Pater C. Lievens, met priesterhoed en een dikke wollen sjerp. Schilderij. Moorslede, Lievensmuseum (Foto: Lievensmuseum).
CONSTANT LIEVENS werd in 1856 geboren op de Moorsleedse wijk "De Koekuit", als 7de kind in een landbouwersgezin van 11. Na de dood van zijn moeder in 1867 bleef hij uit de school weg en hielp op de boerderij.
Het geboortehuis van C. Lievens op de Koekuit. Zo zag de "Lievenshoeve" er in 1876 uit.
Drie jaar later, in oktober 1870, kon hij, door tussenkomst van de pastoor, zijn humaniorastudies beginnen in het Klein-Seminarie in Roeselare, waar hij een klasgenoot was van de dichter Albrecht Rodenbach, ten tijde van "de Groote Stooringhe" (1875), de studentenopstand tegen het gebruik van het Frans in het onderwijs in Vlaanderen.
De "Wonderklasse". C. Lievens staat 3de van rechts, in de 1ste staande rij (© Wikimedia).
In 1876 beëindigde Constant de Retorica, in wat men "de Wonderklasse" noemde van priester-leraar Hugo Verriest. Lievens besliste om priester te worden. Na 1 jaar wijsbegeerte in het Klein Seminarie van Roeselare trok hij in 1877 naar het Groot-Seminarie in Brugge om er theologie te studeren. Lievens verlangde ernaar om missionaris te worden en verhuisde daarom al na één jaar theologie naar het noviciaat (2 jaar) van de Jezuïeten in Drongen. Op 22 oktober 1880 legde hij zijn kloostergeloften af en scheepte nog diezelfde dag in te Oostende om, via Londen, "voor altijd" naar de Bengaalse Jezuïeten-missie in Brits-Indië (hoofdplaats Calcutta) te reizen.
Pater Lievens omringd door Indiase Adibasi-kinderen.
Na zijn aankomst in Calcutta maakte Constant Lievens zijn theologie-studies af. In 1883 werd hij tot priester gewijd in Calcutta en bleef er nog tot het einde van dat jaar les geven in het plaatselijk "Saint Xavier's College". Dan werd hij benoemd voor de missie van Chotanagpur (350 km ten noordwesten van Calcutta). In 1885 vestigde hij zich in Torpa waar hij de verdediging op zich nam van de plaatselijke oerstammen, de zogeheten Adibasi, die behoorden tot de economische en maatschappelijke onderlaag van de Indiase samenleving en die werden onderdrukt en uitgebuit door landeigenaars, geldschieters en ambtenaren.
Knielende Adibasi-bekeerling, aan de voet van het standbeeld, klaar om gedoopt te worden door pater Lievens.
In 1888 werd Constant Lievens hoofdverantwoordelijke voor de missionering in Chotanagpur en verhuisde naar Ranchi. De bewoners kwamen van heinde en ver met hun problemen en grieven bij Lievens. Zélf reed hij met zijn paard naar de omliggende dorpen om er de klachten van de mensen te aanhoren. Zo bekeerde hij hele dorpen tot het christendom. Lievens zette zich niet alleen in voor de kerstening van het hem toegewezen gebied, maar ook voor onderwijs, caritatieve werken en meer respect voor de mensenrechten. Na amper 7 jaren missioneringswerk waren er in "de Lievensmissie" naar schatting 100.000 katholieken, waarvan er 27.000 eigenhandig door Lievens waren gedoopt! Maar zijn mateloze inzet, zijn strijd tegen onrecht, zijn vele reizen en het tropische klimaat eisten een zware tol.
Totaal uitgeput en door tering geveld ging Lievens in 1892 rusten te Daarjeeling, aan de voet van het Himalayagebergte. Hij stemde in met een medische behandeling in Vlaanderen, op voorwaarde dat hij later zou mogen terugkeren naar Ranchi. Hopend op een spoedige genezing verliet hij Calcutta op 23 september en kwam op 7 oktober aan in het klooster/noviciaatshuis van de Jezuïeten in Drongen, waar hij bijna een jaar doorbracht in de ziekenkamer. Vanuit Drongen bracht hij in augustus 1893 nog een bezoek aan de ouderlijke hoeve aan de Koekuit in Moorslede en aan enkele familieleden in zijn geboortestreek.
Pater Constant Lievens s.j. enkele maanden vóór zijn dood in 1893.
Doodziek werd Lievens overgebracht naar het klooster/studiehuis van de Jezuïeten in de Minderbroedersstraat in Leuven, om van daaruit een gespecialiseerde arts te raadplegen voor de behandeling van zijn tuberculose. Hij verbleef ook korte tijd in het buitengoed/rusthuis van de Jezuïeten in Egenhoven (Heverlee). Op 7 november 1893 overleed Constant Lievens, op 37-jarige leeftijd, in het klooster van Leuven. Twee dagen later werd zijn stoffelijk overschot bijgezet op het kerkhof van Heverlee. Voor zijn doodsprentje schreef Guido Gezelle volgend bevlogen gedicht: "In 't verre en 't vreemde land".
In 1951 liet men de kist van pater Lievens opgraven op het kerkhof van Heverlee. Lievens' stoffelijke resten werden, in juni 1952, na grootse plechtigheden, geborgen in een grafkelder van de jezuïetenkerk in de Minderbroedersstraat te Leuven. Bovenop de kelder stond een Indisch schrijn. Met het oog op de verkoop en geplande afbraak van de kerk moest de kist in 1971 verhuizen naar een gemetselde ruimte in de inkomhal van het aanpalend klooster. Een gedenkplaatplaat werd aangebracht die herinnert aan de missionaris C. Lievens
Dopende hand van Lievens. Kunstwerk van Ludo Hameeuw (Foto: L. Hameeuw).
In 1993 was er in Moorslede een grootse herdenking van "100 jaar overlijden van Pater Lievens". Op 21 oktober werd de kist met het stoffelijk overschot van Lievens vanuit Brugge overgebracht naar de Lievenshoeve in Moorslede en verder met een wyttewagen gevoerd naar het College (= het vroegere Klein-Seminarie waar Lievens studeerde) in Roeselare. Op 23 oktober werd de kist, onder koninklijke belangstelling, op een praalwagen door de straten van Moorslede gevoerd en binnengedragen in de St.-Martinuskerk. Een paar dagen later werd het gebeente van Lievens overgeplaatst in een eenvoudig houten kistje (80x80 cm), verzegeld en geborgen in een reiskoffer. Via de luchthaven van Schiphol werd het kistje overgevlogen naar Indië. Op een overweldigende manier werd Lievens er verwelkomd en een week lang in een triomftocht gevoerd naar de plaatsen waar hij missioneerde.
In deze graftombe in de kathedraal van Ranchi (India) rust sinds 1993 het stoffelijk overschot van pater Lievens. Met daarop gebeiteld, in 3 talen, Lievens' lijfspreuk: "Vier moet branden".
Op zondag 7 november 1993 - precies een eeuw na zijn dood - werd pater Lievens plechtig bijgezet in een altaar in de kathedraal van Ranchi. Daarmee ging een lang gekoesterde wens in vervulling van de opeenvolgende aartsbisschoppen P. Kerketta en T. Toppo van Ranchi. De katholieke kerk van Ranchi is vandaag een van de meest bloeiende en levende katholieke kerken ter wereld, al blijft zij een minderheidskerk in de Indiase samenleving. Samen met de H. pater Damiaan de Veuster en pater F. Verbiest behoort Lievens onbetwistbaar tot de 3 grote geloofsgetuigen van de Vlaamse kerk. De H. Moeder Teresa van Calcutta had een grote verering voor hem.
Dagelijks komen er nog mensen bidden bij de graftombe in Ranchi. Zij beschouwen Lievens als een heilige en hopen dat de wereldkerk dat erkent. Die blijvende verering leidde ertoe dat de bisschop van Brugge op donderdag 15 maart 2001 in de kerk van Moorslede een proces (= kerkelijke procedure) tot zaligverklaring opende van de, vanaf nu "Dienaar Gods" genoemde, pater Constant Lievens, de"apostel van Chotanagpur". Een tribunaal met deskundigen werd opgericht om op een wetenschappelijk wijze het leven, de heldhaftigheid en de 'faam van heiligheid' van Lievens te onderzoeken. Daarna werden getuigenissen verzameld.
Pater Constant Lievens (foto: Lievensmuseum).
In 2012 gaf de bisschop van Brugge het zaligverklaringsproces een nieuwe impuls door de aanstelling van een nieuwe postulator. Het was diens opdracht om ervoor te zorgen dat het lopend onderzoek zowel in het bisdom als in Rome wat opschiet. Daarom volgde er een juridisch onderzoek op basis van alle beschikbare archieven, documenten en getuigenissen. Uiteraard werd de inhoud van alle bestaande geschriften (brieven, dagboeken, boeken, enz.) zowel VAN Lievens als OVER Lievens en zijn missiewerk, aan een grondig kritische analyse onderworpen.
In totaal 17 archieven werden uitgevlooid en alle mogelijke relevante documenten verzameld die voor of tegen de heiligheid van Lievens pleiten. Daarnaast gebeurden er, zowel bij ons als in India, getuigenverhoren. Uiteraard niet met tijdgenoten van Lievens. Daarom gaat het nu om een zogeheten "historisch" proces, waarbij mensen worden opgeroepen die wél nog de faam van heiligheid doorheen de tijd van de Moorsleedse missionaris bevestigen of weerleggen vóór het diocesaan tribunaal.
Boek met de brieven van Lievens (1994) |
Biografie over Lievens (1983) |
Op uitdrukkelijke vraag van de Brugse bisschop werd in 2015, tijdens een plechtige mis in de kerk van Moorslede, de diocesane fase van het onderzoek naar de eerbiedwaardigheid van pater Lievens afgesloten. Een dossier van maar liefst 3.000 bladzijden werd doorgestuurd naar de bevoegde Congregatie voor de Heiligverklaringen in het Vaticaan. De Congregatie leverde 2 jaar later een decreet af over de geldigheid en over het correcte juridisch verloop van het proces van het bisdom Brugge. Daarmee werd het pad geëffend voor het schrijven van het einddocument (= "positio"), waarin de heldhaftigheid van de deugden van Constant Lievens moet worden aangetoond.
Om de zaak helemaal rond te krijgen is er hoe dan ook vooraf een mirakel vereist, dat erkend is door de betrokken commissies van theologen, artsen, bisschoppen en kardinalen bij de Congregatie voor de Heiligverklaringen in Rome. Concreet moet wetenschappelijk objectief worden aangetoond dat het gaat om een "wonderbaarlijke genezing", die
- medisch onverklaarbaar (volgens de huidige stand van de geneeskunde) is voor de behandelende geneesheer,
- onmiddellijk of zeer snel plaats vond na een gebed tot of aanroeping van de Dienaar Gods,
- volledig en duurzaam is.
C. Lievens in de tuin van het vroegere buitengoed/rusthuis van de Jezuïeten in Egenhoven (Heverlee).
De kerkelijke rechtbank van het bisdom Brugge heeft al onderzoek gevoerd naar een of meer onverklaarbaar bevonden genezingen, mogelijk mirakelen, op voorspraak van pater Lievens. "Waarom zo nodig een mirakel? Lievens zélf was tijdens zijn korte leven toch al een heilige? En na zijn dood ontstond in India een spontane verering en komen mensen bidden bij zijn graf? Waar wacht men op, daar in Rome?". Deze vragen zijn pertinent. Maar, volgens Bart Geryl, de middeleeuwse spreuk "vox populi, vox Dei" (Latijn voor :'de stem van het volk betekent de stem van God') is niet zo vanzelfsprekend. Het volk Gods kan zich namelijk vergissen in de zaligheid of heiligheid van iemand. De kerkelijke autoriteiten een zo groot mogelijke morele zekerheid bereiken. Een fysiek mirakel wordt beschouwd als een ultieme goddelijke bevestiging van Lieven's heiligheid.
Meer concreet nieuws over de stand van het kerkelijk onderzoek in het Vaticaan is er voorlopig niet. Binnen de Romeinse Curie gaat men nu eenmaal niet over één nacht ijs. Men is daar wars van zalig- en heiligverklaringen aan de lopende band, zoals in vroegere tijden al wel eens het geval was. "Gods molen maalt langzaam", daar vooral! De resultaten van het Vaticaans eindonderzoek kunnen best een aantal jaren op zich laten wachten. Aan het eind overhandigen de bevoegde instanties hun eindoordeel aan de paus, die daarna de zaligverklaring van Lievens per decreet officiëel kan afkondigen.
(Bronnen: Boek van Bart Geryl. Bevrijder van een volk. Pater Constant Lievens s.j. (1856-1893). Uitg. Halewijn, 2018. & website over de zaligverklaring Constant Lievens)
De markt van Moorslede. Onbekende kunstenaar.
|