|
geschiedenis in vogelvluchtaankomst van de eerste zusters in Basankusu 1927 - Aankomt in Basankusu op 11 januari van de 1ste "karavaan" van 5 missiezusters van OLV-ten-Bunderen. De nieuwe missiezusters verblijven in een voorlopige woning. de klei om stenen te maken wordt uit een mierenheuvel (sic!) gehaald, in vormen gevuld, in de zon gedroogd, of gebakken in een oven.
de plechtige inwijding van het kloostergebouw in 1928 1928 - Intussen is met man en macht gewerkt aan hun nieuwe kloostergebouw. Op 28 oktober zijn de werkzaamheden min of meer klaar en kunnen de zusters "met pak en zak" verhuizen. met 2 zusters erbij wordt de zorg voor weeskinderen lichter om dragen (1928)
nu met 7 zusters, samen op de foto met de Mill Hill-paters van Basankusu (1928) Twee zusters, Martiale Adriaen en Eudoxie Brouckmans, vertrekken in oktober uit Antwerpen om op 9 december in Basankusu de pioniersploeg te versterken. zicht op de 2 rijen klaslokalen 1930 - De bouw is klaar van nieuwe klaslokalen en van het internaat. alle 14 missiezusters van Basankusu samen op de foto (begin 1936)
1937 - Er zijn inmiddels al 16 zusters in Basankusu. Op 11 januari verhuizen 4 van hen naar de missiepost van Mampoko, gelegen aan de oever van de Lulonga-rivier, onder de Ngombe-bevolking, in 1917 opgericht door de Mill Hill paters B. van der Seijp en H. Seelen. 1940 - Op 10 februari gaan 3 zusters van Basankusu zich vestigen in een derde missiepost in Kodoro, die in 1930 wazs gesticht door pater E. Reany). de jager heeft een wild zwijn gevangen... werk aan de winkel voor de zusters 1940 - 45 - Tijdens WO II is alle communicatie en nieuwsuitwisseling verbroken tussen de missiezusters en het moederklooster in Moorslede. De missiepost is afgesneden van alle materiële hulp en voedselbevoorrading (bloem en boter) uit België. Toch gaat het missioneringswerk min of meer door. 1943 - Opening van een gemengde lagere school en internaat voor blanke kinderen, de "metropolitane school". de kathedraal van Basankusu
het interieur van de kathedraal 1944 - Inzegening van de nieuwe kathedraal, gebouwd door Mill Hill broeder Jan de Koning. Het kerkgebouw wordt dan beschouwd als het mooiste en meest moderne in zijn soort in héél Congo. het luchthavengebouw van Basankusu 1945 - Na WO II word de reis van en naar Congo niet meer per boot maar per vliegtuig gemaakt, vanop de luchthaven van Melsbroek-Zaventem. 1947 - België richt in Congo het "Fonds voor Inlands Welzijn" (FOBI) op, dat omvangrijke financiële steun verleent aan sociale ontwikkelingsprogramma's (rurale infrastructuur), gezondheidszorg (de bouw en inrichting van materniteiten en dispensaria) en onderwijs (basisscholen), ook in het Basankusu-missiegebied. Door het FOBI, de sociale diensten en de materniteiten gaat het aantal huwelijken en geboorten langzaam naar omhoog en komt er een heropleving van het godsdienstig leven in het algemeen. Er ontstaan plantages op de gronden van de missieposten, vooral van palmbomen, die goede economische vooruitzichten bieden. Tegen de onafhankelijkheid van Congo in 1960 is er circa 4 miljard frank geïnvesteerd in dit Fonds en is 42% van de Congolese bevolking gealfabetiseerd met een vierjarige opleiding achter de rug. Dat is véél meer dan in de andere Afrikaanse kolonies. "de vreugde van de Kinderen Gods": de glamour, glitter, plastic-lachjes en badpakken van mondaine Miss-verkiezingen verbleken hierbij kompleet. 1948 - Voortaan kan elke missiezuster om de 10 jaar met verlof terugkeren naar het hoofdklooster in Moorslede. 1957 - Opening op 30 augustus van een 4de missiepost in Waka (in 1929 gesticht door pater H. Seelen), met aanvankelijk 2 zusters. Moeder en (vanaf 1964) Vicaresse Leona Faes, opvolgster van stichteres M.-J. Alderweireldt 1960 - Na de onafhankelijkheid van Congo breken in het hele land onlusten uit. Het bevel wordt uitgevaardigd dat enkel blanken met Congolese nationaliteit in het land mogen blijven. De blanke missiezusters beslissen, na overleg met geestelijke overheid, om hun Belgische nationaliteit te behouden en toch op post te blijven, "zolang ze niet worden weggejaagd". Vele blanke ambtenaren en handelslui vertrekken wél. De wegen en plantages worden verwaarloosd, het vervoer raakt verstoord, de magazijnen komen leeg te staan. De onderlinge communicatie tussen de 4 missieposten verloopt moeizaam. zusters in gebed verzonken In augustus volgen nieuwe bevelen: in alle lagere scholen moeten congolese directeurs(trices) worden aangesteld en de medische diensten moeten geafrikaniseerd worden. Maar bij gebrek aan gediplomeerde inheemse monitrices krijgen de missiezusters toch de toestemming om de functie van directrice te blijven uitoefenen. Na wekenlange bemiddeling door Moeder Leona Faes mogen de zusters van de Congolese Minister van Volksgezondheid voortwerken in het staatshospitaal. groep schoolmeisjes 1961 - Oprichting van een postulaat en noviciaat voor inlandse medezusters van de Congregatie van OLV-ten-Bunderen. 1964 - Begin augustus is er een heropleving van de rebellie. De zusters van Mampoko, Kodoro en Waka worden geëvacueerd. Bij de evacuatie van Mampoko, op 9 september, kapseist een prauw op de Lulonga-rivier en 3 Ten Bunderen-zusters en een Nederlandse Mill Hill-broeder verdrinken. Vanuit Basankusu vertrekt Zr Bonifacia met 4 Congolese zusters via Leopoldstad naar België. De bisschop blijft achter met 3 paters, met 4 blanke en 2 inlandse zusters. In december rukken de ('simba'-)rebellen vanuit het oosten steeds verder op en worden in Befale, op slechts 100 km van Basankusu, tot staan gebracht door regeringstroepen. Op de voorste rij (vlnr) Mr Leona Faes, Alg. Overste Carolina Pype en Dir. De Clerck (1964) Directeur Gerard De Clerck, die speciaal naar Basankusu is overgevlogen voor de tijdelijke geloften van de eerste 5 inlandse zusters gaat, voor zijn terugkeer, nog naar het college van Stanleystad, dat hij in 1956 had gesticht. Rebellen veroveren Stanleystad, en alle blanken, waaronder dir. De Clerck, worden gegijzeld tot hun bevrijding, op 24 november, door Belgische para's. 1965 - Na een overeenkomst met Belgie wordt het weer rustig in Congo. De rebellen moeten steeds meer terrein prijs geven aan de regeringstroepen. De blanke missiezusters, vergezeld van de 4 inlandse zusters, keren uit Moorslede terug met het oog op start van het nieuwe schooljaar. Maar hun aantal gaat vanaf nu in steeds dalende lijn: voor de onlusten van 1964 waren ze nog met 27 (waarvan 16 in Basankusu); halfweg 1968 is dat cijfer teruggelopen tot 17 (waarvan 12 in Basankusu); in 1985 telt men nog 13 blanke Bunderzusters. gezellige drukte op de markt van Basankusu 1967 - Heropening van de missieposten van Waka en Kodoro. Mampoko blijft leeg staan. 1968 - De missiepost van Mampoko - die sinds 1964 leeg staat - wordt afgestaan aan Mgr Van Kester, die er een catechistenschool voor het bisdom opricht.
1969 - De laatste in de rij der 42 missiezusters, Zr Rolande Dhondt (de huidige Algemene Overste van de Congregatie van O.L.V.-ten-Bunderen), vertrekt naar Congo voor een termijn die 27 jaar zal duren. Mgr Matondo, de eerste inlandse bisschop van Basankusu
1975 - Mgr Matondo, de eerste Congolese bisschop van Basankusu, richt op 29 juli een afzonderlijke zelfstandige diocesane Congregatie op voor de inlandse zusters, "les Soeurs Théresiennes de Basankusu" (S.T.B.). De blanke zusters staan een deel van hun klooster in Basankusu af en dragen de missiepost van Waka over voor de vestiging van hun noviciaat, dat later naar Basankusu zal worden overgeheveld. aflossing van de wacht: Vlaamse zusters van O.L.Vr. ten Bunderen en inlandse "Soeurs de Ste Thérèse de l'Enfant Jésus" 1979 - De zusters staan de missiepost van Kodoro af aan de "Soeurs Thérésiennes". 1987 - Van 4 tot 20 juni onderneemt Algemene Overste Maria Loeys een visitatiereis in het missiegbied. 1990 - Naarmate de inheemse congregatie van de "Soers Thérésiennes" uitbreidt, met eigen onderwijzeressen en verpleegsters, en dus zélf in staat is om het missiewerk te leiden en verder uit te bouwen, trekken de Belgische zusters zich bewust langzaam terug en geven geleidelijk hun functies, verantwoordelijkheden en gebouwen in het onderwijs en de gezondheidszorg door. Sr Félicité Mbombe, eerste inlandse directrice van de middelbare school Al in 1971 was een Congolese zuster directrice van de lagere school. In de middelbare meisjesschool wordt een inlandse zuster in 1990 hulpdirectrice en 2 jaar later directrice. de communauteit van Basankusu in 1989 In de jaren '90 werken er nog een tiental Belgische zusters in Basankusu. Enkele van hen staan in het onderwijs, op gelijke voet met met Congolese religieuzen en met leken (monitricen, onderwijzers en regentessen). Andere maken zich nog verdienstelijk in de gezondheidzorg, in de pastoraal en in het huishoudelijk werk. Mr Leona Faes, geflankeerd door 2 "Soeurs Thérésiennes", bij het afscheid in 1996 1996 - Op 2 januari keren de laatste 4 Belgische missiezusters, Zr. Leona Faes, Zr. Anna-Maria Deketele, Zr. Marie-Joséphine Spenninck en Zr. Rolande Dhondt, voorgoed vanuit Basankusu naar hun vaderland terug en laten alles wat hen nog rest van klooster, bijgebouwen en inboedel over aan de inlandse zusters. Op 6 januari komt het viertal aan op Zaventem. Daarmee is een punt gezet achter 70 jaren van zeer taai, verdienstelijk en vruchtbaar missiewerk. slotparagrafen van Mgr Matondo's dank- en afscheidsbrief aan de missiezusters
uitreiking van de zendingsbrief aan de vertrekkende zusters
overhandiging van het missiekruis door de bisschop
Missie-expo. Moorslede, klooster, bovengalerij van de inkomhal (tot 2004): de herinnering blijft...
|