarders. Ze werden er opgevangen door hospitaal-broeders. Vanaf de 17de eeuw viel die opvang weg en werden de gebouwen betrokken door Kartuizers. Tijdens de Franse Revolutie werden de kloostergebouwen openbaar verkocht en vervielen in de loop der jaren.

de voormaige priorij van Cayac (Gradignan)

Eind vorig eeuw ondergingen de kerk, de priorij en het hospitaal een grondige restauratie en staan nu opnieuw open voor de hedendaagse pelgrims naar Compostela.

Belin-Béliet

interieur van de kerk Saint-Pierre de Mons bij Belin-Béliet

De pelgrims bezochten er het kerkhof rond de 12de-eeuwse romaanse kerk Saint-Pierre de Mons, waar Karel de Grote in 778 een aantal van zijn edele krijgsheren liet begraven, die waren gesneuveld tijdens de slag bij Roncevaux.

de miraculeuze bron Saint-Clair in Belin-Béliet

Vlakbij was de fontein Saint-Clair, waarvan het miraculeuze water werd gebruikt voor de genezing van oogkwalen. Dan ging het verder via Saugnacq-et-Muret, Moustey, Vieux-Richet, Monts, Labouheyre (waar het portaal van de St.-Jacqueskerk, is versierd met jakobsschelpen en lelies), Escource, Onesse-et-Laharie, Lesperon, Fosse-Gimbaut, Pouymartet, Taller, Saint-Paul-lès-Dax (met zijn mooie romaanse kerk) tot in Dax.

Dax

zijzicht van de kathedraal Notre-Dame in Dax

Dax, aan de rivier de Adour, was een gewaardeerde halte voor de middeleeuwse reizigers. Tijdens de bloeiperiode van de stad, in de 13de eeuw, werden tal van kloosters, kerken en gasthuizen opgericht, waarvan slechts enkele delen zijn overgebleven, bijv. het mooie apostelen-portaal en het koor-bidgestoelte van de gotische kathedraal Notre-Dame, die in 1646 instortte.

de abdij Sainte-Marie-d’Arthous in Hastingues

Vanuit Dax ging het richting Saint-Pandelon, Peyrehorade, Hastingues (met de abdij Sainte-Marie-d’Arthous, gesticht in de 12de eeuw door de Premonstratenzers) en Arancou tot in Cagnotte (met een benedictijnerbadij uit de 12de eeuw). Vanuit Dax konden de pelgrims ook zuidwaarts stappen via Pouillon en Caunaille naar Sorde-l'Abbaye.

Sorde-l'Abbaye

de resten van de abdij Saint-Jean-de-Sorde aan de oever van de Gave d'Oloron