De Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen (vanaf omstreeks het jaar 1269)
Moorslede 1269-1578
Frankrijk 1578-1587
Ieper 1587-1785
Moorslede 1785-2004
Zonnebeke 2004 -
varia

   Zoek op deze site met FreeFind

 

beluister ClassicNL tijdens het surfen, 128 K stereo

De plaats van Maria's levenseinde

het inslapen en de Tenhemelopneming van Maria. romaans kapiteel, 11de eeuw. Clermond-Ferrand, basiliek Notre-Dame du Port
het inslapen en de Tenhemelopneming van Maria. romaans kapiteel, 11de eeuw.
(Clermont-Ferrand, basiliek Notre-Dame du Port)

Het is opvallend dat in de geschriften van het Nieuwe Testament (de 4 Evangelieën, de Handelingen van de Apostelen, de Brieven van de Apostelen, de Apocalyps) nergens wordt gesproken over Maria's laatste levensjaren. Al evenmin komen we te weten waar, wanneer en in welke omstandigheden de H. Maagd stierf, begraven werd en/of ten hemel opgenomen. In het eerste hoofdstuk van de Handelingen van de Apostelen (1,14) staat dat Maria zich aansloot bij het gebed van de apostelen en wellicht ook nog aanwezig was bij de nederdaling van de H. Geest op Pinksteren. Daarna niets meer...

De moeder van Jezus blijft in de eerste tijd van het christendom volkomen op de achtergrond. Vanaf de 4de eeuw ontstonden allerlei apocriefe geschriften, die weliswaar door de Kerk niet als authentieke geschriften werden opgenomen in de canon van het Nieuw Testament, maar toch weergeven wat er leefde in het volksgeloof en in de mondelinge overlevering. Deze oudste (bewaard gebleven) apocriefe verhalen situeerden de dood van Maria, temidden van de apostelen, op de berg Sion bij Jeruzalem. Pas véél later, in de 9de eeuw, zal, vooral binnen de Westerse Kerk, de antieke stad Efeze, gelegen aan de westkust van het huidige Turkije, worden aangewezen als mogelijke plaats van Maria's overlijden.

I. Jeruzalem

de Dormitio-kerk met rechts de klokketoren van de Hagia Maria Sion benedictijnerabdijkerk
de Dormitio kerk met rechts de klokketoren van de Hagia Maria Sion benedictijnerabdijkerk

Volgens de oudste traditie (verspreid in alle Oosterse christelijke kerken) is Maria gestorven of ontslapen (van het Latijnse "Dormitio" = het ontslapen) op de Sionberg in Jeruzalem en vervolgens begraven naast de hof van Getsemane, in het Kidrondal, aan de voet van de Olijfberg. Er zijn een aantal apocriefe geschriften bewaard gebleven uit de tweede helft van de 4de eeuw, zoals "De Orbitu S. Dominae", "Transitus Mariae" en "Liber Requiei Mariae", die melding maken van Maria's overlijden en begrafenis in Jeruzalem op de leeftijd van 50 jaar. De bijbelkenner Lino Cignelli is van mening dat die geschriften wellicht teruggaan tot een niet bewaard gebleven tekst (volgens de overlevering geschreven door Lucius Carinus, een leerling van Johannes de Evangelist), die men in de 2de eeuw gebruikte in de liturgie van de oerkerk in Jeruzalem.

de Dormitio-kerk

beeld op de plaats van Maria's ontslapen in de crypte van de Dormitio-kerk
beeld op de plaats van Maria's ontslapen in de crypte van de Dormitio-kerk

Bovenop de Sionberg, op de plaats waar de Moeder Gods zou zijn ontslapen, werd in 382, onder keizer Constantijn, een H. Sionkerk gebouwd, ook wel Apostelenkerk genoemd omdat, volgens de overlevering, de apostelen daar gewoonlijk verbleven. In 415 werd de kerk vergroot tot een vijfbeukige basiliek, die in 614 werd verwoest door de Perzen. In de binnenkoer zijn nog de resten te zien van de vloer van die Byzantijnse basiliek. In de 12de eeuw bouwden de kruisvaarders bovenop de ruïnes een nieuwe kerk, die na hun vertrek uit het H. Land algauw in verval geraakte.

tombe met het beeld van de ontslapen Maria in de Dormitio-kerk
tombe met het beeld van de ontslapen Maria in de Dormitio-kerk

In 1898 schonk de Turkse sultan Abdul Hamid II het stuk grond, waarop de vervallen kerk stond, aan de Duitse keizer Willem II, die op bezoek was in Jeruzalem. Op zijn beurt gaf de keizer de grond aan het Duitse katholieke H. Landstichting. Het aartsbisdom Keulen liet tussen 1901 en 1910 de huidige indrukwekkende ronde Dormitio-basiliek optrekken, met ernaast een abdij Hagia Maria Sion, sindsdien bewoond door Duitse benedictijner-monniken. In het centrum van de crypte onder de basiliek staat, temidden van een een zuilenrotonde, een tombe met daarop een levensgroot beeld, vervaardigd in kerselaarhout en ivoor, van de ontslapen Maagd Maria.

het graf van Maria

de gotische voorgevel van de kruisvaarderskerk met het graf van Maria
de voorgevel van de kruisvaarderskerk met het graf van Maria in de Kidronvallei naast Jeruzalem

Volgens de traditie droegen de leerlingen, na het overlijden of het inslapen (= Dormitio) Maria, haar lichaam vanaf de Sionberg naar haar begraafplaats in het Kidrondal, aan de voet van de Olijfberg, naast de Tuin van Getsemane (= Hof van Olijven), waar Jezus op de vooravond van zijn lijden in doodsangst tot zijn hemelse Vader bad. In de Oosterse Orthodoxe kerken wordt het verhaal bewaard dat de apostelen Maria daar begroeven in een grot bij haar overleden ouders Joachim en Anna.

grondplan van de grafkerk van Maria
grondplan van de grafkerk van Maria. A. Ingangsportaal. B. Voorhof. C. Overwelfde trap.
D. Ondergrondse crypte. E. Kapel met Maria's graf. F. Kapel met graven van Anna
en Joachim. G. Kapel met graf van St. Jozef. H. De grot van Getsemane.

In de 6de eeuw liet de Byzantijnse keizer Mauritius boven de grafrots een ronde kerk bouwen. Deze werd in 614 vernield door de Perzen en later heropgebouwd. Er is het verhaal uit 680 van een pelgrim Arculfus, die de kerk bezocht en gewag maakte van een heiligdom met twee verdiepigen: in de bovenkerk stonden 4 altaren, in de benedenkerk (de rotscrypte) één altaar en de lege graftombe van Maria. Volgens een 9de-eeuw geschrift waren er aan de kerk 13 priesters verbonden en een mannen- en vrouwenklooster.

ondergrondse crypte met Armeens altaar naast de ingang van Maria's grafkapel
de originele ondergrondse crypte met Armeens altaar naast Maria's grafkapel

In 1009 werden de gebouwen met de grond gelijk gemaakt door de troepen van kalief Al-Hakim. In 1130 richtten de kruisvaarders er een gotische H. Maria van Josafatkerk op, met een klooster voor Benedictijner-monniken ernaast. Bij de val van het kruisvaarders-koninkrijk in 1187 werd de bovenkerk grotendeels verwoest door Salah al-Din, behalve de tot op vandaag intact gebleven voorgevel. De crypte met de lege graftombe van Maria bleef helemaal gespaard omdat ook de Islamieten Maria vereren. In 1363 werd het heiligdom herbouwd door de Franciskanen. Deze werden in 1757 verdreven en het graf van Maria kwam in handen van enkele oosters-orthodoxe christelijke kerken.

overwelfde trap die leidt naar de ondergrondse grafcrypte van Maria
overwelfde trap die leidt naar de ondergrondse grafcrypte van Maria

Vanuit de huidige bovenkerk leidt een 47 treden tellende monumentale en overwelfde 12de-eeuwse kruisvaarderstrap naar de crypte van Maria's graf. Aan de rechterkant van de trap bevindt zich een kleine kapel, waarin de HH. Joachim en Anna, de ouders van de Maagd Maria, volgens de overlevering, ooit werden begraven.

de kapel, waarin Joachim en Anna, de ouders van Maria, ooit zouden zijn begraven
de kapel, waarin Joachim en Anna, de ouders van Maria, ooit zouden zijn begraven

Vanaf 1161 tot de 14de eeuw lag koningin Melisande, moeder van koning Boudewijn II van Jeruzalem, erin begraven. Aan de overkant van de trap is een kapel, waarin andere familieleden van koning Boudewijn II werden bijgezet, en in het volksgeloof wordt vereerd als het graf van St. Jozef, de man van Maria.

ingang van de grafkapel van Maria
ingang van de grafkapel van Maria met architectonische versiering uit de kruisvaarderstijd

De 5de-eeuwse ondergrondse crypte zélf is een duistere, mysterieuze ruimte, met talrijke gouden en zilveren olielampen aan het plafond. Binnen de crypte is er aan de oostkant een grotendeels uit de rotsen gehouwen kapel, aan de buitenkant rijkelijk versierd met iconen, kandelaars en bloemen en met altaren van de Griekse, Armeense en Ethiopische orthodoxe kerk. De moslims hebben er een speciale gebedshoek, want volgens de Islam is dit een heilige plaats omdat de profeet Mohammed tijdens een nachtelijke reis van Mekka naar Jeruzalem een licht zag boven het graf van zijn "zuster Maria".

de lege graftombe van Maria
de lege graftombe van Maria

Aan twee zijden van de kapel is er een kleine stenen toegang voor de gelovigen. De sobere binnenkant met het lege graf van Maria onder een marmeren altaar, daterend uit de 1ste eeuw na Christus, vertoont opvallend veel gelijkenis met Jezus sarcofaag in de H. Grafkerk.

II. Efeze

het amfitheater van Efeze, getuige van een groots verleden.
het amfitheater van Efeze, getuige van een groots verleden.

Volgens een andere (véél latere en meer locale) mondelinge traditie zou de H. Maagd haar laatste levensjaren hebben doorgebracht, samen met de apostel Johannes, in de buurt van de Ionische haven- en handelsstad Efeze, hoog in de bergen, ver weg van alle drukte. Efeze was in de oudheid de hoofdstad van Klein-Azië en het centrum van de verering van de heidense Griekse godin Artemis (Diana, in de Romeinse tijd). Daar stond ooit de fameuze tempel van Artemis, het grootste tempelgebouw van de oudheid en een van de zeven antieke wereldwonderen.

Nadat de Turken in 1420 de stad hadden ingenomen raakte de stad in verval en ligt nu op 7 km van de stad Selçuk, aan de Turkse westkust, tegenover het Griekse eiland Samos. Maria zou daar in het jaar 39 of 40 met de apostel Johannes zijn heengevlucht, toen na Stefanus' marteldood vervolgingen uitbraken in Jeruzalem. Ze zou er in het huisje van Johannes een teruggetrokken leven hebben geleid en op 59-jarige leeftijd zijn gestorven.

de gestapelde zuilen op de voorgrond zijn de enige overblijfselen van de Tempel van Artemis in Efeze
de gestapelde zuilen op de voorgrond zijn de enige overblijfselen van de Artemistempel in Efeze

Hoe kwam deze theorie tot stand? Vroeg-christelijke kerkhistorici, zoals bisschop Ireneüs van Lyon (140-202) en bisschop Eusebius van Caesarea (263-339), schreven dat de apostel Johannes na Jezus' dood en verrijzenis het evangelie ging prediken in Efeze. Diezelfde Johannes stond onder het kruis, samen met Maria: "Toen Jezus zijn moeder zag en naast haar de leerling die Hij liefhad, zei Hij tot zijn moeder: 'Vrouw, ziedaar uw zoon'. Vervolgens zei Hij tot de leerling: 'Ziedaar uw moeder'. En vanaf dat ogenblik nam die leerling haar bij zich in huis" (Johannes-evangelie 19,25-27) . Omdat Jezus, vlak voor Zijn dood, de zorg over zijn moeder zo nadrukkelijk toevertrouwde aan zijn geliefde leerling Johannes leiden de voorstanders van de Efeze-traditie daaruit af dat Maria met Johannes meeging naar Efeze, en daar woonde in zijn huisje.

Kerkhistorici hechten echter weinig geloof aan deze Efeze-theorie, om 2 redenen. Ten eerste staat het onomstotelijk vast dat alle kerkvaders uit de eerste eeuwen, die het hebben over Maria's dood of Dormitio, die gebeurtenis steevast situeren in Jeruzalem. Ten tweede is de Efeze-traditie rijkelijk laat ontstaan: pas in een Syrisch manuscript van het einde van de 9de eeuw duikt deze stad op als alternatieve sterfplaats van Maria.

de resten van de Johannesbasiliek met het graf van de apostel en evangelist Johannes bij Efeze
het graf van de apostel en evangelist Johannes tussen de resten van de 6de eeuwse St. Johannesbasiliek nabij Efeze

Rond het jaar 400 werd op een heuvelflank bij Efeze een St.-Johannesbasiliek opgetrokken, die van 535 tot 540, onder keizer Justinianus I, compleet werd herbouwd. Nu zijn enkel de ruïnes ervan overgebleven. Een gedenkplaat wijst de plek aan waar de apostel-evangelist Johannes begraven werd. Enige tijd later verrees er een basiliek, toegewijd aan de H. Maagd. In die basiliek had in 431 het Concilie van Efeze plaats, dat Maria uitriep tot "Theotokos (Grieks voor: "Moeder van God"), tegen de ketterij van het Nestoriasme, dat Maria enkel zag als de moeder van de mens Jezus.

het Huis van de Maagd Maria op de berg Koressos vlakbij Efeze
het Huis van de Maagd Maria op de berg Koressos vlakbij Efeze

Sinds het einde van de 19de eeuw wordt op de berg Koressos, aan de andere kant van Efeze, het "Huis van de Maagd Maria" vereerd. Het werd in 1881 ontdekt door de Parijse priester Julien Gouyet. Hij deed zijn vondst aan de hand van de visioenen van de Duitse mystica Anna Katharina Emmerich (1774-1824). Deze religieuze uit het Westfaalse Dülmen zag tijdens een visioen in 1822 hoe Maria, na de hemelvaart van Jezus, nog 3 jaar woonde in Jeruzalem, 3 jaar in Bethanië en 9 jaar in Efeze, waar Johannes haar naartoe had gebracht. Zr. Emmerich gaf een verbluffend nauwkeurige beschrijving van de plaats en de omgeving van Maria's sterfhuis, hoewel ze zelf nooit buiten Duitsland was geweest. Toch schonk niemand verder enige aandacht aan Gouyet's verhaal.

Tien jaar later gingen 2 paters Lazaristen van het Frans College in Izmir opnieuw op onderzoek uit. Ze (her)ontdekten een zwaar vervallen huisje, dat precies beantwoorde aan Emmerich's visioenen. Het bleek dat de christenen van het naburige dorp Kirkinje er van oudsher elk jaar op 15 augustus op bedevaart gingen.

O.L.Vrouw-altaar in het Huis van de Maagd Maria bij Efeze.
O.L.Vrouw-altaar in het Huis van de Maagd Maria bij Efeze

Het "Huis van de Maagd Maria" zou, blijkens archeologisch onderzoek, een kleine byzantijns kerkje zijn geweest, daterend uit de 13de eeuw, en gebouwd op de resten van een ouder gebouw. Maar er zijn geen bewijzen voorhanden dat het terugging tot de eerste eeuwen van het christendom. In 1951 werd het gebouwtje helemaal gerestaureerd. Het is nu een druk bezocht bedevaartsoord voor christenen en ook voor moslims, omdat de heilige maagd ook vijf keer in de Koran wordt genoemd.

bij het Huis van de maagd Maria drinken pelgrims van het water uit de bron, dat genezende krachten wordt toegeschreven.
bij het Huis van de maagd Maria drinken pelgrims van het water uit de bron,
dat genezende krachten wordt toegeschreven.

De RK-Kerk heeft zich nooit uitgesproken over de historische echtheid van het huis, bij gebrek aan sluitende archeogische bewijzen. Wat niet belet dat paus Pius XII in 1951, het jaar na het uitspreken van het dogma van Maria's Tenhemelopneming met ziel en lichaam, het "Huis van de Maagd Maria" uitriep tot een heilige plaats. Drie van zijn opvolgers bezochten het heiligdom: Paulus VI in 1967 (die "onofficiëel" de authenticiteit ervan bevestigde), Johannes Paulus II in 1989 en de huidige paus Benedictus XVI in 2006.

© Willem Wylin - Copyright 2007- . Alle rechten voorbehouden. Contact: E-mail