|
Joseph Mobutu en zijn vrouw 1965 - Na 5 jaren van extreme politieke instabiliteit en chaos onderneemt de stafchef van het leger (nu luitenant-generaal) Joseph Mobutu, op 25 november een nieuwe (door de CIA gesteunde) staatsgreep en eigent zich alle regeringsmachten toe. Hij zet Kasavubu af en roept zichzelf officiëel uit tot president. Het begin van een feitelijke dictatuur die 30 jaar zal duren. 1966 - Op 30 juni verandert de naam van de hoofdstad: Leopoldstad wordt Kinshasa. De titel "Republique Démocratique du Congo-Kinshasa" wordt aangenomen. Deze herbenamingsactie gaat ook nog verder in 1971. 1967 - Mobutu laat een nieuwe grondwet opstellen, waardoor het centraal gezag aanzienlijk wordt versterkt, ten koste van de provinciale besturen. Bij verkiezingen in juni, waarbij de vrouwen voor de eerste maal stemrecht krijgen, wordt de constititutie goedgekeurd. De grondwet verbiedt de politieke partijen en maakt de "Mouvement Populaire de la Révolution" (MPR) tot de enig toegestane politieke groepering. Een aantal politieke tegenstanders (ex-premier Kimba en 3 van zijn ministers) wordt na een schijnproces op Pinksterdag opgehangen. huurlingenleider kolonel Jean Schramme Maar later gaan 2500 Katangese gendarmes aan het muiten. Blanke huurlingen, misnoegd over het achterwege blijven van betaling, maken zich, onder leiding van Jean Schramme, meester van de stad Bukavu, waar zij pas op 5 november uit verdreven kunnen worden. Deze opstand van de huurlingen geeft weer aanleiding tot excessen tegen Europeanen, voornamelijk Belgen. 1970 - Mobutu haalt het in november bij de eerste presidentsverkiezingen in Congo. Hij is de enige kandidaat van de MPR, de enige toegelaten partij in het land. de vlag van Zaïre (1971-97) 1971 - De politiek van zaïrisering, onder de naam "retour à l'authenticité" wordt voortgezet. Mobutu lanceert een brede campagne om het Afrikaans bewustzijn van de bevolking te verhogen door alle oorspronkelijk Europese plaats- en eigennamen te Afrikaniseren, om zo de sporen van het koloniale bewind zoveel mogelijk uit te wisselen. Mobutu geeft het voorbeeld: hij noemt zich voortaan "Mobutu Sese Seko Kuku Ngbendu Wa Za Banga". De naam van het land wordt op 27 oktober officieel omgedoopt tot Zaïre. Katanga wordt Shaba, Coquilhatstad wordt Mbandaka, Stanleystad verandert in Kisangani, Elisabetstad heet voortaan Lubumbashi, enz. Er komt een nieuwe munt, de Zaïre, ter vervanging van de Frank. 1973 - De regering Mobutu streeft er tevens naar om op economisch gebied meester in eigen land te worden. De bestaande concessies van gronden en mijnen worden 'gecongoliseerd': de mijnbouwmaatschappij "Union Minière" komt in handen van de "Société Générale Congolaise des Minérales" (Gécomines, later Gécamines). Alle buitenlandse ondernemingen worden in één klap genationaliseerd. Kleine bedrijven in handen van buitenlanders worden verplicht een Zaïrees aan het hoofd te zetten. Maar dit beleid helpt de grote massa armen niet echt vooruit. 1976 - Al na 3 jaar moet president Mobutu deze drastische besluiten grotendeels ongedaan maken, wegens de daling van de produktie en door de toename van de buitenlandse schuld. De voormalige eigenaren krijgen 60% van de aandelen van hun vroeger bedrijf terug. inzet van VN blauwhelmen om rebellen buiten de landsgrenzen te houden 1977 - Het regime van Mobutu, dat krachtig wordt gesteund door een aantal westerse industrielanden, stuit op toenemende binnenlands verzet. Guerrillatroepen van het Kongolese Nationale Bevrijdingsfront (FLNC), doen vanuit Angola een aanval op de ertsenrijke provincie Shaba (het vroegere Katanga). Deze troepen bestaan hoofdzakelijk uit ex-gendarmes van Tsjombe. Met de steun van VN, en met behulp van troepen uit Frankrijk, Marokko en België lukt het Mobutu om de rebellen te verdrijven. Er volgen grondige zuiveringen in het overheidsapparaat en in de legerleiding. 1978 - In mei trekken opnieuw FNLC-verzetstrijders de provincie Shaba binnen. Ook nu moeten buitenlandse mogendheden ingrijpen en pas na luchtlandingen van Franse en Belgische para's rond Kolwezi kunnen de opstandelingen worden verdreven. Er wordt een inter-Afrikaanse troepenmacht in het ontustig gebied gestationeerd. Het ingrijpen van de westerse landen lokt zware kritiek uit in het Oostblok en Zaïre verbreekt de betrekkingen met de Sovjet-Unie. Onder druk van de westerse landen en na het aanbieden van uitgebreide financiële en militaire hulp, is Mobutu bereid opnieuw betrekkingen met Angola aan te knopen en verdragen te sluiten met Ghana, Senegal en Zambia. een kleine bovenlaag verrijkt zich, terwijl de grote massa in Zaïre in armoede leeft 1979 - De slechte economische situatie en de steeds weer opduikende geruchten over de slechte behandeling van politieke tegenstanders, de zelfverrijking, de vriendjespolitiek en de grootscheepse corruptie van Mobutu, zijn naaste medewerkers en familie, leiden tot een langzame ineenstorting van het staatsapparaat en tot aanzwellend verzet tegen het regiem. Het persoonlijk bezit van Mobutu wordt geschat op 4 miljard dollar (bewaard in Zwitserse bankkluizen), ongeveer even groot als de buitenlandse schuld van Congo. De schuldenlast loopt zo hoog op dat het IMF en de Wereldbank ingrijpen en volledig 's lands economisch en financieel beleid controleren. 1986 - Mobutu's autocratische bewind blijft in binnen- en buitenland blootstaan aan groeiende kritiek, vanwege schendingen van mensenrechten, corruptie en economisch wanbeleid. Door de ineenstorting van de Sovjetunie wordt Mobutu door de VS niet langer als een bondgenoot beschouwd en is Zaire geen anti-kommunistisch bastion meer in de koude oorlog. Mobutu weet zich echter staande te houden door voortdurende reorganisaties van regering en partij en door behendig politiek laveren. Zo tekent Zaïre een grensverdrag met Zambia en een samenwerkingsovereenkomst met Angola. zicht op de Zaïresche hoofdstad Kinshasa 1990 - Een demonstratie van studenten op de universiteitscampus van Lubumbashi wordt hardhandig neergeslagen door de presidentiële garde. Zowat 500 betogers zouden zijn omgekomen. Na dit bloedbad schort België zijn hulp aan Congo op (700 ontwikkelingshelpers keren terug) en ziet af van kwijtschelding van oude schulden. Pas in 1992 zal een verzoening tussen beide landen plaatsvinden, die een hervatting van de hulp mogelijk maakt. 1991 - Onder toenemende druk van binnen- en buitenland worden het meerpartijenstelsel heringevoerd. Een "Conférence Nationale Souveraine" (CNS), een "Nationale Conferentie" komt bijeen op 7 augustus, waarin de oppositiepartijen, verenigd in de "Union Sacrée", de Heilige Unie", een nieuwe grondwet gaan voorbereiden. Maar in het hele land groeit de tegenstand tegen Mobutu. In de grote steden heerst volledige anarchie en wordt op grote schaal geplunderd. België en Frankrijk sturen op 25 september troepen om het merendeel van de overgebleven Europeanen te evacueren. Na de onlusten ziet Mobutu zich gedwongen de voorman van de oppositie-partijen, Etienne Tshisekedi, voorzitter van de socialistische UDPS, tot premier te benoemen. Maar de bevoegdheden tussen president (die controle over veiligheidsapparaat en belangrijke ministeries behoudt) en premier zijn niet helder afgebakend, wat verlammend werkt, zodat de bestuurlijke crisis voortduurt. UDPS-voorzitter Etienne Tshisekedi 1992 - De Nationale Conferentie verzinkt in een moeras van blabla, terwijl Mobutu stevig in het zadel blijft. Begin december sluit de Conferentie haar werkzaamheden af en benoemt een "Haut Conseil Républicain" (HCR), een "Hoge Republikeinse Raad" met wetgevende en controlerende bevoegdheden. Inmiddels verspreidt de anarchie zich verder over het land en slaan in december soldaten op sommige plaatsen aan het muiten en eisen uitbetaling van hun soldij. 1993 - De "Hoge Republikeinse Raad" spant een afzettings-procedure aan tegen president Mobutu wegens hoogverraad. Het hoofddoel van de H. Unie, het afzetten van Mobutu, wordt niet bereikt. Bij opstanden en plunderingen in Kinshasa vallen minstens 1000 doden. In juli raken demonstranten slaags met leger en politie, en hierbij vallen tussen de 4 en 6.000 doden. In oktober wordt het geldwezen gesaneerd met de invoering van een nieuwe munt, de "Nouveau Zaire", gelijk aan 3 miljoen oude Zaire. Mobutu benoemt Faustin Birindwa tot nieuwe eerste minister. Maar Tshisekedi weigert zijn premierschap op te geven en vormt een schaduwkabinet. De politieke verwarring escaleert en Mobutu raakt daardoor internationaal compleet geïsoleerd. Laurent Monsengwo, aartsbisschop van Kisangani 1994 - Onder de naam "Haut Conseil Républicain" (HCR), de "Hoge Republikeinse Raad", verzamelen zich de rivaliserende krachten van de presidentiële meerderheid en de oppositie, onder het voorzitterschap van de aartsbisschop van Kisangani, Laurent Monsengwo. In juni kiest de HCR, met een geringe meerderheid, Leon Kengo wa Dondo tot premier. Kengo is de leider van de gematigde oppositiepartij URD. Onderhandelingen over de vorming van een regering van nationale eenheid lopen op niets uit. Premier Kengo kondigt een bezuinigingsprogramma af in een poging de inflatie van 8500% per jaar te bedwingen. stroom Rwandese vluchtelingen richting Oost-Zaïre De burgeroorlog in het naburige Rwanda (waar de Tutsi's aan de macht zijn gekomen) brengt in juli een stroom van zowat 1,5 miljoen Hutu-vluchtelingen op gang naar het oosten van Zaïre. De vluchtelingen leven er in mens-onterende omstandigheden in kampen. een van de kampen met Rwandese vluchtelingen 1995 - Rwandese Hutu-milities proberen, in samenwerking met Zaïrese Hutu’s, hun positie te consolideren rond de vluchtelingenkampen waarbij duizenden doden vallen en tienduizenden op de vlucht slaan. De verzetsbewegingen verenigen zich in de "Alliance des Forces Démocratiques pour la Libération du Congo-Zaïre" (AFDL). Door de opmars van het rebellenleger, o.l.v. van Laurent-Désiré Kabila, in Oost-Zaïre verliezen de Hutu-milities hun greep op de Rwandese vluchtelingen en zo’n 600.000 Hutu’s keren terug naar Rwanda. de zieke president Mobutu in de nadagen van zijn 30-jarige dictauur 1996 - Het verblijf van president Mobutu in Lausanne voor een behandeling van prostaatkanker, veroorzaakt in Kinshasa een machtsvacuüm, waarin premier Kengo en de legerleiding tegenstrijdige orders geven. Grote delen van het land, zoals de provincies Shaba, Kasai en Noord- en Zuid-Kivu onttrekken zich aan het centrale gezag. Het gedemoraliseerde, slecht uitgeruste, slecht georganiseerde en slecht betaalde regeringsleger biedt nauwelijks weerstand aan de rebellen, maar zaait wel op zijn terugtocht dood en verderf onder de burgerbevolking. Ten einde raad benoemt president Mobutu Tshisekedi tot premier. Na een week wordt deze vervangen door generaal Bolongo. Wanneer Kabila’s AFDL-rebellen Lubumbashi, de hoofdstad van Shaba en de tweede stad van Zaïre, hebben veroverd, stellen ze Mobutu het ultimatum binnen 3 dagen het land te verlaten, maar de president legt dit naast zich neer. De rebellen van Kabila hervatten hun offensief en veroveren Kananga, de hoofdstad van de provincie West-Kasai, en de mijnstad Kolwezi in Shaba. rebellenleider Laurent Kabila, opvolger van president Mobutu in 1997
1997 - Na een 3000 km lange overwinningstocht trekken de opstandige troepen van Kabila op 17 mei de hoofdstad Kinshasa binnen. De dag voordien is de doodzieke Mobutu naar het Marokkaanse Rabat gevlucht, waar hij in september in een ziekenhuis overlijdt aan de gevolgen van prostaatkanker. Kabila roept zichzelf uit tot president, schakelt zijn belangrijkste rivalen (o.m. oppositieleider Etienne Tshisekedi) uit en maakt bekend dat Zaïre voortaan "République Démocratique du Congo" (DR Congo) zal heten. vlag van de DR Congo sinds 1997
|