IN 'T VERRE EN 'T VREEMDE LAND

O vlaamsche held, die honderden,
geheiligd door uw' hand,
met ons liet evenkersten zijn,
in 't verre en 't vreemde land;

O Vlaming die, ter dood getrouw
aan God, aan zede en taal,
uw eigen volk liet de erfenis
van Uwe zegepraal;

Blijf werken nog, en wek in ons
een vonksken van de vlam
die 't heidendom in brande stak,
die u het leven nam!

Blijft werken nog, en, won den loon
uw' nooit vermoeide hand,
zij werve en wende er meer van ons
Naar 't vreemde en 't verre land!

Dan blijft het dierbaar pleksken grond,
dat zulke mannen droeg,
zijn' waarlijk vlaamsche kinderen
toch immer groot genoeg!

Guido Gezelle, 7 november 1893.