|
|
Missiepost Basankusu - gezondheidszorg |
interieur van het hospitaal
kindertehuis
Vanaf 1928 beschikken de zusters over een weeshuis waarin ze babies van zieke of gestorven moeders of zwakke boorlingen verzorgen. 's Nachts wordt er in de crèche gewaakt. De zusters stoppen met de opvang van weeskinderen in 1940. Voortaan komen de babies zonder ouders of moeder bij hun familie, of indien nodig, in het hospitaal. Het weeshuis wordt heringericht als klaslokalen en slaapzaal voor de metropolitane school van blanke kinderen.
dispensarium
dagelijkse ziekeverzorging
Sedert de pionierstijd hebben de zusters een eigen dispensarium (= medisch consultatiebureau), inclusief een kleine apotheek, in een bijgebouw van de missiepost. Elke werkdag, voor en na de schooluren, staat een zuster-verpleegster klaar om de vele zieken uit de brede omgeving, die zich aanbieden met o.a. malaria, kinderverlamming, bronchitis, wonden, syphilis, melaatsheid, TBC, slaapziekte, ondervoeding, buikloop en - vooral de laatste jaren - AIDS te verzorgen, de nodige geneesmiddelen toe te dienen of, zo nodig, door te sturen naar het nabijgelegen (staats)hospitaal van Basankusu. Op zaterdagnamiddag is er consulatie van zuigelingen en toekomstige moeders, ook aan huis.
(staats)hospitaal en -materniteit
het hospitaal met zijn 6 paviljoenen (1931)
Eind 1930 komt de Apostolische Afgevaardigde van de H. Stoel Mgr Dellepiane op bezoek in Basankusu en spoort de zusters aan om te werken in het plaatselijke staatshospitaal annex materniteit voor blanken en zwarten. Op dat moment draait het dispensarium van het klooster toch op een zeer laag pitje. Vanaf halfweg juni 1931 gaan Zr Praxedis en Zr Pacifique aan de slag als verpleegsters in het hospitaal, dat bestaat uit 6 paviljoenen (met elk 12 bedden), een operatiegebouw, een sterilisatie- en instrumentenkamer, plus een materniteit, met (tot 1960) afzonderlijke gebouwen voor blanke en zwarte moeders. Een van de zuster is verantwoordelijk van de apotheek. Voortaan volgen de zusters, die bestemd zijn voor de medische zorg, voor hun vertrek, cursussen aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen en lopen 1 maand stage in het hospitaal van Leopoldstad.
inheemse keuken in het hospitaal (1988)
Zr Marie-Joséphine. Materniteit Basankusu (1955)
Zr Lydwina. Materniteit Basankusu
luxe-kamer in de materniteit (1987)
een ziekenzaal
In het begin verzorgen de zusters in de materniteit enkel de Congolese vrouwen en hun kinderen. Maar weldra verlangen ook de blanke vrouwen de hulp van een religieuze verpleegster. Tot 1990 blijven continu 2 missiezusters aan de slag in het hospitaal. Vanaf 1982 is er ook een inlandse zuster werkzaam. Ze bieden ook hulp aan TBC-lijders en aan melaatsen in hun isolatiekamp van Bokungu. Maar bij het definitieve vertrek van de Belgische zusters in 1996 neemt de Congolese zustercongregatie "Soeurs Thérésiennes" hun werk in het staatshospitaal niet over. Wél is een inheemse religieuze verantwoordelijk voor het medisch centrum en de apotheek van het bisdom.
opleiding tot vroedvrouw
de verloskamer
Vanaf 1955 houdt Moeder Marie-Jeanne zich bezig met de opleiding tot (hulp)vroedvrouw van meisjes, die 3 jaar huishoudschool hebben gevolgd. Het "Fonds du Bien-être Indigène" (F.B.I.), ofwel "Fonds voor het Welzijn van de Inlanders" trekt zelfs voor deze vroedvrouwenschool het zogeheten "wit gebouw" op (afgewerkt in 1957), maar dit zal vanaf de jaren 60 worden gebruikt door de humanioraschool. Tussen 1962 en 1968 nemen de dokter en de zuster-vroedvrouw in de staatsmaterniteit de opleiding over. Deze is gespreid over 2 jaar en omvat zowel theorische lessen als praktijk (stage). De leerlingen verblijven intussen in het internaat, bij de leerlingen van de monitricenschool. Vanaf 1968 is deze opleiding overgeheveld naar een school in Mbandaka.
kinderconsultaties in het binnenland
kinderverpleging in de begintijd in Basankusu
Een tiental jaren lang blijft de consultatie van kinderen en zwangere vrouwen beperkt tot Basankusu. Maar gealarmeerd door de voortdurende daling van het bevolkings- en geboortecijfer dringt Mgr Wantenaar er bij de zusters sterk op aan om deze consultaties uit te breiden tot het binnenland.
startensklaar met de "baby-bus" (BBB!!) naar het binnenland
Vanaf 29 juli 1937 gaan 2 zusters - soms vergezeld van een verpleger - één keer per week met een kleine vrachtauto (een gift van het "Fonds du Bien-être Indigène") op rondreis naar een aantal dorpen, waarvan sommige zelfs 125 km zijn verwijderd. Tijdens deze afmattende tocht langs krakkemikkige wegen, doen ze - op voorhand aangekondigde dagen en uren - de aangeduide vaste 16 posten aan, plus de hulpdispensaria van de Staat in de brousse en in de grote plantages. De zusters wegen en verzorgen zuigelingen, onderzoeken toekomstige moeders en geven medische hulp en de nodige geneesmiddelen aan iedereen die zich aanbiedt. Op deze rondreizende kinderconsultaties worden vooral kinkhoest, bronchitis, mazelen, buikloop, griep, tetanos, ontstoken ogen of luchtwegen, schurft, bloedarmoede, waterpokken en ondervoeding aangetroffen. Elke zuigeling krijgt preventief wat vloeibare quinine toegediend tegen malaria.
distributie van kinderkledij
Deze ambulante en preventieve vorm van gezondheidzorg kent een heel groot sukses in de streek. Tijdens WO II (1940-45) is de dienstverlening gebrekkig wegens een accuut gebrek aan brandstof en geneesmiddelen. Niettemin gaat het geboortecijfer van de Mongo's, die met uitsterven waren bedreigd, voortdurend in stijgende lijn: in 1930 (voor de consultatie in het binnenland) waren er slechts 5 geboorten in de materniteit van Basankusu; in 1951 is dat cijfer opgelopen tot 500, dat is honderd maal méér!! Door het stelselmatig toedienen van geneesmiddelen en vaccinaties begint de strijd tegen de gevaarlijke slaapziekte en malaria al snel vruchten af te werpen.
Zr Godelieve Deryckere op "kinderjacht"
Later wordt gebruik gemaakt van een grote zélf aangekochte Ford-camion, in de dagelijkse omgang de "BBB" ("Ba-By-Bus"!!) genoemd, waarop de Mil Hill broeders een overdekte cabine met schuifluiken hebben geplaatst. Deze soliede vrachtwagen is polyvalent:
- Bij elke reis worden de zwaar zieken, de aanstaande moeders en weeskinderen erin vervoerd naar het (staats)hospitaal van Basankusu. Ook onderweg worden stervenden, lammen en en gehandicapten opgepikt.
- Onderweg worden voorraden fruit, groenten en droge vis gekocht en meegebracht naar de missie.
- De camion biedt voldoende ruimte om in de dorpen voedselpakketten van de ouders voor hun dochter in het internaat mee te nemen
- Bij het begin van elke grote vakantie kan deze camion de (tientallen!!) internen naar huis brengen en ze, na de vakantie, weer ophalen in de dorpen om ze (met al hun bagage!) afgeladen vol naar de missiepost van Basankusu te voeren.
Later (zeker in 1986) zijn de 2 blanke zusters vergezeld van een zwarte zuster. Helaas moeten deze succesvolle consultaties in het binnenland vanaf 1991 worden stopgezet, wegens een tekort aan personeel en aan brandstof, en door de onbruikbaarheid van de wegen. Wel is er in de brousse een netwerk gebleven van staats-dispensaria, die regelmatig het bezoek krijgen van een dokter (o.m. "Artsen zonder Grenzen") of van een inlandse zuster of verpleger.
hulp aan melaatsen
een lepralijder
Van 1935 af tot 1980 doen de zusters ook aan melaatsenzorg in het lepra-kamp bij het hospitaal. Tijdens hun wekelijkse consultatieronde in het binnenland houden de zusters met hun vrachtwagen halt aan de staatsleprozerie in het dorp Bokungu, op 12 km van Basankusu, om er kledingstukken, voedsel, verbanden, geneesmiddelen en versnaperingen uit te delen aan de enkele tientallen melaatsen. In de loop der jaren is de strijd tegen de lepra stilaan gewonnen: in 1981 verblijven er nog slechts 25 (vrijwel helemaal genezen) ex-patienten in Bokungu. Wanneer tijdens de consultatiereizen of op school symptomen van mogelijke melaatsheid worden vastgesteld sturen de zusters de betrokkene discreet (want op de ziekte rust nog steeds een taboe!) - naar het dispensarium, waar de zuster-verpleegster de vereiste geneesmiddelen geeft.
sociaal werk
In de "Foyer Social", best te omschrijven als een centrum voor sociaal-culturele dienstverlening, leren de zusters volwassen vrouwen de basisvaardigheden aan voor de kinderverzorging en voor de huishouding. Regelmatig worden er kook- en naailessen gegeven.
|