De Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen (vanaf omstreeks het jaar 1269)
Moorslede 1269-1578
Frankrijk 1578-1587
Ieper 1587-1785
Moorslede 1785-2004
Zonnebeke 2004 -
varia

   Zoek op deze site met FreeFind

 

beluister ClassicNL tijdens het surfen, 128 K stereo

De leer over Maria's Tenhemelopneming

Tenhemelopneming van Maria. Titiaan, 1516. Venetië, Basilica di Santa Maria Gloriosa dei Frari
Tenhemelopneming van Maria. Titiaan, 1516. Venetië, Basilica di Santa Maria Gloriosa dei Frari

Tot halfweg de 5de eeuw zijn ons vrijwel geen schriftelijke vermeldingen of (leerstellige) beschouwingen overgeleverd in verband met Maria's laatste levensdagen. Origenes (185-253), een van de belangrijkste verdedigers van het christendom in de 3de eeuw, had het over Maria die "maagd bleef tot haar dood". Dat lijkt erop te wijzen dat men in de 3de eeuw ervan uitging dat de H. Maagd een natuurlijke dood stierf.

St. Epiphanius van Salamis. Fresco. Kosovo, Gracanica klooster
St. Epiphanius van Salamis. Fresco. Kosovo, Gracanica klooster

In 377 schreef de H. Epiphanius, kerkvader en bisschop van Salamis (Cyprus), dat niemand iets weet over het levenseinde van Maria. "Stierf ze? En zo ja, stierf ze een natuurlijke dood? Of de marteldood? Werd ze begraven? We weten het niet. Daarover staat niets in de H. Schrift".

de kerkvader St. Ambrosius. Oudste voorstelling. Mozïek, ca. 470. Milaan, S. Ambrogiokerk
St. Ambrosius. Oudste voorstelling. Mozaïek, ca. 470. Milaan, S. Ambrogiokerk

Ook de andere Westerse Kerkvaders maakten helemaal géén, of slechts terloops, allusies op Maria's heengaan. Zelfs St. Hieronymus (347 - Jeruzalem, 420), die nochtans de plaatselijke tradities in het H. land goed kende, repte er met geen woord over. De H. Ambrosius (339 - Milaan, 397) en de H. Paulinus (354 - Nola, 431) al al evenmin. St. Augustinus (354 - Hippo, 430) verkondigde dat Maria stierf als maagd, zoals Adam, als gevolg van de (erf)zonde. De Oosterse kerkleraar Efrem de Syriër (306 - 373) geloofde dat Maria stierf en nu leeft in glorie, maar had het slechts in vage termen over een mogelijke opneming ten hemel.

de apocriefe geschriften

6de-eeuwse Syrische versie van 'transitus Mariae', overschreven door een 9de eeuwse Arabische vertaling. Sinaï, St. Catharinaklooster.
6de-eeuwse Syrische versie van de "Transitus Mariae", overschreven door een 9de-eeuwse
Arabische vertaling. Sinaï, St. Catharinaklooster

In 431 kreeg Maria op het Concilie van Efeze de eretitel toegekend van "Theotokos", Moeder van de God-Mens Jezus. Dit leidde tot een felle opflakkering van de Maria-devotie. Met name in het Oosten waren er allerlei vrome verhalen in omloop, in verscheidene versies en talen, met Maria's overlijden en tenhemelopneming als centrale thema. Het betreft o.m. het "Liber Requiei Mariae" (allicht uit de 4de eeuw), "de Obitu S. Dominae" van (Pseudo-)Johannes de Theoloog en "Transitus beatae Mariae Virginis" van (Pseudo-)Melito van Sardes.

Maria op haar sterfbed, omring door de apostelen. Houtsculptuur. Hans Thoman, 1520. Berlijn, Bode-Museum
Maria op haar sterfbed, omring door de apostelen. Hans Thoman, 1520. Berlijn, Bode-Museum

Deze zogeheten apocriefe geschriften werden doorgegeven via mondelinge overlevering en aangedikt met allerlei legendarische details en wonderbare gebeurtenissen. Ze waren echter niet of nauwelijks historisch onderbouwd, liepen parallel met de Bijbel en waren niet officiëel erkend door de Kerk. Wél vormden ze een weerspiegeling van wat leefde onder de gelovigen van die tijd omtrent Maria's dood (= Dormitio) en Tenhemelopneming (= Assumptio). Ondanks de vele varianten loopt er een rode draad door deze apocriefe "Transitus Mariae"-literatuur:

    de apostelen verzameld rond het sterfbed van Maria. Hugo van der Goes, 1480. Brugge, Groeninghe Museum
    de apostelen rond het sterfbed van Maria. Hugo van der Goes, 1480.
    (Brugge, Groeninghe Museum)

  • De tijding door een engel van haar nakende dood. Maria ging dagelijks naar Jezus' graf om er wierook te branden. Op zekere dag verscheen de aartsengel Gabriël, die Maria een palmtak van de boom des Levens gaf en die haar aankondigde dat ze weldra deze wereld zou verlaten. Bij haar thuiskomst deelde ze de boodschap mee aan haar entourage. Rond haar huis zweefden vele engelen en werden zieken genezen. Dat ging gepaard met bliksemflitsen en donderslagen, tot ergernis en woede van de Joodse priesters.

    de begrafenis van Maria. Fra Angelico, 1433. Cortona, Museo Diocesano
    de begrafenis van Maria. Fra Angelico, 1433. Cortona, Museo Diocesano

  • De miraculeuze overkomst van alle apostelen. Toen Maria stervende was werden de 12 apostelen, vanuit de stad waar ze op dat moment predikten, op wonderbaarlijke wijze door witte wolken overgevlogen tot bij de stervende Maria. Toen Maria overleed stonden de apostelen allemaal rond haar bed verzameld en droegen vervolgens haar lichaam naar een nieuw graf in de Hof van Getsemane, aan de voet van de Olijfberg.

  • Een goddelijke tussenkomst. Volgens sommige versies verscheen Jezus tijdens Maria's dood, om haar ziel meteen mee te nemen naar de Hemel. Sommige verhalen houden het erbij dat Maria's lichaam werd overgebracht naar een soort van aards paradijs, waar het tot het einde der tijden blijft rusten onder de Boom des Levens. Het belangrijke apocriefe geschrift "Transitus beatae Mariae Virginis" meldt dat Jezus na Maria's begrafenis voor een tweede keer verscheen en ook haar lichaam meedroeg naar de Hemel, om het samen te voegen met haar ziel.


    de reliek van H. Gordel van Maria, die Maria tijdens haar hemelreis volgens de apocriefe legende
    zou hebben geworpen naar de "voorbijvliegende" apostel Thomas, wordt bewaard in de Dom van
    het Italiaanse Patro, en enkele keren per jaar vanaf de buitenkansel getoond aan de menigte

  • De apostel Thomas is getuige van Maria's (lichamelijke) tenhemelopneming. Alle apostelen waren aanwezig bij Maria's overlijden, behalve Thomas. Die leefde in Indië zo ver verwijderd van Jeruzalem dat hij te laat arriveerde. Op het moment dat hij nog door het luchtruim werd vervoerd, kruiste Maria, die ten hemel werd opgenomen, zijn weg. Zij wierp hem in het voorbijvliegen haar lendengordel. Daarmee zou hij kunnen aantonen dat zij met lichaam en ziel en de hemel was opgenomen. Maar toen Thomas dat aan de mede-leerlingen vertelde wilde geen van hen dat geloven. In zijn eentje bezocht Thomas het graf van Maria en trof een lege tombe aan, met daarin de lijkdoeken (zoals in Jezus' graf op Paasmorgen!). Hij haalde er de andere apostelen bij en nu moesten ze wel geloven dat hij de waarheid sprak en dat Maria uit haar graf ten hemel was opgenomen.

verdere ontwikkeling van de leer

St. Gregorius. Manuscript, rond 850. Tours, Collégiale St. Martin.
St. Gregorius. Manuscript, rond 850. Tours, Collégiale St. Martin.

De H. Gregorius van Tours, bisschop van het Franse Tours in de 6de eeuw, was de eerste in het Westen die een theologische formulering bood van het geloof in de Tenhemelopneming. Hij bevestigt nadrukkelijk de dood, de begrafenis en de opneming ten hemel (= Assumptio) van haar lichaam, en liet zich inspireren door het apocriefe verhaal van de "Transitus beatae Mariae Virginis". Maar tijdens de 7de en 8ste eeuw was het in het Westen héél stil rond de eindfase in het leven van Maria. Zo bekenden de H. Isidorus van Sevilla (560 - 636) en de Engelse kerkleraar Beda Venerabilis (672 - 735) dat ze in de totale onwetendheid verkeerden daarover.

metropoliet Andreas van Kreta (links) op een middeleeuwse icoon
metropoliet Andreas van Kreta (links) op een middeleeuwse icoon

In het Oosten daarentegen zijn enkele preken bewaard gebleven uit de 7de en 8ste eeuw, die op het feest van Maria's inslapen (= Dormitio) werden gehouden, waarin wordt bezongen hoe de Moeder Gods, na haar dood, met ziel én lichaam, door haar Zoon Christus glorierijk ten hemel werd opgenomen. We vermelden hier het "Loflied op Maria" van patriarch Modestus van Jeruzalem (+ 634), een homilie van de theoloog en metropoliet Andreas van Kreta (+ 740) en een preek van de H. Germanus (+ 733), patriarch van Constatinopel. De laatste kerkvader St. Johannes Damascenus schreef in 740 voor het Dormitio-feest zelfs een sermoen-trilogie waarin hij Maria's tenhemelopneming met ziel en lichaam verkondigde. Deze getuigenis had een zodanige invloed dat, vanaf het einde van de 8ste eeuw, de tenhemelopneming (= Assumptio) een verworvenheid werd in de theologie en liturgie van de hele christenheid, zowel in het oosten als het Westen.

de grootste Middeleeuwse theoloog St. Thomas van Aquino, een fervent verdediger van de Assumptio-leer
de grote Middeleeuwse theoloog St. Thomas van Aquino, fervent verdediger van de Assumptio-leer

Gedurende de Middeleeuwen werd de leer over de Assumptie van Maria sterk verdedigd door grote Westerse theologen, zoals H. Albertus de Grote (1206-1280), St. Thomas van Aquino (1225-1274), St. Bonaventua (1221-1274) en John Duns Scotus (1266-1308), die - in tegenstelling tot hun Oosterse collega's - echter niet geloofden dat de H. Maagd was gestorven.

de Onbevlekte Ontvangenis. Bartolomé Murillo, 1678. Madrid, Prado
de Onbevlekte Ontvangenis. Bartolomé Murillo, 1678. Madrid, Prado

In 1854 proclameerde paus Pius IX (die regeerde van 1846 tot 1878) het dogma van de Maria's Onbevlekte Ontvangenis, waarin werd gesteld dat de Moeder Gods verwekt werd en ter wereld kwam zonder dat haar ziel met de erfzonde was bevlekt. Die leerstelling - niet expliciet vermeld in de bijbel - werd door heel wat katholieke bisschoppen en theologen met gemende gevoelens onthaald en door de protestantse kerken en de oosters-orthodoxen afgewezen. Niettemin bracht de afkondiging van het dogma in de 19de eeuw een golf van Mariaverering op gang in de katholieke Kerk.

paus Pius IX, die de weg effende naar het dogma van Maria's Tenhemelopneming.
paus Pius IX, die de weg effende naar het dogma van Maria's Tenhemelopneming

Tijdens het eerste Vaticaans Concilie (1869-70) vroegen 200 bisschoppen in een petitie om een dogmatische definitie van de lichamelijke tenhemelopneming van Maria. Maar Pius IX achtte de tijd hiervoor nog niet rijp, hoewel hij het persoonlijk zonneklaar vond dat de Assumptie voortvloeit uit de Onbevlekte Ontvangenis. Sindsdien kwam er in Rome een stroom van petities binnen ten gunste van een dogma van zowat 8 miljoen gelovigen, 83.000 priesters en religieuzen en 1332 bisschoppen.

het dogma van 1950

paus Pius XII, die in 1950 het dogma van Maria's Tenhemelopmening afkondigde
paus Pius XII, die in 1950 het dogma van Maria's Tenhemelopmening afkondigde

In 1946 stuurde paus Pius XII een brief naar de bisschoppen van de hele wereld met de vraag of het wenselijk was om een dogma af te kondigen. 90% was pro, 10% vroeg zich af of zo'n verklaring "ex cathedra" wel opportuun was. Op 1 november 1950 formuleerde de paus als officiële kerkelijke geloofswaarheid "dat de Onbevlekte Moeder Gods altijd Maagd Maria, na het voltooien van haar aardse levensbaan, met lichaam en ziel tot de hemelglorie is opgenomen". Pius XII liet bewust in het midden of Maria op het moment van opneming in de hemel, nog in leven was of reeds overleden. Persoonlijk leunde hij aan bij de strekking dat Maria stierf: hoe zou Zij gespaard zijn gebleven van datgene waaraan haar zoon Jezus zich zelf had onderworpen? In zijn apostolische constitutie "Munificentissimus Deus" somde hij de argumenten op ter ondersteuning van het nieuwe dogma.

  • In tegenstelling tot andere stervelingen hoeft Maria niet meer te wachten op de Opstanding der Lichamen op het einde der tijden. Vanwege haar zondeloosheid (Onbevlekte Ontvangenis) moet zij niet worden onderworpen aan het Laatste Oordeel.

    Johannes' visioen van Maria. Hans B. Grien, 1511. New York, Metropolitian Mus.
    Johannes' visioen van Maria. Hans B. Grien, 1511. New York, Metropolitian Mus.

  • Hoewel het dogma van Maria-Tenhemelopneming niet rechtstreeks is gebaseerd op de H. Schrift, zijn er toch enkele passages die duidelijk in die richting wijzen. Een ervan is het visioen van Johannes in het Boek der Openbaringen: "Er verscheen een groot teken aan de hemel: een Vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. Zij was zwanger en kreet in haar weeën en barensnood....En zij baarde een kind, een zoon, die alle volken zal weiden met een ijzeren staf. En haar Kind werd ijlings weggevoerd naar God en zijn troon" (Apocalyps 12, 1-2).

    Maria Tenhemelopneming. David Zürn, 1630. Meersburg, kerkhofkapel, hoogaltaar
    Maria Tenhemelopneming. David Zürn, 1630. Meersburg, kerkhofkapel, hoogaltaar

  • Ook in het verleden hadden bepaalde geloofspunten een soort van rijpingsproces nodig. Het mysterie van de Drieëenheid (= God bestaat uit 3 goddelijke personen: de Vader, de Zoon en de H. Geest), ook H. Drievuldigheid of Triniteit genoemd, werd pas in 325 gedefinieerd. En pas in 431 bepaalde het Concilie van Efeze dat Maria de Moeder van God (= Theotokos) is.

  • Het dogma van de tenhemelopneming baseert zich op de traditie, op de leer van kerkvader, kerkleraren en theologen in de loop der eeuwen. Het is een bevestiging van wat al héél lang leefde in het volksgeloof. Voor de katholieken en orthodoxen geldt immers niet alléén het beginsel van "sola scriptura" (enkel de H. Schrift telt), zoals bij de protestanten. Er is ook het waardevolle aloude kerkelijk adagium "vox populi, vox Dei" ("de stem van het volk is de stem van God"). Het inslapen (= Dormitio) van Maria is bovendien al honderden jaren aanvaard als feest in de liturgie op 15 augustus en dan is de volgende regel van toepassing "lex orandi, lex credendi" ("de wet van het bidden is de wet van het geloven")


  • In het rozenkransgebed, dat reeds in de 15de eeuw vorm kreeg, is de tenhemelopneming van Maria het 4de glorievolle geheim, dat een heel "tientje" (1 Onze Vader en 10 Weesgegroeten) lang wordt overwogen. Het daaropvolgende 5de glorievolle mysterie is de kroning van Maria in de hemel.

  • Maria's tenhemelopneming met ziel en lichaam is een uitvloeisel van vele titels die haar in het verleden, reeds vanaf de tijd van de kerkvaders, werden toegekend, zoals: moeder Gods, vol van genade, altijd maagd gebleven (= maagdelijke geboorte), zonder (erf)zonde belast (onbevlekte ontvangen), die alle geslachten zalig prijzen. Het is normaal dat Maria met deze adelbrieven niet tot stof kon vergaan, maar moest delen in de heerlijkheid van haar onsterfelijke Godszoon Jezus Christus.

plenaire zitting van Vaticanum II (1962-65)
plenaire zitting tijdens Vaticanum II (1962-65)

De belangrijke Dogmatische Constitutie over de Kerk "Lumen Gentium" (21 november 1964) van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-65) verwoordde het dogma aldus: "Tenslotte is de onbevlekte Maagd, gevrijwaard van ieder smet van de Erfzonde, in het voltooien van haar aardse levensloop, met lichaam en ziel in de hemelse heerlijkheid opgenomen en door de Heer verheven tot koningin van het heelal om zo gelijkvormiger te worden aan haar Zoon, de Heer der heren en de overwinnaar van zonde en dood" (hoofdstuk VIII, 59).

de verheerlijkte Moeder Gods Maria. Romaans kapiteel, 12de eeuw. Rieux-Minervois.
de verheerlijkte Moeder Gods Maria. Romaans kapiteel, 12de eeuw.
Rieux-Minervois (Frankrijk, Aude), Eglise de l'Assomption

De formulering is inhoudelijk aanvaardbaar voor de oosterse katholieken en oosterse ortodoxen, maar niet als een verplicht geloofspunt (dogma). De protestantse kerken daarentegen staat afwijzend en beschouwen de leerstelling als een serieuze hinderpaal voor de oecumenische dialoog. Een leerstelling mag volgens hen enkel steunen op de H. Schrift ("sola scriptura") en zeker niet op bepaalde apocriefe geschriften, zoals bijv. de H. Gregorius van Tours deed in de 6de eeuw. Sommige deelkerken van de Reformatie beschouwen het hoogfeest van 15 augustus als een herdenkingsdag van de H. Maagd, maar zonder enige verwijzing naar het woord Assumptie (= Tenhemelopneming). In hun gesprekken met Rome aanvaarden de Anglikanen zowel de begrippen Dormitio (ontslapen) als Assumptio (= opgenomen worden in de hemel).

© Willem Wylin - Copyright 2007- . Alle rechten voorbehouden. Contact: E-mail