|
de St.-Jakobskerk, rechts onderaan, op een kopergravure van Braun en Hogenberg (1575) 1607 - De Bunderzusters moeten noodgedwongen verhuizen van de Lombaardstraat naar een "seer cleyn ende ongesont huys staende neffens het kerchof ter suijtsijde van St jacobs kercke", een godshuisje in het "Keirshof stratje", naast het St.-Jakobskerkhof, aan het huidige G. Gezelleplein. In zijn "Flandria Illustrata" schrijft de bekende historicus, kanunnik A. Sanderus (1586-1664), dat "enkele monialen of canonieke reguliere kloosterlingen, van de orde van de H. Augustinus, die van oudsher op de plaats van Bunderen in Moorslede een hospitaal of vreemdelingentehuis openhielden, nu in een klein huis in Ieper wonen". Ze gaan dagelijks naar de St.-Jakobskerk om er de mis bij te wonen van de pastoor, hun geestelijke bestuurder en biechtvader. 1635 - Er breekt in Ieper opnieuw een periode aan van veel strijdgewoel tussen Spaanse en Franse troepen, die om beurten de stad omsingelen en bezetten. 1644 - Antoine de Carnin, Heer van Moorslede, Staden en Rozebeke, zendt de communauteit een gerechtelijke waarschuwing: ze mag, zoals vanouds in het Moorsleedse Gasthuis, maximum 4 leden tellen en geen nieuwkomers aanvaarden zonder zijn toestemming. De zusters moeten hem jaarlijks de rekeningen voorleggen. Ze mogen ook geen bomen laten vellen of verkopen op de domeinen van het Gasthuis" in Moorslede zonder zijn toelating. De Carnin beroept zich hiervoor op een gerechtelijke uitspraak van 1299! De priorin wil geen juridische rompslomp om haar hoofd en betaalt gewillig de veroorzaakte onkosten. Ze overlijdt kort daarna op 86-jarige leeftijd. Er blijven nu nog 3 zusters over. Judocus Bouckaert, bisschop van Ieper van 1641 tot 1646
1645 - Op zijn beurt verbiedt de Ieperse bisschop Judocus Bouckaert de zusters van Ten Bunderen om nog novicen te aanvaarden. Het is niet duidelijk wat hem bezielt: is hij van oordeel dat de zusters hun oorspronkelijke pastorale taak, nl pelgrims herbergen, niet meer uitvoeren en dus best verdwijnen? Of heeft hij zich gewoon laten ompraten door de Heer van Moorslede? Wat er ook van zij: de oudste zuster sterft en met nog slechts twee leden is de kleine communauteit ernstig bedreigd in haar voortbestaan. 1646 - Mgr Bouckaert sterft en zijn bisschopszetel blijft voorlopig onbezet. De vicarissen-generaal besturen "sede vacante" het bisdom. de pest of "de zwarte dood" 1647 - Tot overmaat van ramp breekt opnieuw de pest uit in Ieper. Een van beide zusters bezwijkt aan de besmettelijke ziekte. Er blijft nu nog slechts één zuster over, de 42-jarige Anna van Renynghe (afkomstig uit Reningelst). Drie meisjes zijn wel bereid gevonden om in te treden, maar het bisschoppelijk verbod van 2 jaar geleden is nog steeds van kracht. In opperste nood gaat zuster Anna aankloppen bij de vicarissen-generaal van het bisdom en... haalt haar slag thuis! In het "Jaer-Boek" lezen we dat ze "door d'authoriteyt der overheyt publiquelik het gemeente vermeerdert heeft", tegen het bisschoppelijk verbod en tegen de aanspraken van de Heer van Moorslede in! situering van het huisje van de zusters bij de St.-Jakobskerk (kaart van Joan Blaeu, 1649) 1648 - Het "Jaer-Boek" schrijft dat Zr Anna van Renynge "prieure is gecreeert den 3en janry 1648 door d'heeren Vicarissen van 't bisdom van Jpre". Een paar maanden later al worden de drie, intussen ingetreden kandidaten, na een kort noviciaat (= proeftijd) geprofest. De communauteit van ten Bunderen is gered van een gewisse ondergang, dank zij het kordate optreden van priorin Anna van Renynghe.
Martinus Praets, bisschop van Ieper tussen 1664 en 1671 1665 - De communauteit, die inmiddels 8 leden telt, krijgt van bisschop Martinus Praets de toestemming om een tweede huisje aan het St.-Jakobskerkhof, aangekocht in 1615, als eigen kapel in te richten. 1666 - De kloosterkapel van "de Bundernonnen" wordt ingewijd. De communauteit krijgt bij die gelegenheid van bisschop Praets een eigen directeur, kanunnik Petrus Merghelynck. De zusters vallen voortaan niet meer onder de jurisdictie van de plaatselijke pastoor van de St.-Jakobskerk, die hiertegen verzet aantekent, zonder resultaat. de geschonken klok voor de kloosterkapel (1669) 1669 - Een godvruchtige weduwe Petronella van Werveke schenkt een klokje voor de kloosterkapel. Dit klokje is tot op vandaag bewaard gebleven en bevindt zich nu in de gang van het huidige hoofdklooster in Zonnebeke. 1669 - directeur Petrus Merghelynck overlijdt en wordt in die functie opgevolgd door Jan-Baptiste Van Troyen, de pastoor van de St.-Nicolaaskerk in Ieper. 1670 - Om in hun onderhoud te voorzien openen de zusters een betalende privé-school voor meisjes uit de rijke burgerij. het wapenschild van directeur J.T. de Coninck 1682 - Directeur Van Troyen sterft na een slepende ziekte. Zijn plaats wordt op 10 maart ingenomen door een man, wiens naam in de verdere geschiedenis van de Zusters van ten Bunderen, tot op vandaag, zal blijven nagalmen: Jacobus Theodorus de Coninck, een priester van adellijke afkomst (geboren in Ieper op 1 januari 1649, als zoon van Jan de Coninck en Pieternelle Agnes Blase). Het officieel wapenschild van directeur J. T. de Coninck bestaat uit 4 vakken.
zicht op de St.-Jakobskerk in Ieper nu 1695 - De burgerschool voor meisjes kent zo'n succes dat de nood aan een ruimer onderkomen zich opdringt. Bovendien is het woonhuis zélf op het St.-Jakobskerkhof voor de 6 zusters te klein en ongezond. Directeur de Coninck kijkt uit naar een andere ruimere woning. Er staan elders in de stad nogal wat panden leeg, waarvan de bewoners voorgoed naar veiliger oorden zijn gevlucht, wegens de aanhoudende krijgsverrichtingen tussen Spanjaarden en Fransen. in deze straat stond ooit de 2de verblijfplaats van de zusters in Ieper
|