|
luchtfoto van de school en, aan de straatkant links, het vroegere klooster
wat voorafging...1840 - In het begin van de 19de eeuw zijn er in Oedelem enkele "kleine schoolkens", waar "brave dochters" van de parochie op eigen initiatief de kinderen catechismusles geven en leren lezen. Maar voor de zowat 5000 inwoners bestaat er niet één "bekwaeme" lagere school voor meisjes. Pastoor Petrus Vanden Broucke wil verandering brengen in die toestand. Met behulp van van eigen fondsen, giften, omhalingen en leningen laat hij vooraan in de Bruggestraat een lagere kloosterschool oprichten. De school wordt op 14 november feestelijk ingehuldigd en omvat een bewaarschool, een speldewerkschool en een "Armenschool". De pastoor vertrouwt de leiding ervan toe aan 5 zusters Apostolinen uit Brugge, die zich definitief in Oedelem komen vestigen.het eerste klooster- en schoolgebouw van 1840, vanaf 1908 gebruikt als bejaardentehuis (foto van 1938. Uit de collectie van E. Matthys, Beernemse Heemkring "Bos en Beverveld") Bij de aanvang is de school gemengd. De 150 leerlingen, 100 meisjes en 50 jongens, krijgen van de zusters en van een "godvruchtige juffrouw" onderricht in godsdienst, schrijven, lezen, rekenen, "Vlaemsch" en Frans. 1842 - Er komt een meisjespensionaat bij met, bij de start, al meteen 15 leerlingen, allemaal dochters van de "bizonderste ingezetenen der parochie en van het omliggende". Later, in 1884, zal deze kostschool worden veranderd in een wezenschool (die op haar beurt zal bestaan tot in 1931). 1850 - In de gemengde lagere school is het aantal leerlingen zo sterk toegenomen dat de zusters genoodzaakt zijn om de jongens naar de gemeentschool te zenden. Hun school is nu exclusief bestemd voor de 165 meisjes. 1879 - Een Schoolstrijd barst los in ons land n.a.v. de zogeheten "Ongelukswet" van de Liberale regering. Omdat de gemeenteschool een staatsschool wordt die geen godsdienstles verschaft, wordt in lokalen van "De Congregatie" in de Hoogtestraat een "Vrije Katholieke Knechtenschool" ondergebracht. Na de Schoolstrijd, in 1885, verhuizen de jongens en hun 2 meesters opnieuw naar de inmiddels vrijwel leeggelopen gemeenteschool. de communauteit van Zusters Apostolinen omstreeks 1908
het nieuw klooster in 1919 waarvan alleen het middengedeelte met de trapgevels nu nog authentiek is
1908 - Algauw treden er tal van "godvruchtige jonge dochters" uit Oedelem en omgeving in het klooster, dat onafhankelijk wordt van de Brugse Apostolinen. Om deze sterk aangroeiende communauteit op te vangen wordt aan de overkant van de straat een compleet nieuw klooster annex meisjesschool (met 6 klaslokalen) opgetrokken. Een vijftal onderwijs-zusters blijft wonen in de wezenschool, die maar weinig leerlingen telt. De oude klooster- en schoolgebouwen worden ingericht als bejaardentehuis. fusie met Ten Bunderen1911 - Wegens allerlei moeilijkheden voor de financiering van het nieuwe klooster wordt het op 7 december, samen met de school en met het bejaardengesticht aan de overzijde van de straat, overgenomen door de Congregatie van de Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen in Moorslede. In 1913 wordt een (te) grote kapel bijgebouwd aan het klooster.
WO I1914-1918 - Tijdens de Duitse inval in september 1914 stellen de 16 zusters van Oedelem de schoollokalen enkele weken open voor 150 vluchtelingen uit Aarschot en omgeving, en moeten daarna lijdzaam toezien hoe diezelfde lokalen door Duitse troepen worden bezet van 13 tot 19 oktober. Enkele weken later wordt de ruime kloosterkapel ingenomen door het plaatselijk bevoorradingscomité. de St.-Lambertuskerk van Oedelem Op 26 november arriveren in Oedelem 25 uit Moorslede gevluchte zusters. Enkele zusters geven les, 10 van hen bereiden zich voor op het examen van onderwijzeres (diploma lager of kleuteronderwijs), de andere helpen bij het huishoudelijke werk. Vijf van de Moorsleedse zusters kunnen in 1915 terugkeren om opnieuw les te geven in de wijkscholen van Slyps en "'t Kruiske". Tijdens de rest van de oorlog gaat het klooster- en schoolleven min of meer zijn gewone gang en de zusters kunnen ter plaatse blijven. Ze openen zelfs een 5de en 6de klas! Op 1 november 1917 komt onverwacht een volgend contingent aan van 10 zusters, door de Duitsers weggestuurd uit het bijhuis van Waardamme. Ook 2 zusters, verjaagd door het bommengeweld in Oostnieuwkerke, zoeken hun toevlucht in Oedelem. Op 11 mei 1918 doemen Belgische troepen op en is de oorlogsellende voorbij. verdere expansieeen klasfoto van de kloosterschool anno 1918
de meisjes van de kostschool in 1918 met Zr Marie-Bernadette in het midden (Foto: Edelhart Matthys, voorzitter van de Beernemse Heemkring "Bos en Beverveld") Na WO I wordt in het nieuwe klooster opnieuw een kostschool opgericht voor meisjes uit de meer begoede Oedelemse burgerij. In 1921 houdt de speldewerkschool voor meisjes ermee op. De lagere school daarentegen gaat het voor de wind. Door de verlengde leerplicht tot 14 jaar en de daaruit vootvloeiende forse toename van het leerlingenaantal moesten klassen worden ontdubbeld en komt er een 4de graad (7de en 8ste studiejaar) bij. al de zusters van de school en het ouderlingentehuis omstreeks 1920 (Foto: E. Matthys, voorzitter Beernemse Heemkring "Bos en Beverveld") De jaren dertig worden gekenmerkt door een snelle uitbreiding, gepaard gaande met het geregeld optrekken of vernieuwen van klaslokalen. Bij het begin van het schooljaar 1939-40 is er 1 gemengde bewaarschool, gespreid over 2 klassen, en in de lagere school een gemengde 1ste graad en opgesplitste klassen voor meisjes en jongens in de 2de en 3de graad. Met gepaste trots kunnen het klooster en de school van Oedelem in 1940 op feestelijke wijze hun eeuwfeest vieren. de Middelbare Huishoudschool zoals ze eruit ziet na de restauratiewerken (1945)
de zusters-onderwijzeressen van de huishoudschool (1945)
de leerlingen van de Middelbare Huishoudschool aan het einde van het schooljaar 1945-46 1945 - Vlak na WO II wordt het bouwvallig geworden bejaardentehuis gesloten. De enkele overblijvende bewoners kunnen terecht in het rusthuis van Zonnebeke. Het tehuis ondergaat een grondig restauratie en wordt omgebouwd tot een "Middelbare Huishoudschool" voor meisjes. Op 24 september starten de cursussen met 24 eerstejaarstudenten. Deze bloeiende school zal later, in 1965, worden geschorst, verkocht en ingericht als "Middelbare Land- en Tuinbouwschool" voor jongens. Nu doet het pand dienst als grootwarenhuis.... geleidelijk de fakkel doorgegeven aan leken1961-62 - De (te) grote kapel van de zusters wordt gesloopt en veranderd in een zaal voor de leerlingen. In de daaraan palende sacristie komt, méér naar mensenmaat, een nieuwe smaakvolle kapel met moderne glasramen. Ook de rest van het klooster ondergaat een "verjongingskuur".de hele schoolbevolking in 1966, poserend aan de gevel van de parochiekerk Verder in die jaren zestig komen er nog steeds klassen bij. In de jaren zeventig daarentegen wordt de 4de graad (7de en 8ste studiejaar) afgebouwd. het lerarenkorps schooljaar van het schooljaar 1967-68, met in het midden vooraan Zr Maria De Groote, directrice van 1965 tot 1982.
het derde studiejaar met Zr Martha Quaghebeur (1977) Vanaf de jaren tachtig trekken de zusters zich langzamerhand terug uit het onderwijs en nemen leken hun werk over. In 1982 wordt een vrouwelijke leek, Ann Maes, directrice van de basisscholen in Oedelem-centrum aan de Bruggestraat 30A, in Oostveld en in de wijkschool "'t Vliegend Paard". In 1990 geven nog 2 zusters les in het centrum. De andere zorgen voor het onderhoud van hun klooster en de pastorale uitbouw op beide parochies. afscheid van de laatste 3 zusters op 30 augustus 2002. Staande: schoolhoofd J. Hooft en Juffr. Christine Taller. Zittend (vlnr): Zr Benitia, Zr Alg. Overste Rolande, Zr Leona, Zr Maria, Zr Martha, Zr Elza en Zr Marie-Josephine 2002 - Eind augustus verlaten de laatste zusters het klooster en keren terug naar Moorslede. De gebouwen gaan in erfpacht naar de Vrije Basisschool "Ter Bunen", die Oedelem en Oostveld overkoepelt, en het kloostergedeelte wordt voortaan benut als eetzaal en ruimte voor klassen. De VBS "Ter Bunen" maakt - samen met de VBS De Zonnebloem, de VBS De Regenboog en de VBS Sint-Joris - deel uit van de vrije scholengemeenschap B.O.S. (Beernem - Oedelem - Sint-Joris). de speelplaats van de school in Oedelem-centrum
de plechtige inzegening van de wijkschool "'t Vliegend Paard" in 1950
de kindertuin (1953)
de klas van Zr Sidonia in de school van 't Vliegend Paard (1978) 1950 - Op vraag van de bewoners wordt in de wijk "'t Vliegend Paard", in de Beverhoutsveldstraat 2, een nieuwe gemengde wijkschool gebouwd - met een kleuterklas en een klas voor het eerste jaar van de lagere school - en nog datzelfde jaar officiëel in gebruik genomen. Twee zusters van Oedelem worden ingezet. het huidige kinderopvangtehuis op de wijk "'t Vliegend Paard" in Oedelem 1995 - Omdat in de loop der jaren het aantal beschikbare bouwpercelen in de wijk is gedaald, komen er uiteindelijk geen nieuwe jonge gezinnen en dus geen kinderen meer bij. Na 45 jaar moet de "Maria-school" - waar 3 zusters en één juffrouw werken - noodgedwongen haar deuren sluiten. De Zusters van Moorslede stellen het wijkschoolgebouw ter beschikking van de VZW "Zonnebloemen", die het vanaf eind 1996 inricht als opvangtehuis voor kinderen (tot 12 jaar) met specifieke zorgbehoeften. De verantwoordelijke verpleegkundige van het tehuis kan rekenen op de medewerking van vele vrijwilligers, op veel financiële steun van particulieren en naderhand op subsidies van o.m. de Vlaamse Gemeenschap, de Provincie West-Vlaanderen en de gemeente Groot-Beernem. een van de klassen van het kinderopvangtehuis van "'t Vliegend Paard"
2001 - Er ontstaat een crisissituatie door enerzijds een tekort aan financiële middelen en anderzijds door een verschil van mening over het te voeren beleid tussen de verantwoordelijke van het project en de Raad van Bestuur van de VZW. Deze laatste beslist om vanaf begin 2002 ook kinderen (tot 3 jaar) ZONDER specifieke zorgbehoeften op te vangen. 2005 - Het kinderopvang-tehuis "'t Vliegend Paard", als crèche voor gemiddeld 22 kinderen (- 12 jaar) per dag, krijgt subsidies van "Kind en Gezin" en bouwt een kader uit van 9 personeelsleden. De financiële toestand is opnieuw gezond, maar vrijwilligerswerk en giften blijven dringend nodig, alléén al voor de nodige veranderings- en verbeteringswerken.
|