|
algemeen zicht op de kathedraal van St.-Jakob in Santiago de Compostela De kathedraal van Santiago de Compostela staat boven het graf van de apostel Jacobus, dat daar, volgens de legende, in het begin van de 9de eeuw (813)werd ontdekt. Al eeuwenlang is het een van de druksbezochte christelijke pelgrimsoorden, naast de St.-Pieter in Rome en de H. Grafkerk in Jeruzalem. Compostela's kathedraal is een van de grootste romaanse kerkgebouwen van Europa. Dit machtig heiligdom werd in 1985 door de UNESCO tot Werelderfgoed uitgeroepen en staat afgebeeld op de Spaanse muntstukken van 1, 2 en 5 eurocent. We schetsen hier de lange en bewogen bouwgeschiedenis en geven aansluitend een korte beschrijving van de buitenkant en van het interieur. de bouwgeschiedenisIn 813 vond de monnik Pelayo in het Spaanse Galicië op mirakuleuze wijze het graf terug van de heilige apostel Jakobus de Meerdere. De plaatselijke bisschop Theodimir bracht koning Alfonso II de Kuise (791-842) op de hoogte van de ontdekking. Meteen liet de Asturische vorst boven het ontdekte graf een eerste kapel optrekken. Bij opgravingen in 1946 is men op granieten funderingen gestoten van een antiek romeins mausoleum, waarop de eerste kerk stond. Maar van die eerste gebedsruimte zélf zijn (alsnog) geen sporen teruggevonden. Omstreeks 829 kwam er een kerk in de plaats, met de apostel Jakobus als schutspatroon. Ernaast verrezen nog 2 andere kerken: de ene ter ere van Johannes de Doper, de andere toegewijd aan de Heiland. Ook was er een kleine abdij (voorloper van het latere klooster van "Antealtares"), bewoond door 12 Benediktijner-monniken. Bisschop Theodomir liet dit gebouwenensemble beschermen door een ronde stenen omwalling.reconstructie van de pre-romaanse St.-Jakobskerk (ca. 899) onder koning Alfonso III. Rond 899 liet koning Alfonso III de Grote (866-910) de St.-Jakobskerk vervangen door een groter driebeukig pre-romaans heiligdom. Tijdens de opgravingen van 1946 is een marmeren trogvormige doopvont van die nieuwe kerk bovengehaald alsook enkele resten van marmeren tombes, die de graven van de apostel hadden bedekt. Vanaf nu kwamen de bedevaarten stilaan op gang. In 997 veroverde al-Mansur, de militaire commandant van het Moorse kalifaat van Cordoba, de stad Compostela. De kerk werd met de grond gelijk, maar Jakobus' graftombe bleef ongedeerd. Na de verwoestingen door de moslim-troepen gaf koning Alfonso V (999-1027) het bevel tot de restauratie (wederopbouw) van de kerk, die nog lang in gebruik bleef en pas werd afgebroken in 1112, toen de bouw van de nieuwe romaanse kathedraal ver genoeg was gevorderd. maquette van de 12de eeuwse romaanse basiliek. (A. Richard Brooks, Harvard Univ. Wegens de toename van het aantal pelgrims werd rond 1075 begonnen met de constructie door Franse bouwmeesters van de nu zo beroemde 3-beukige kathedraal in romaanse stijl. Dat was op initiatief van bisschop Diego Pelaez en koning Alfons VI van Castillië (1040-1109). In eerste fase, van 1075 tot 1088, kwamen de kooromgang en de 5 kranskapellen tot stand. Het duurde tot 1093 voor de werken energiek werden hervat onder Diego Gelmirez, oud-benediktijnermonnik van Cluny en volgende bisschop van Compostela, van 1101 tot 1120, en éérste aartsbisschop van 1120 tot 1139. Hij zorgde ervoor dat de kathedraal bijna volledig werd voltooid, met inbegrip van het schilder- en beeldhouwwerk. Vanaf 1168 tot 1188 werkte de vermaarde bouwmeester en beeldhouwer Maestro Mateo aan zijn meesterwerk, het Gloria-ingansportaal (Pórtico de la Gloria) aan de westgevel. Pas in 1211 was de monumentale kathedraal met haar 9 torens helemaal klaar. Ze werd plechtig ingewijd door bisschop Pieter de Monsontio (de componist van het "Salve Regina"!), in tegenwoordigheid van koning Alfonso IX (1188-1230). een typische bedevaartskerkplattegrond van de bedevaartskerk van Santiago de Compostela Het grondplan van de katedraal bezat de typische eigenschappen van de "bedevaartskerken" (zo genoemd door de Franse kunsthistoricus Emile Mâle in de jaren 1920), zoals die vanaf de 2de helft van de 11de eeuw werden gebouwd, om een grote massa pelgrims tegelijk op te vangen én om de reliekencultus te vergemakkelijken. De plattegrond vertoonde inderdaad opvallend veel gelijkenis met die van 2 vandaag verdwenen kathedralen, St.-Martin in Tours en St.-Martial in Limoges, en van 2 nog bestaande kathedralen, St.-Sernin in Toulouse en Ste.-Foy in Conques. Welke van de 5 kathedralen als het prototype moet worden beschouwd blijft een twistpunt onder kunsthistorici. Kenmerkend voor de bedevaartkerk van Compostela was plattegrond van de bedevaartskerken van Limoges (links boven), Santiago (rechts boven), Conques (midden), Tours (links onder) en Toulouse (rechts onder)
latere wijzigingende klokketoren, een van de barokke toevoegingen in de 18de eeuw In de loop der eeuwen ondergingen zowel het interieur als buitenkant van de 12de eeuwse romaanse kathedraal van Compostela ingrijpende wijzigingen. In de 17de eeuw verdween het oude romaanse noordportaal (Francigena-portaal of Paradijspoort genoemd). En in de 18de eeuw stopten de opeenvolgende architecten het gehele bouwwerk in het huidige barokke kleedje. De meest opvallende verbouwing had plaats tussen 1738 en 1750: een imposante westelijke voorgevel ("Obradoiro") met monumentale dubbele trap, die de oorspronkelijk romaanse façade met haar 2 torens verbergt. Daardoor bevindt de oorspronkelijke romaanse toegang tot de kathedraal (het zogeheten Gloria-portaal) zich nu in een tussenliggend voorportaal (= nartex). Hoewel de kathedraal nu de stempel draagt van de barokke, Spaans-platereske en neoklassieke stijl is het romaanse element toch nog duidelijk aanwezig, zowel aan buitenkant als in het interieur. de buitenkant van de kathedraal
de noordgevelde noordgevel van de kathedraal aan de Plaza de la Azabacheria In de 17de eeuw werd het oorspronkelijk 12de eeuws romaans portaal, de "Porta Francigena", of "Poort van het Paradijs" in de noordgevel afgebroken. Bovenaan deze neo-classicistische gevel staat een 18de eeuws beeld van de H. Jakobus, aan wiens voeten de koningen van Asturië en Leon, Alfonso III de Grote (866-910) en Ordoño II (914-924), in aanbidding knielen. De noordgevel geeft uit op de "Plaza de la Azabachería", ook "Plaza de la Immaculada" geheten. Hier stonden de kraampjes van handelaars met echte Jakobsschelpen of metalen replica's, reistassen in hertenleder en de zogeheten azabachen, dat waren gesculpteerde beeldjes en juwelen in gitzwarte jade-steen. De pelgrims, komende vanuit Frankrijk en ook Vlaanderen, die de Camino Francés hadden afgelegd, kwamen de stad binnen langs de "Puerta del Camino" en arriveerden op dit immense vierkante marktplein of "Paradijs". de huidige fontein met waterspuwende paarden op de Praza das Praterias bij de zuidgevel In het midden van dat voorplein stond vanaf 1122 de monumentale St.-Jakobsfontein, waarin de pelgrims zich wasten en reinigden alvorens de kathedraal te betreden via het noordportaal, de "Paradijspoort". De fontein had de vorm van een zevenhoekige bronzen zuil, geflankeerd door 4 leeuwen. Uit hun muilen spoot water, het symbool van de 4 Paradijsstromen, of van de 4 evangelieën, ontsproten uit een eeuwige bron, die op mystieke wijze de Kerk besproeit. Het bekken rond de fontein was groot genoeg om er minstens 15 bedevaarders te laten in baden. In de 15de eeuw werd deze fontein afgebroken. de oostgevelde H. Poort ("Portaal van de Vergiffenis") aan de oostgevel van de kathedraal De barokke 17de eeuwse oostgevel, heeft twee afzonderlijke portalen, nl de koninklijke Deur, genoemd naar het wapenschild boven de ingang, en de beroemde Heilige Poort (1611). Deze laatste is als het ware gevat in een stenen altaarstuk, met 24 romaanse sculpturen van profeten en aartsvaders (vervaardigd door de geniale Meester Mateo), die zich aanvankelijk bevonden in het oorspronkelijke koor van den kathedraal. Boven de ingang van het portaal staat de H. Jakobus tussen zijn 2 leerlingen Athanasius en Theodorus. Via dit buitenportaal komt men in een kleine binnenkoer die toegang geeft tot de eigenlijke H. Poort en uitgeeft op het koor van de kathedraal. Deze H. Poort, ook wel "Portaal van de Vergiffenis" genoemd, is enkel open tijdens de jubeljaren, dwz de jaren waarin het naamfeest van de H. Jacobus (25 juli) op een zondag valt. Santiago verkreegin de 12de eeuw van paus Calixtus II het privilege voor het vieren van een H. Jaar en het openstellen van een Heilige Poort, naar het voorbeeld van de St.-Pietersbasiliek in Rome. de Praza da Quintana aan de zuidkant van de kathedraal De oostgevel (het koor) geeft uit op de "Praza da Quintana" ook wel de "Praza dos Literarios" genoemd. Op dit voorplein werden aan de pelgrims bladen in perkamenten (vanaf de 17de eeuw in papier) verkocht met een afbeelding van de zegenende H. Jacobus en met de tekst van een lied met vele strofen, om tijdens de lange terugweg te zingen. Aan dit plein grenst de lange statige zijgevel van het klooster van het St.-Pelagiusklooster (= Convento de San Pelayo de Antealtares), gesticht in de 9de eeuw en grondig herbouwd in de 12de eeuw (in vroeg-gotische stijl) en vooral in de 16de eeuw (in renaissance-stijl). de zuidgevelhet romaanse Portaal der Edelsmeden aan de zuidgevel van de kathedraal Hier bevindt zich het Portaal van de Edelsmeden ("Puerta de las Platerias") met 2 bogen (tympanen) dat het best bewaarde deel is van de oorspronkelijke 12de eeuwse romaanse basiliek. De taferelen dateren uit de jaren 1112-1117 en zijn het werk van o.m. beeldhouwers uit het Franse Conques en Toulouse. Toch vormt het portaal geen homogeen geheel. Allicht zijn er beelden aan toegevoegd van de vroegere westgevel en van de "Puerta Francigena", het oorspronkelijke 11de eeuwse romaanse noordportaal (dat in de 18de eeuw werd afgebroken). Het linkertympaan toont de bekoring van Jezus in de woestijn, met o.m. een half-naakte overspelige vrouw. Adam en Eva verjaagd uit het Aards Paradijs. Fragment van het Portaal der Edelsmeden In het rechtertympaan zijn voorstellingen van de geseling en doornenkroning van Jezus, de genezing van een blinde en het bezoek van de 3 Wijzen uit het Oosten. Op de centrale sierlijst staan Jezus en de aartsvader Abraham, taferelen uit het Oude Testament en 4 engelen. Op de linkerflank van het portaal: de vedelspelende koning David, de schepping van Adam en de zegenende Christus. Aan de linkerkant van de voorhal: de verdrijving van Adam en Eva uit het Aards Paradijs, een afbeelding die eveneens afkomstig is van het verdwenen noordportaal. Het Portaal van de Smeden geeft uit op de Praza das Praterias, waar in de middeleeuwen zilveren juwelen werden verkocht aan aan vermogende bedevaarders. Rechts ervan is de fraaie barokke klokketoren (Torre del Reloj) die dateert van het einde van de 17de eeuw. de westgevelde voorgevel (Obradorio) aan de westzijde van de kathedraal De westgevel, de "Obradorio" (Galicisch woord voor "Gouden Werk"), is de eigenlijke voorgevel van de kathedraal. Het is een meesterwerk van laat-barokke bouwstijl, opgetrokken tussen 1738 en 1750. De imposante gevel wordt geflankeerd door twee 76 m hoge middeleeuwse torens. In de deur van de linkertoren staat een beeld van Zebedeus, vader van de apostel Jakobus. De deur van de rechtertoren (Torre das Campas) is getooid met een beeld van Maria Salome, Jakobus' moeder. Op de geveltop prijkt het beeld van St.-Jakob. Daaronder de beeltenis van zijn 2 leerlingen Athanasius en Theodorus, in pelgrimskledij gehuld, die een voorstelling van het graf van de apostel flankeren. de 14de eeuwse zilveren reliekbuste met de schedel van de H. Jacobus Onder de ingangstrappen van het voorportaal is een 11de eeuwse romaanse crypte die lijkt op een echte kerk met schip omringd door absiden, een dwarsbeuk en 2 zijbeuken. In deze ruimte is een grote collectie replica's van oude muziekinstrumenten, zoals die zijn gebeeldhouwd op het Gloria-portaal. Hier kwamen de middeleeuwse pelgrims bidden bij de "caput argenteum", een buste-reliekhouder (vervaardigd in 1332), die de schedel bevat van apostel St.-Jacobus de Mindere van Alpheus en bisschop van Jeruzalem. Verder kan men er enkele archeologische resten van het middeleeuws klooster en van de oorspronkelijke romaanse gevels bezichtigen. Vanaf de balustrade ziet men aan de linkerzijde de H. Suzanna en de evangelist Johannes, en op de rechterzijde de H. Barbara en de apostel Jacobus de Mindere. Het gebouw aan de rechterkant is het klooster. Aan de linkerkant, bevindt zich het romaanse paleis van bisschop Gelmírez (= El Pazo de Xelmírez) met een 18de eeuwse voorgevel, de huidige ambtwoning van de aartsbisschop. het Hostal de los Reyes Catolicos op de Plaza del Obradirio De imposante barokke westgevel geeft uit op de uitgestrekte Plaza del Obradoiro, een grote esplanade omringd door enkele indrukwekkende gebouwen, o.m. aan de noordzijde het schitterende hospitaal (in de typisch Spaanse plateresque-stijl van die tijd) voor de opvang van pelgrims, "Hostal de los Reyes Catolicos", opgericht tussen 1501 en 1512 op initiatief van koning Ferdinand van Aragon en zijn gemalin Isabella van Castilië, ter vervanging van het oude hospitaal op de "Plaza de la Azabachería" aan de noordgevel. Het is nu een 5 sterren luxe-staatshotel (= parador de turismo). Aan de overkant van het plein ziet men het vroegere 18de eeuwse bisschoppelijk paleis, "El Palacio de Rajoy", nu het stadhuis van Santiago. Aan de zuidzijde van het plein staat het "Colegio de San Jerónimo", aan het eind van de 15de eeuw opgericht voor arme studenten, nu het rectoraat van de stadsuniversiteit. het portaal van de verheerlijkinghet middengedeelte van het Portaal van de Verheerlijking De pelgrims gaan de kathedraal binnen via een indrukwekkende dubbele trap en belanden in een voorhal (narthex), die wordt gedomineerd door het 12de eeuwse driedelig romaans portaal, de "Portico de la Gloria", waarop het het Hemels Jeruzalem en het Laatste Oordeel zijn afgebeeld, gebeeldhouwd door Maestro Mateo tussen 1168 en 1188. Tot de 17de eeuw vormde dit reusachtig Portaal van de Verheerlijking met zijn 3 tympanen en ruim 200 personages - nog steeds het pronkstuk van de kathedraal - de eigenlijke ingang, maar is nu verborgen achter de barokke gevel (Obradoiro). Het is een van de hoogtepunten van de romaanse beeldhouwkunst in Europa. musicerende ouderlingen van de Apocalyps. Fragment van het middentympaan. In het schitterend en imponerend midden-tympaan prijkt Christus als Rechter en Verlosser, omringd door de symbolen van de 4 evangelisten en door engelen met de Passie-werktuigen. In de omlijstingsboog van het tympaan zitten de 24 ouderlingen van de Apocalyps met een muziekinstrument in de hand. Op de middenzuil is de H. Jacobus gesculpteerd, met in zijn hand een band met de tekst "Misit me Dominus" (Latijn voor: de Heer zond me). Eronder is de boom van Jesse (de stamboom van Jezus) bekroond met een kapiteel dat de Drievuldigheid voorstelt. het beeld van de geknielde Meester Mateo (?), die het Gloria-portaal scultpteerde. Aan de achterkant van deze middenzuil is het beeld van een geknield personage, hoogst waarschijnlijk een zelfportret van Meester Mateo, de beroemde 12de eeuwse meester-architect en beeldhouwer van het portaal. Op de zijkanten van het middenportaal staan de beelden van de apostelen en van de Oud-testamentische profeten. De beide zijportalen zijn gewijd aan de 2 rivaliserende religies. Het tympaan van het linkerportaal van de Joden toont taferelen uit het Oude Testament. Het tympaan van het rechterportaal van de Heidenen wordt gedomineerd door de figuren van Christus en van de aartsengel Michael, met daarrond de hel (gesymboliseerd door duivels), de hemel (met kinderen, symbool van de geredde zielen) en, aan de zijkant, het vagevuur. het interieurde middenkoepel, boven de kruising van het schip en de dwarsbeuk
het koorhet beeld van de zittende apostel Jakobus, boven het hoofdaltaar In het midden van het koor, pal boven de grafcrypte, staat het hoofdaltaar. Onder een immens baldakijn, in een uitbundig barokke nis, prijkt het beeld, in gepolychromeerde steen, van de zittende St.-Jakobus (1211). Het beeld is bedekt met een grote zilveren schoudermantel versierd met schelpen, op het einde van de 17de eeuw geschonken door bisschop Monroy. In zijn linkerhand heeft de heilige zijn wandelstaf en in de andere een smalle vaan met de tekst: "Hic est corpus Iacobi Apostoli et Hispaniarum Patroni", en wijst naar beneden naar de crypte onder het altaar. Voor het altaar van St. Jacob hingen 3 grote zilveren kroonluchters met elk 7 branders, geschonken door Alfonso I , koning van Aragon. de kranskapellenDe 5 kapellen rond de kooromgang vormen samen een waar museum met schilderijen, retabels, reliekhouders en beelden die in de loop der eeuwen zijn geschonken. De middelste romaanse kapel van de Zaligmaker ("Capela de San Salvador") is de oudste. Hier startte immers de bouw van de kathedraal in 1075. Het was in deze kapel dat de pelgrims, na de biecht en de communie, het officiële formulier - de zogeheten Compostela - ontvingen, dat als bewijsstuk gold bij hun terugkeer dat ze de bedevaart hadden afgelegd. In de Middeleeuwen werd deze Zaligmaker-kapel - waarin een 16de eeuws altaarretabel in gepolychromeerd albast te bewonderen is - de "kapel van Frankrijk" genoemd omdat koning Karel V (die regeerde van 1364 tot 1380) een belangrijke geldsom schonk opdat elke dag in de kapel een mis zou worden opgedragen voor de voorspoed van zijn land.de graftombe van St.-Jakobushet zilveren reliekschrijn met de stoffelijke resten van de H. Jakobus in de crypte Dit was en is nog steeds het ultieme reisdoel van elke Santiago-pelgrim: nederdalen in de crypte onder het hoofdaltaar en er de relieken van de H. Jakobus groeten. Het lichaam van de apostel werd eeuwenlang bewaard in een marmeren sarkofaag. Ook zijn 2 leerlingen, de HH. Athanasius en Theodorus, lagen er begraven. In 1886 werden de stoffelijke resten van Jakobus overgeplaatst in een nieuw zilveren schrijn, 2 jaar nadat paus Leo XIII het gebeente van Jakobus en van zijn twee leerlingen als authentiek had bestempeld. De huidige crypte, die dateert uit 1891, is groter dan de middeleeuwse romaanse grafkelder om toegang te verlenen tot méér pelgrims tegelijk. de schatkamerde Kapel der Relikwieën, met een gouden kruisbeeld, dat een reliek van het H. Kruis zou bevatten In de kapel der Relikwieën (Capela do Relicario is een indrukwekkende collectie te bekijken van relieken, geschonken en aangebracht vanuit alle uithoeken van Europa sinds de 11de, o.m. een gouden kruisbeeld (874) met een relikwie van het H. Kruis en een klein retabel van albast en gepolychromeerd hout, geschonken door de Engelsman John Goodyear in 1456. de graftombe van de 12de eeuwse koning Ferdinand II De schat van de kathedraal bevindt zich in de zuidelijke kruisbeuk van de kathedraal, nl. in de gotische San Fernandokapel, toegewijd aan koning Ferdinand II, koning van Castilië (+ 1188). Bij de ingang staat de graftombe van bisschop Theodomir, ontdekt tijdens opgravingen in 1959. Binnen treft men tal van sarkofagen en grafplaten aan van koningen, o.m. die van Ferdinand II. Ook is er een tympaan met een zeldzame 13de eeuwse voorstelling van de H. Jakobus op zijn paard (Matamoros). het archiefde archiefzaal van de kathedraal van Compostela In de bibliotheek van het kapittel van de kathedraal kan men het oorspronkelijk manuscript bewonderen van de "Liber Sancti Jacobi" ("Boek van Jacobus") ook wel "Codex Calixtinus" ook geheten. Het handschrift zou omstreeks het jaar 1140 geschreven zijn op aanvraag van paus Calixtus II en omvat 5 boeken. Het beroemdste deel is 5de boek, de "Gids voor de pelgrim naar St.-Jacobus van Compostela", zonder sluitende bewijzen toegeschreven aan Aimey Picaud, een monnik uit het Franse Parthenay le Vieux (Poitou). De gids bevat interessante inlichtingen over de bedevaart in het algemeen, over de verschillende routes en ook vele praktische details, zoals de drinkbaarheid van het water, het eten, de uitgaven onderweg, de gevaren en lasten van de reis, de plaatsen waar relieken werden bewaard, de eigenaardigheden en hebbelijkheden van de bewoners van de streken waar de pelgrims door moesten. Aan de hand van deze gids kan men zich nu nog een mooi beeld vormen van de omstandigheden waarin de bedevaart verliep. beeld van de H. Jakobus boven de kathedraal, wakend over Santiago de Compostela
|