|
de "Via Turonensis" (groen tracé) vanaf de Pyreneeën tot Puente la Reina.
Sauveterre-de BéarnJezus omringd door de symbolen van de 4 evangelisten. 12de eeuw. Sauveterre-de Béarn, romaans tympaan in het portaal van de kerk Saint-André In Sauveterre-de Béarn, voorbij de brug over de rivier de Gave, was de "samenvloeiing" van de "Via Turonensis" en van de "Via Lemovicensis" (met vertrekpunt in het Bourgondische Vézelay, en met roodkleurig tracé op de kaart hierboven). De pelgrims van beide Jakobsroutes wandelden zo verder naar Saint-Palais. Op de flank van de Mont Saint-Sauveur, sloten ook de bedevaarders aan van de Franse Jakobsweg "Via Podiensis" (met startplaats in Le Puy, met oranjekleurig tracé op de kaart hierboven). de "Stèle de Gibraltar", op de plaats waar 3 Franse St. Jakobswegen zich samenvoegden Dit middeleeuwse rendez-vous-punt, nu aangeduid met een modern zuilvormig gedenkteken, werd de "Stèle de Gibraltar" genoemd. "Gibraltar" was een fonetische verbastering van "Chabaltoire", de Baskische naam van een heiligdom bovenop de Mont Saint-Sauveur. Chabaltoire werd zo Chibaltare, Chibraltare en uiteindelijk Gibraltar... OstabatAllemaal arriveerden ze even verderop in Ostabat. Dit dorp in Frans Baskenland was gelegen langs de Romeinse heerweg Via Traiana (die Bordeaux verbond met Astorga). Het bezat in het jaar 1350 niet minder dan 20 gasthuizen en 2 hotels, die onderdak boden aan zo'n 5000 bedevaarders. kapel van het vroegere gasthuis St.-Nicolas-d'Harambels Van de 12de-eeuwse priorij met hospitaal St.-Nicolas-d'Harambels bestaat nu nog een mooie kapel. Na een overnachting in Ostabat zetten de bedevaarders van de 3 Franse Jakobsroutes met frisse moed hun tocht verder naar de Pyreneeën. h2>St.-Jean-Pied-de-Port Via Gamarthe, Aphat-Ospital en St.-Jean-le-Vieux bereikten de Compostela-gangers het stadje St.-Jean-Pied-de-Port, aan de voet van de Pyreneeën. Van daaruit ging het naar St.-Michel, een dorpje waar de Benedictijnen, vanaf 1072, een Saint-Vincent pelgrimshospitaal openhielden. Via Orisson en Urculu kwamen de pelgrims aan in Arnéguy (Arnegi)het bergpad naar omhoog slingerend temidden van de Pyreneeëntoppen Een brug, "le pont international", vormt de officiële grensovergang tussen Frankrijk en Spanje. Hier begint de eigenlijke 18 km lange oversteek van de 1057 meter hoge Col de Roncesvalles (het vroegere Roncevaux), in het Spaans Puerto de Ibañeta. Deze Pyreneeënpas droeg in de Middeleeuwen de naam "Port de Size". de kapel San Salvador de Ibaneta, waar ooit een gasthuis voor pelgrims stond Op deze pas stond ooit een bekend St.-Jansgasthuis voor pelgrims, gesticht in 1127. Bij het invallen van de duisternis of bij dichte mist werden de klokken van de kapel geluid om de vermoeide reizigers op het rechte spoor te houden. Op die plaats staat sinds 1965 een moderne kapel San Salvador de Ibaneta. Het gedenkteken ernaast nodigt de voorbijgangers uit in 3 talen (het Baskisch, het Spaans en het Frans) om te bidden tot de H. Maagd van Roncesvalles. Luzaide-Valcarlosde "vallei van Karel de Grote" in Luzaide-Valcarlos Tijdens de afdaling wandelden de pelgrims doorheen het Baskisch dorp Luzaide, vanaf de 12de eeuw Valcarlos (Spaans voor "vallei van Karel de Grote") genoemd, nu officieel Luzaide-Valcarlos geheten. Hier bevond zich volgens de overlevering in 778 het militaire kamp van Karel de Grote. Van daaruit stuurde de keizer zijn troepen naar Roncevaux (nu Roncesvalles), waar de achterhoede van zijn leger, aangevoerd door de legendarische ridder Roeland, dreigde in de pan te worden gehakt door de Moren (in werkelijkheid Baskische bergbewoners!). de slag van Roncesvalles. Middeleeuwse miniatuur De hulp van Karel de Grote kwam te laat en zijn trouwe vazal Roeland was al gesneuveld, nadat hij - te laat - met zijn hoorn een hulpsignaal had uitgezonden. Als herinnering aan dit dramatisch feit plantte Karel de Grote op de top van de pas een kruis en bad er geknield met zijn blik gericht naar Galicië. De middeleeuwse bedevaarders hadden de gewoonte om een klein houten kruisje neer te planten en te bidden bij keizer Karel's kruis. Roncesvalleshet imposante Augustijnerklooster en het pelgrimshospitaal in Roncesvalles Na een slopende bergtocht bereikten de pelgrims Roncesvalles, aan de overkant van de Pyreneeën. In 1127 werd daar door de bisschop van Pamplona een zeer bekend O.L.Vrouwgasthuis opgericht. In de 18de eeuw werd het vervangen door het huidige imposant hospitaal, nog steeds bemand door Augustijnermonniken, die de pelgrims gastvrij ontvangen. de St. Jakobskapel (links) en de H. Geestkapel (rechts) in Roncesvalles Voorts is er in Roncesvalles een St. Jakobskapel en ernaast de ingrijpend gerestaureerde 12de-eeuwse kapel van de H. Geest (vroeger "kapel van Roeland", in het Spaans "Silo de Carlemagno" genoemd) waarin, volgens de overlevering, Roeland en zijn gezellen werden begraven. gedenksteen in Roncesvalles voor de onfortuinlijke ridder Roeland Buiten staat een monumentje, versierd met het legendarische zwaard Durandal van Roeland, dat nog herinnert aan de fameuze slag van Roncesvalles in 778. De pelgrims lieten ook niet na om de gotische Koninklijke Collegiale (1219) te bezoeken. In de oude kapittelzaal staat het mirakelbeeld van O.L.Vrouw van Roncevaux, dat dagtekend van het einde van de 13de eeuw. miraculeus beeld van Maria en Kind. Roncesvalles, klooster, kapittelzaal In Roncesvalles, aan de overkant van de Pyreneeën, begon de "Camino Navarro", die zo werd genoemd omdat hij het koninkrijk Navarra doorkruiste tot in Puente la Reina, waar de eigenlijke "Camino francés" richting Compostela een aanvang nam. Vanuit Roncesvalles was het nog 800 km naar het genadeoord van de H. Jacobus in het verre Galicië. De pelgrims stapten voorbij Burguete, Espinal, Viscarret-Guerediain, Zubiri (met een bevallig brugje over de rivier de Arga) tot in Villava-Atarrabiaeen sierlijke brug over de rivier de Ulzama in Villava-Atarrabia Vanaf de 12de eeuw tot minstens in de 16de eeuw stond daar een klooster en drukbezocht gasthuis, waarvan enkel nog het romaans koor van de kloosterkerk is overgebleven. Nog een bezienswaardigheid is de 55 meter lange stenen brug over de Ulzama, een zijrivier van de Arga. Pamplonazijzicht van de gotische basiliek Santa María la Real in Pamplona Deze stad (heden vooral bekend om zijn jaarlijkse stierenrennen door de straten) was in de Middeleeuwen een belangrijke halte richting Compostela, met tal van gasthuizen voor de pelgrims. Deze gingen er bidden in de machtige kathedraal (nu basiliek) de Santa María la Real. De eerste werd, samen met het aanpalend klooster, in romaanse stijl opgetrokken tussen 1100 en 1137. Nadat in 1391 het kerkschip was ingestort werd ze, op initiatief van Karel de III, vanaf 1394 tot 1501 vervangen door de huidige gotische kathedraal, met bijhorend klooster. De barokke voorgevel dateert uit de 18de eeuw. Nog een trekpleister in Pamplona was de San Saturninokerk, deels in romaanse en deels gotische stijl, die het uitzciht heeft van een versterkte vesting midden in het oude stadsgedeelte. de middeleeuwse stenen brug Puente de la Magdalena bij Pamplona
ObanosDaar voegde de "Via Tolosana", de 4de grote Franse St. Jakobsweg, zich bij de 3 andere. De "Via Tolosana" vertrok in Arles en liep over de Pyreneeën langs de Col de Somport. Het traject ervan is op de kaart bovenaan deze webpagina purper ingekleurd.Puente la ReinaHier eindigde de"Camino Navarro" en begon de bekende "Camino Francés" naar Compostela, die op een volgende webpagina wordt beschreven.de "Via Turonensis" (groen tracé) vanaf de Pyreneeën tot Puente la Reina.
|