|
|
Jeruzalem - de kruisweg (Via Dolorosa) |
de Via Dolorosa
Al in de eerste eeuwen van het christendom zouden de Jeruzalem-pelgrims er een gewoonte van hebben gemaakt om biddend en zingend de weg te volgen die Jezus zélf ooit aflegde vanaf zijn veroordeling door Pontius Pilatus (1ste statie) tot zijn dood op het kruis op de Golgotha-heuvel buiten de stadmuren (12de statie). Dat was aanvankelijk een onderdeel van de jaarlijkse liturgie van Goede Vrijdag en later op elke vrijdag. Gaandeweg kwamen er langs dat traject ook meer en meer haltes bij, waar bepaalde gebeurtenissen uit het Passieverhaal in de Evangelieën of uit bepaalde legenden werden herdacht.
Vanaf de 12de en vooral 13de eeuw maakten pelgrimsverhalen gewag van een "Via Sacra". De Franciscanen, die vanaf 1220 in het H. Land verbleven (en in 1342 door de paus als bewakers van de Heilige Plaatsen zouden worden aangesteld), namen de bedevaarders, die de nacht hadden doorgebracht in de H. Grafkerk overdag mee naar buiten om ze, in het voetspoor van Jezus, in een snel tempo langs alle heilige plaatsen van Jeruzalem te voeren.
de H. Franciscus van Assisi, wiens volgelingen de kruisweg in Jeruzalem vorm hebben gegeven. Fresco. Subiaco, San Benedetto-klooster.
Er werd eigenlijk een omgekeerde kruiswegroute gelopen: vanaf Golgota (in de H. Grafkerk) terug naar de plek van het Laatste Avondmaal. Bij elke bezienswaardigheid werd kort aangeduid wat daar te zien was, aangevuld met verwijzingen naar de Bijbel. In de 14de eeuw duikt voor het eerst het woord "staties" (afgeleid van het Latijnse "statio", stopplaats) op, als omschrijving van de heilige plaatsen waar de processie van pelgrims halt hield. Pas dan kreeg de eigenlijke kruisweg, zoals we die vandaag kennen met zijn 14 of 15 staties, vaste vorm, onder impuls van de Franciscanen.
De kruisweg, in het Latijn "Via Dolorosa" of "Via Crucis", is sinds de late Middeleeuwen een nabootsing van de lijdensweg die Jezus in Jeruzalem heeft afgelegd terwijl Hij zijn kruis droeg. Die weg liep vanaf het gerechtsgebouw (het paleis van de Romeinse procurator Pontius Pilatus), de plaats van de veroordeling door Pontius Pilatus, tot op de heuvel Calvarië of Golgotha, waar Jezus gekruisigd en begraven is.
de kruisweg in Jeruzalem nu
het traject (stippellijn) van de Via Dolorosa. De blauwe romeinse cijfers duiden de 14 staties aan.
Het traject van de huidige kruisweg (Via Dolorosa) vangt aan in (het Arabische) Oost-Jeruzalem, in een brede straat bij de Leeuwenpoort, gaat dan via de drukke Al-Wad straat (die de Damascuspoort verbindt met de Klaagmuur) en komt uit in (het christelijke) Oost-Jeruzalem, in een nauwe winkelstraat, die hier en daar overdekt is door een overwelfde galerij en die via trappen naar omhoog leidt naar de H. Grafkerk. 8 van de 14 staties liggen langs deze Via Dolorosa zélf. De 9de bevindt zich op het dak van de H. Grafkerk, bij de ingang van een Koptisch kloostercomplex. De 5 laatste staties bevinden zich binnen in de H. Grafkerk. Echt in de voetsporen van Jezus loopt men nu niet meer op de Via Dolorosa, want sinds de tijd van Jezus is het stratenplan ingrijpend gewijzigd en het niveau ervan een paar meter hoger komen te liggen.
Van de 14 gebeurtenissen, die op de lijdensweg van Jezus plaatsvonden en worden herdacht, zijn er 9 gebaseerd op het Evangelie en 5 op overgeleverde legenden. Buiten de uren van de kruisweg zijn de 1ste statie (de Islamtische Al-Omariya school) en de 10de statie (de "Kapel der Franken" aan de voorzijde van de H. Grafkerk) niet voor het brede publiek toegankelijk.
vertrekplaats van de Via Dolorosa. In het midden, de straat die leidt naar de Stefanuspoort. Links de franciscaanse Geselingskapel. Rechts de moslimschool Al-Omariya
Traditiegetrouw verzamelen de gelovigen, die deelnemen aan de kruisweg, zich elke vrijdagnamiddag om 3u aan de straatzijde van de Franciskaanse "Kapel van de Geseling" en "Kapel van de Veroordeling". Deze werden in de jaren 20 van de vorige eeuw gebouwd op de fundamenten van een gebedshuis uit de tijd van de kruisvaarders. Elk jaar met Goede Vrijdag staan daar duizenden pelgrims uit alle hoeken van de wereld klaar om de lijdensweg van Jezus langs de 14 staties af te leggen. De sterkste mannen dragen een houten kruis. Gezangen, gebeden en jammerklachten weerklinken in de Arabische en de Christelijke wijk in de oude stad.
de kruiswegstaties
1ste statie: Jezus wordt ter dood veroordeeld (Mattheus 27, 1; Markus 15, 15; Lukas 23, 25; Johannes 19, 16). Situeert zich op het voorplein van de Al-Omariya basisschool voor moslim-meisjes, vlakbij de Leeuwentoren (of Stefanustoren geheten). Op die plaats bevond zich ooit het Pretorium van de Antonia-burcht, het hoofdkwartier van het Romeins garnizoen in Jeruzalem, waar Jezus door pro-curator Pontius Pilatus werd ondervraagd en veroordeeld. Later, in de Middeleeuwen moet daar een "Kapel van de Doornenkroning" hebben gestaan. |
|
2de statie: Jezus neemt het kruis op Zijn schouders (Johannes 19,17). Deze statie bevindt zich ter hoogte van de zogeheten "Ecce Homo"-boog (Latijn voor "Zie de Mens") boven de straat. Met deze woorden toonde Pilatus - volgens de traditie - hier Jezus aan de joden. De boog behoorde tot een triomfboog, opgericht onder keizer Hadrianus in 135 na Christus. Deze boog loopt door in de kerk van de Zusters van Sion ernaast. In de kelders is een stuk geplaveide vloer, "Lithostrotos" (Grieks voor "stenen bevloering") genaamd, allicht een deel van de binnenkoer van de Antonia-burcht. In sommige tegels zijn spelen gegrifd. Volgens de overlevering dobbelden de Romeinse soldaten hier voor de kledij van Jezus. |
|
3de statie: Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis. (Dit wordt niet vermeld in de Evangelieën, maar er staat dat Jezus niet in staat was het kruis te dragen). Op de vermeende plaats van de 1ste val, In de drukke Al-Wad winkelstraat die leidt naar de Damascuspoort, staat de kleine Armeens-katholieke kapel van O.L.V. van Pamoyson , met boven de ingang een sculptuur van Thaddeus Zielinsky, een soldaat uit de 2de Wereldoorlog. . |
|
4de statie: Jezus ontmoet Zijn Moeder. Hoewel dit feit niet terug te vinden is in de evangelieën (maar wél dat Maria bij de kruisiging aanwezig was), stond hier al in de 6de of 7de eeuw een Byzantijnse kerk (waarvan vloermozaieken zijn teruggevonden). De statie op deze plek bestaat zeker al sinds de 13de eeuw. In de gevel is een sculptuur met de voorstelling van 2 sandaalzolen, die de ontmoeting symboliseren. Vanaf hier begint de beklimming van de berg Golgotha. |
|
5de statie: Simon van Cyrene helpt Jezus Zijn kruis dragen (Mattheus 27, 32; Markus 15, 21; Lukas 23, 26). Hier, op de hoek van de Al-Wadstraat en de Via Dolorosa, staat als herinnering een Franciskaanse bidplaats, met een inscriptie in de draagbalk boven het portaal. |
|
6de statie: Veronica droogt het aangezicht van Jezus af (Staat niet in de bijbel). Op deze plaats zou het huis hebben gestaan van Veronica, die met een doek het zweet, bloed en het stof van Jezus' gelaat wiste. Het doek, waarin op mirakuleuze wijze het aangezicht van Jezus geprent bleef, bevindt zich sinds de 8ste eeuw in de St.-Pietersbasiliek in Rome en was er tijdens de Middeleeuwen het voorwerp van grote verering van de pelgrims. Nu bevindt zich bij deze statie een H. Veronicakerk en -klooster van de "Kleine Zusters van Jezus", waarin de graftombe van Veronica wordt bewaard. |
|
7de statie: Jezus valt voor de tweede maal onder het kruis (Dit feit blijft onvermeld in de Evangelieën). Deze statie bevindt zich op de hoek van de Via Dolorosa en de pittoreske en gezellige winkelstraat Suq Khan es-Zeit. De plaats van de tweede val wordt aangeduid door 2 kapellen van de Franciskanen, met elkaar verbonden door een trap. In de tijd van Jezus was hier een Romeinse poort (waarvan de kapel nog een zuil herbergt) ook wel Veroordelingspoort genoemd (als herinnering aan de doortocht van Jezus en Zijn veroordeling die er zou zijn geafficheerd), waarlangs Jezus de stad verliet richting Golgotha. |
|
8ste statie: Jezus troost de wenende vrouwen (Lukas 23, 28-31). Op deze plaats is een klein zwartgeblakerd Latijns kruis met de inscriptie "Jesus Christus is overwinnend" gesculpteerd op een steen van de muur van het Grieks-Orthodoxe St.-Caralambos klooster, aan de achterzijde van de H. Grafkerk in de El-Khanqastraat. |
|
9ste statie: Jezus valt voor de derde maal onder het kruis (al evenmin vermeld in de evangelieën). Een Romeinse kolom, naast de ingangspoort van een Koptisch klooster bovenop het dak van de H.-Grafkerk, duidt de plek aan van de 3de val, vanwaar Jezus de plaats van de kruisiging kon zien. Hier eindigt de eigenlijke Via Dolorosa, want de 5 resterende staties van de kruisweg speelden zich op de Calvarieberg, die zich bevindt binnen in de H.-Grafkerk. |
|
10de statie: Jezus wordt van Zijn kleren beroofd (Staat niet in de Bijbel, maar wél dat de Romeinse soldaten zijn klederen tijdens de kruisiging onder mekaar verdeelden (Mattheus 27, 35; Markus 15, 24; Lukas 23, 34; Johannes 19, 23-24). Aan de rechterkant van de voorgevel van de H. Grafkerk, naast de nu dichtgemetselde oorspronkelijke ingang van het heiligdom) leidt een stenen trap naar de "Kapel der Franken", op de plaats waar Jezus zou zijn uitgekleed. |
|
11de statie: Jezus wordt aan het kruis genageld (Markus 15, 24; Lukas 23, 33; Johannes 19, 18). Via een trap bereikt men een kapel, die onder bewaring staat van de katholieken. Op de plaats van die kapel, zou Jezus met Zijn handen en voeten aan het kruis zijn vastgenageld. Aan de linkerkant van de kapel, naast het altaar van de Kruisiging, staat een houten beeld van O.L.V. van Smarten, geschonken door de koningin van Portugal in 1778. |
|
12de statie: Jezus sterft aan het kruis (Mattheus 27, 50; Markus 15, 37; Lukas 23, 46; Johannes 19, 30). Het altaar van de Grieks-Ortodoxe kapel duidt de plek aan van Golgotha, waar de kruisen van Jezus en van de 2 boeven werden opgericht. Onder het altaar is een spleet te zien, waarin het kruis van Jezus zou zijn geplant. |
|
13de statie: Jezus' lichaam wordt van het kruis afgenomen (Lukas 23, 53; Johannes 19, 38). Dat gebeurde, volgens de traditie, bij deze "Steen van de Zalving" waar het lichaam van Jezus werd gebalsemd en behandeld met een mengeling van mirre, aloë en aromatische kruiden. Een altaar duidt de plek aan waar het lichaam van Jezus vervolgens aan zijn moeder Maria werd overgedragen. |
|
14de statie: Jezus wordt in het graf gelegd (Mattheus 27, 59-60; Markus 15, 46; Lukas 23, 53; Johannes 19, 42). Het graf van Jezus, her beroemdste heiligdom van de christenheid, bevindt zich in een kapel in het centrum van de H. Grafkerk, onder de hoofd-rotonde. De tombe, bekleed met witte marmer, werd ter beschikking gesteld door Jozef van Arimathea. |
|
15de statie: Jezus verrijst uit de doden. Sinds de 2de helft van de 20ste eeuw wordt het traditionele begrip van kruisweg ("Via Crucis") vervangen door lichtweg ("Via Lucis"), die niet de dood maar de verrijzenis van Christus centraal stelt. Het heilswerk van Jezus op aarde eindigde niet met Zijn dood, maar kwam pas echt tot vervulling door zijn Opstanding uit de dood, het centrale mysterie van het Christendom. Om deze theologisch-bijbelse reden is vanaf halfweg de 20ste eeuw deze 15de zogeheten paas-statie in de katholieke Opstandingskapel van de H. Grafkerk toegevoegd.
|
|
|