De Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen (vanaf omstreeks het jaar 1269)
Moorslede 1269-1578
Frankrijk 1578-1587
Ieper 1587-1785
Moorslede 1785-2004
Zonnebeke 2004 -
varia

 

   Zoek op deze site met FreeFind

 

beluister ClassicNL tijdens het surfen, 128 K stereo

Basankusu-missie - Mill Hill (1883-2004)

kardinaal Herbert Vaughan, stichter van de Mill Hill-Missionarissen
kardinaal Herbert Vaughan (1832-1903), de stichter van de Mill Hill-Missionarissen

Vanaf 1927 tot 1996 hebben de Zusters van O.L.V. Ten Bunderen missiewerk verricht in het bisdom Basankusu, in de DR Congo. De eerste "karavaan" van 5 missiezusters trok er naartoe op vraag van de bij ons nagenoeg onbekende Engelse Congregatie van Mill Hill-Missionarissen. Deze was in 1905 begonnen met de moeizame uitbouw van het missiegebied, op nadrukkelijk verzoek van de Belgische koning Leopold II. Op deze pagina maken we uitgebreider kennis met de priesters-missionarissen van Mill Hill, die tijdens het eerste kwart van de 19de eeuw het pad effenden voor de Zusters.

de stichting van Mill Hill

kardinaal Herbert Vaughan. Schilderij. Westminster, archief aartsbisdom.
Herbert Vaughan. Schilderij. Westminster, archief aartsbisdom.

In 1865 richtte de Engelse priester Herbert Vaughan het "St. Joseph's College of the Sacred Heart for Foreign Missions" op, een seminarie voor de opleiding van seculiere priesters tot missionarissen. In 1866 stichtte hij de eerste Engelse missie-congregatie "St. Joseph's Foreign Missionary Society", voluit "St.-Josephs Congregatie van Seculiere Priesters voor Buitenlandse Missies". De leden raakten algauw beter bekend als Mill Hill-Missionarissen (MHM) of kortweg "Millhillers", naar de naam van de Londense buitenwijk Mill Hill, waar het hoofdkwartier en het opleidingscentrum werden gevestigd.

Vaughan koos als lijfspreuk: "Amare et Servire" (= om te beminnen en te dienen). De voertaal is Engels en zij werken overal ter wereld. De MillHiller (aanvankelijk alléén priesters, later ook broeder en geassocieerde leken) hebben geen kloostergeloften maar leggen een speciale eed af om zich volledig te wijden aan de verspreiding van het geloof in landen, waar de paus missietaken heeft toevertrouwd aan de congregatie.

Herbert Vaughan, rector van het pas opgerichte St. Joseph's College.
Herbert Vaughan, rector van zijn pas opgerichte St. Joseph's College.

HERBERT VAUGHAN werd in 1832 geboren in een katholieke aristocratisch gezin in het Engelse Gloucester, met landgoed in Courtfield (Herefordshire). Hij studeerde aan 2 Jezuïeten-colleges: eerst 6 jaar in Stonyhirst en vervolgens 3 jaar in het Belgische plaatsje Brugelette nabij Aat (Ath) in de provincie Henegouwen. In 1850 was hij leerling van de Benedictijner-abdijschool van Downside Abbey in Monmouth (Wales). In 1851 ging H. Vaughan in Rome studeren: 1 jaar aan het "Collegio Romano" (voorloper van huidige Gregoriana-Universiteit) en 1 jaar aan de "Pontificia Accademia dei Nobili Ecclesiastici". In 1854 werd hij priester gewijd in Lucca (Toscane) en het daaropvolgend jaar benoemd tot vice-president van het St. Edmund's College in Ware, toen het belangrijkste priester-seminarie in Zuid-Engeland.

In 1857 werd Vaughan lid van de seculiere Congregatie van de Oblaten (= soort van Derde Orde van de Benedictijnen). Hij koesterde het vaste voornemen om een eigen seminarie te openen voor priester-missionarissen. In 1863 legde hij zijn plan voor op het Congres van Mechelen voor Sociale Werken en oogste er ruime bijval. Twee jaar lang reisde Vaughan doorheen de VS en enkele Latijns-Amerikaanse landen om de nodige fondsen te werven en kreeg in 1865 van aartsbisschop Manning de officiële kerkelijke goedkeuring voor de oprichting van zijn seminarie.

praalgraf van kardinaal Herbert Vaughan in de door hem gebouwde kathedraal van Westminster
praalgraf van kardinaal H. Vaughan in de door hem gebouwde kathedraal van Westminster (1893-1903)

In 1872 werd Herbert Vaughan benoemd tot 2de bisschop van Salford. Hij bleef tegelijk de Generale Overste van zijn Congregatie, maar duidde wél de Vlaamse kanunnik Peter Benoit aan tot de rector van het Mill Hill-Seminarie. In 1892 volgde hij kardinaal Manning op als 3de aartsbisschop van Westminster en op 9 januari 1893 werd hij tot kardinaal gecreëerd. Op 71-jarige leeftijd stierf kardinaal Vaughan op 19 juni 1903 in zijn geliefde St. Joseph's College en werd er begraven. In 2005 werden zijn stoffelijke resten bijgezet in een praalgraf in de door hem gebouwde kathedraal van Wesminster.

In 1866 nam Herbert Vaughan, samen met zijn éérste student Cornelius Dowling, zijn intrek in Holcombe House, een villa in het toen nog landelijke Mill Hill, ten noordwesten van Londen. In 2 jaar tijd verzamelde hij 2 priesters rondom zich en studenten van 5 nationaliteiten, vooral Ieren en Nederlanders.

het St. Joseph's College van Mill Hill. 19de eeuwse ets.
het St. Joseph's College van Mill Hill. 19de-eeuwse ets.

Om het groeiend aantal seminaristen te herbergen werd in Mill Hill op 29 juni 1869 begonnen met de bouw van het imposante missie-seminarie "St. Joseph Foreign Missionary College". In datzelfde jaar werd Cornelius Dowling tot eerste priester-missionaris gewijd. Vaughan ondernam Vaughan een reis naar het Europese vasteland, o.m. naar België en Nederland, om er bij de bisschoppen en in de seminaries kandidaten en professoren te ronselen. In 1871 verhuisde de Mill Hill-communauteit van 34 mensen naar de vleugel met woonvertrekken in het nieuwe gebouw, dat in 1873 helemaal klaar was. In 1874 werd de St. Jozefskerk werd ingewijd.

In 1872 werd Herbert Vaughan bisschop van Salford. Hij benoemde de Vlaamse kanunnik Peter Benoit, de privé-secretaris van zijn voorganger, tot rector van het "St. Joseph Foreign Missionary College" in Mill-Hill. De afspraak was wél dat Mgr Vaughan de generale-overste bleef tot zijn dood (in 1903), dus ook nadat hij later, in 1892, aartsbisschop van Westminster en kardinaal was geworden.

kanunnik Peter Benoit (1820-1892)
kanunnik Peter Benoit, de "mede-stichter" (H. Vaughan) van de Mill Hill-Congregatie

PETRUS BENOIT (1820-1892) kreeg van kardinaal Vaughan in 1892 de titel van "mede-stichter" van de Mill Hill-Congregatie en zelfs van "echte stichter" van het Mill Hill-seminarie!! Benoit werd in 1820 geboren in het West-Vlaamse Kuurne. Na zijn humaniora-studies (1834-1840) aan het Klein-Seminarie van Roeselare trok hij naar het Groot-Seminarie (1842-1846) in Brugge. Tijdens zijn theologie-studies raakte Benoit bevriend met de Engelse aristocratische familie Weld uit Preston, die de koude wintermaanden doorbracht in haar huis in Brugge. John Weld - een oom van H. Vaughan! - sprak hem over het groot aantal bekeerlingen tot het katholieke geloof in Engeland en het daaruit voortvloeiend nijpend priestertekort.

Tijdens zijn seminarietijd was Benoit een paar jaar leraar aan het St. Lodewijkscollege in Brugge. Hij wakkerde op geestdriftige wijze de missiegedachte aan bij zijn leerlingen, o.m. bij de jonge dichter Guido Gezelle. In de zomer van 1846 reisde Benoit naar Engeland en was 2 maanden lang te gast bij de familie Weld in Preston om de engelse taal te leren. Na zijn terugkeer vertelde hij zijn geestelijke raadsman (en latere bisschop) J. Faict dat hij graag missiewerk wilde verrichten in Manchester (in het graafschap Lancashire). Faict deelde deze wens schriftelijk mee aan het betreffende apostolisch vicariaat Salford.

Drie maanden na zijn priesterwijding, in 1847, ging Benoit, met de goedkeuring van de Brugse bisschop, als éérste Vlaamse missionaris naar Engeland. Hij logeerde enige tijd bij de bevriende familie Weld in Preston, tot hij werd benoemd als kapelaan in een parochie van de stad Manchester. Toen het vicariaat Silford in 1852 tot bisdom werd verheven, benoemde de eerste bisschop William Turner hem tot kanunnik, vicaris-generaal en persoonlijke secretaris.

kanunnik Peter Benoit (1820-1892)
kanunnik Peter Benoit (1820-1892)

Kanunnik Benoit recruteerde in zijn bisdom meisjes om ze een degelijke katholieke opvoeding te geven in... het pensionaat van de Zusters van Ten Bunderen in Moorslede! Dat was geen toeval. Zijn ouders woonden in Moorslede vóór ze naar Kuurne verhuisden. Bovendien was hij van in zijn jeugd bevriend met Jacques-Albert Syoen, die onderpastoor was van Moorslede van 1841 tot 1858.

Tijdens zijn jaarlijkse vakanties ronselde kanunnik Benoit in het bisdom Brugge ook priesters voor Engeland, o.m. op vraag van William Vaughan, bisschop van Plymouth én oom van Herbert Vaughan. Vanaf 1858 tot 1873 was er in Brugge zelfs een Engels-Belgisch Seminarie (waarvan Guido Gezelle vice-rector was en professor wijsbegeerte), dat in totaal 187 priesters opleidde tot missionaris voor Engeland! Kanunnik Benoit en Herbert Vaughan waren in elk geval geen onbekenden voor mekaar. Vermoedelijk ontmoetten ze elkaar ook in 1863 op het Congres van Mechelen, waar Vaughan zijn stoute plan voor een missionaris-college ontvouwde. Benoit was één van de eerste ijveraars ("zelators"), die fondsen inzamelden en nieuwe kandidaten zochten voor het in 1865 door Vaughan opgerichte seminarie van Mill Hill. Terwijl Benoit in 1869 in Rome verbleef als theoloog-assistent van zijn bisschop Turner op het 1ste Vaticaans Concilie liep hij opnieuw Herbert Vaughan op het lijf.

het St. Joseph's College in Mill Hill, waarvan Peter Benoit 20 rector was
het St. Joseph's College in Mill Hill, waarvan Peter Benoit 20 jaar lang de rector was

Toen Hubert Vaughan in 1872 de 2de bisschop van Salford werd benoemde hij kanunnik Peter Benoit tot rector van het St. Joseph's College in Mill Hill. Door de toenemende gezondheidsproblemen van Vaughan werd Benoit steeds meer de facto overste van de missiecongregatie van Mill Hill. In 1876 reisden rector Benoit en bisschop H. Vaughan naar Brussel voor een verkennend gesprek met koning Leopold II over de missionering van centraal Afrika. Na ruim 20 jaar lang rector te zijn geweest van het moederhuis van de St. Jozef's Congregatie van Mill-Hill stierf Peter Benoit in 1892. Hij werd opgevolgd door de Ier Francis Henry, die later de onderhandelingen zou voeren met Leopold II over een Mill-Hill-missie in de Kongo-Vrijstaat.

het missiehuis in het Nederlandse Roosendaal
het missiehuis van Mill Hill in het Nederlandse Roosendaal

Na zijn benoeming tot bisschop toerde Vaughan nog rond om kandidaten te recruteren in seminaries in Engeland, Ierland, Schotland en vooral Nederland. Rector Benoit deed hetzelfde - overigens met weinig succes - in Vlaanderen. Dat leidde tot de oprichting van enkele "klein-seminaries" (waar men filosofie studeerde alvorens in Mill Hill in Londen 4 jaar theologie-cursussen volgden): de St. Peter's School in Freshfield bij Liverpool (1884), het missiehuis in het Nederlandse Rozendaal (1890) en het "St. Joseph's Missionshaus" nabij Brixen in Tyrol, Oostenrijk (1891)

verdere expansie van Mill Hill

luchtfoto van het Mill Hill College
luchtfoto van het Mill Hill St. Joseph's College bij Londen

In 1871, na de Amerikaanse burgeroorlog, werd de jonge congregatie door paus Pius IX de missionering toevertrouwd van de miljoenen vrijgemaakte zwarte slaven in de VS. Een eerste groep van 4 pioniers, aangevoerd door provinciaal Cornelius Dowling (die al na enkele maanden stierf aan tyfus) trok naar Baltimore (Maryland). In die stad vond in 1875 het eerste Generaal Kapittel van de MillHill-congregatie plaats, waarop de regel en constituties werden vastgelegd (die pas in 1908 definitief door Rome werden goedgekeurd). Mgr H. Vaughan hoopte dat hij vele Afro-Amerikanen, eenmaal tot priester gewijd, nadien kon inzetten als missionarissen in Afrika. Maar na heel wat spanningen met de plaatselijke hiërarchie werd in 1893 een onafhankelijke Amerikaanse Congregatie van Jozefieten gesticht. De MillHillers trokken zich terug en zouden pas na WO II terugkeren. Vanaf 1875 begon Mill Hill stelselmatig missionarissen uit te zenden, m.n. naar de toenmalige Britse kolonies.

  • 1875: het vicariaat Andhra Pradesh in het aartsbisdom Madras, in Brits India.
  • 1879: als aalmoezeniers van het Britse leger in Afghanistan (tijdens de 3de Afghaanse Oorlog), tot 1882.
  • 1881: de apostolische prefectuur van Labuan en Noord-Borneo. Dit was het eerste eigen missiegebied van Mill Hill.

het Missiehuis Vrijland in het Nederlandse Oosterbeek
het Missiehuis Vrijland in het Nederlandse Oosterbeek

In 1882 werd in Mill Hill de eerste kandidaat aanvaard voor de opleiding tot lekenbroeder-missionaris, om ten dienste te staan van de priesters voor het materiële werk. In Nederland was er een noviciaat voor lekenbroeders, en tussen beide Wereldoorlogen werd de opleiding geconcentreerd in Vrijland (Oosterbeek). In 1883 richtte Mgr Vaughan ook een geassocieerde vrouwelijke tak op, de "Franciscan Missionaries of St. Joseph". Aanvankelijk vervulden ze dienst-taken in het College van Mill Hill, later trokken de zusters trokken naar de missiegebieden, o.m. in 1896 gingen 5 vijf van hen naar Borneo. Later ook naar Kenia, Kameroen en de Filippijnen.

het Mill kapittel van 1884. Midden vooraan generale overste Vaughan, en naast hem rector Peter Benoit
het Mill Hill kapittel van 1884. Midden vooraan H. Vaughan, ernaast links rector Peter Benoit

Naar het einde van de 19de eeuw toe zwermden de Mill Hill-Missionarissen verder uit:

  • 1886: de Maori-missie in het bisdom Auckland (Nieuw-Zeeland)
  • 1887: de apostilische prefectuur van Kafiristan en Kasjmir, in het noorden van India.
  • 1895: het apostolisch vicariaat van de Boven-Nijl (Uganda), in Brits Oost-Afrika, na overleg met de Franse Witte Paters, die daar al sinds 1878 werkten.
  • 1905: het apostolisch vicariaat van Congo Vrijstaat (de huidige DR Congo). De eerste Mil Hill Fathers vestigden zich in de de Evenaarsprovincie, in brede omgeving van Basankusu, met aanvankelijk 4 missieposten: Lulonga, Bokakata, Baringa en Basankusu. In 1925 zullen de Mill Hill-Missionarissen de Zusters van O.L.V.-ten-Bunderen overhalen om het missiewerk aldaar met hen te delen. Ook de Zusters-Franciscanessen uit het Nederlandse Asten trekken er naartoe.
  • Ook Kenia, de Filipijnen, (zuid-)Kameroen, Zuid-Afrika, Soedan, India, Pakistan, Maleisië/Brunei, Australië, Brazilië en Ecuador werden missioneringsgebieden voor MilHill.

de voorgevel van het Mill Hill-hoofdkwartier in Londen.
de voorgevel van het Mill Hill-hoofdkwartier in Londen.

Vanaf 1972 werden ook zogeheten geassocieerde leden ("Associates") toegelaten tot de Congregatie, om als missionarissen te worden uitgezonden. Het gaat om leken, zowel mannen als vrouwen, zowel gehuwd als ongehuwd, veelal in de leeftijdscategorie van 21 tot 45 jaar, die zich voor kortere of langere tijd aansluiten bij de priesters en broeders van Mill Hill. In de praktijk engageren zich in Nederland mensen, die al enkele jaren werkzaam zijn geweest in het educatieve, medische, pastorale, agrarische, sociale, financiële, technische of artistieke vlak, en die, als leken-missionarissen, hun opgedane ervaring en talenten ter beschikking willen stellen op plaatsen waar Mill Hill-missionarissen al werkzaam zijn.

het nieuw hoofdkwartier van Mill Hill in Maidenhead
het nieuw hoofdkwartier van Mill Hill in Maidenhead nabij Londen

In 2006 werd het moederklooster van Mill Hill in Londen, na 135 jaar, gesloten en later verkocht. Het hoofdbestuur ("General Council") nam zijn intrek in een cluster van 12 bescheiden woonhuizen in Maidenhead nabij Londen. Dit heeft alles te maken met de grote veranderingen die plaats hebben gevonden op het gebied van recrutering van nieuwe leden. In Europa is het aantal nieuwkomers drastisch teruggelopen, maar in Afrika en Azië is er volop beweging. Het centrale opleidingscentrum was daarom eerder al verlegd naar Nairobi (Kenia).

het huidig hoofdbestuur van Mill Hill. Helemaal links: Michael Corcoran, generale overste.
het huidig hoofdbestuur van Mill Hill. Helemaal links: Michael Corcoran, Generale Overste

Adres: Mill Hill Missionaries
6 Colby Gardens
SL6 7GZ Maidenhead
UK
Website: www.millhillmissionaries.com
Tel. +44 1628 673 178
E-mail: office@millhillmissionaries.com

© Willem Wylin - Copyright 2007- . Alle rechten voorbehouden. Contact: E-mail